ECLI:NL:RBZWB:2021:1565
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar inzake gemeentelijk monument
Op 1 april 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eisers, [naam eiser] en [naam eiseres], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom. Eisers hebben beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van hun bezwaar tegen de afwijzing van hun verzoek om het hoofdgebouw en het zusterhuis van het voormalige verzorgingshuis Huize St. Catharina aan te wijzen als gemeentelijk monument. Het college had op 29 juli 2020 het bezwaar van eisers niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij volgens het college geen belanghebbenden zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Tijdens de zitting op 2 maart 2021 is alleen [naam eiser] verschenen, terwijl [naam eiseres] afwezig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers in de nabijheid van de gebouwen wonen en dagelijks langs het hoofdgebouw komen. Echter, volgens de rechtbank zijn alleen natuurlijke personen die eigenaar of zakelijk gerechtigde zijn van het object belanghebbenden bij een besluit tot aanwijzing als monument. De rechtbank heeft geconcludeerd dat eisers niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt, omdat zij geen eigendom of zakelijk recht hebben op de gebouwen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel verworpen, omdat de situaties niet gelijk zijn. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.