ECLI:NL:RBZWB:2021:1597

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 april 2021
Publicatiedatum
1 april 2021
Zaaknummer
AWB- 21_1065 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • T. Peters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om maatwerkontheffing voor parkeren in Veere

Op 1 april 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 2 februari 2021, waarin zijn verzoek om een maatwerkontheffing voor parkeren werd afgewezen. De verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij meende dat de nieuwe parkeerregels hem onterecht zouden benadelen. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld, op basis van de ingediende stukken en de toelichting van de verzoeker.

In de overwegingen van de uitspraak werd ingegaan op het Parkeerbeleidsplan dat op 1 oktober 2020 was vastgesteld, waarin de vergunning “vrij van kenteken” vervalt. De nieuwe regeling biedt inwoners van Veere de mogelijkheid om hun visite te registreren via een app, waarvoor kosten in rekening worden gebracht. De verzoeker stelde dat hij tot 1 april 2021 beschikte over een bewonersvergunning “vrij op kenteken” en dat de nieuwe regeling een vergaande beperking voor hem vormde. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat er geen sprake was van onverwijlde spoed, zoals vereist voor het treffen van een voorlopige voorziening. De verzoeker had de mogelijkheid om gebruik te maken van de Visite-app, en de kosten daarvan waren niet zodanig dat dit een spoedeisend belang rechtvaardigde.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de verzoeker de uitkomst van de bezwaarschriftenprocedure kan afwachten. De uitspraak werd gedaan door mr. T. Peters, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/1065 VEROR VV

uitspraak van 1 april 2021 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder van 2 februari 2021 (bestreden besluit) inzake de afwijzing van zijn verzoek om een maatwerkontheffing te
verlenen voor het parkeren door zijn visite in de stad Veere.
Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij brief van 8 maart 2021 heeft de rechtbank aan verzoeker gevraagd om toe te lichten waarom deze zaak voor hem zodanig spoedeisend is dat hij de beslissing op bezwaar niet kan afwachten.
Bij brief van 10 maart 2021 heeft verzoeker zijn spoedeisend belang toegelicht.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. Op 1 oktober 2020 heeft verweerder het Parkeerbeleidsplan vastgesteld waarin de vergunning “vrij van kenteken” vervalt en waarin is aangeven dat er een overgangsregeling wordt ingesteld. De parkeervergunning “vrij van kenteken” was bedoeld als parkeerrecht voor overnachtingsgasten van verblijfsaccommodaties. Voor het ontvangen van visite konden inwoners van Veere 50 kraskaarten per jaar kopen bij de gemeente Veere. Met ingang van 1 april 2021 kunnen eigenaren van verblijfsaccommodaties gebruik maken van de Accommodatie-app, waarin zij de kentekens registreren van hun overnachtingsgasten. Daarmee krijgen deze overnachtingsgasten een parkeerrecht. Met ingang van 1 april 2021 kunnen inwoners van Veere gebruik maken van de Visite-app, waarin zij de kentekens registreren van hun visite. Zij betalen dan € 0,02 per minuut of € 4,00 per dag per kenteken, met een maximum van € 300,00 per jaar.
Verzoeker heeft gesteld dat hij tot 1 april 2021 beschikt over een bewonersvergunning “vrij op kenteken” vindt de nieuwe regeling een vergaande beperking waarmee hij zich moeilijk kan verenigen. Daarom heeft hij zijn verzoek om maatwerk ingediend en heeft hij tegen de afwijzing van dit verzoek een bezwaarschrift ingediend en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
2. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
3. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht de huidige bewonersvergunning “vrij op kenteken” in stand te laten tot het moment het college een beslissing genomen heeft op het ingediende bezwaarschrift. Volgens hem is het weigeringsbesluit dermate
onzorgvuldig tot stand gekomen dat dit besluit bij hem meer vragen oproept dan dat het duidelijkheid geeft. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is dit niet een belang dat zodanig spoedeisend is dat verzoeker de uitkomst van de bezwaarschriftenprocedure niet kan afwachten. In zijn brief van 10 maart 2021 heeft verzoeker toegelicht dat hij nooit een
verblijfsaccommodatie heeft gehad en daarom niets opschiet met een Accomodatie- app. Dit zou kunnen betekenen dat verzoeker in het verleden ten onrechte een parkeervergunning “vrij van kenteken” heeft gekregen. Maar wat daar verder ook van zij, als inwoner van Veere kan hij te allen tijde gebruik maken van de Visite-app. Daarvoor moet hij betalen, maar € 0,02 per minuut of € 4,00 per dag per kenteken zijn geen bedragen die maken dat de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening dient te treffen in afwachting van de uitkomst van de bezwaarschriftenprocedure.
4. Omdat geen sprake is van onverwijlde spoed als bedoeld in artikel 8:81, eerste lid, van de Awb, dient de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 1 april 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
P.H.M. Verdonschot, griffier T. Peters, voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.