ECLI:NL:RBZWB:2021:1583
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht en ontbreken van vereiste stukken
Op 31 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak, waarbij het beroep van eiser niet-ontvankelijk is verklaard. De gemachtigde van eiser had op 23 november 2020 beroep ingesteld tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen. Echter, de rechtbank constateerde dat de gemachtigde niet had voldaan aan de verplichtingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank wees de gemachtigde op de verplichting tot betaling van griffierecht en het indienen van een afschrift van het besluit, de gronden van beroep en een schriftelijke machtiging. Ondanks herhaalde verzoeken om deze stukken in te dienen, zijn deze niet binnen de gestelde termijnen ontvangen. De rechtbank heeft in haar overwegingen de relevante artikelen van de Awb aangehaald die betrekking hebben op de vereisten voor het indienen van een beroepschrift.
Aangezien de noodzakelijke documenten en de betaling van het griffierecht niet tijdig zijn ingediend, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan door rechter S.A.M.L. van de Sande en is openbaar gemaakt op de website van de Rechtspraak. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.