Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie;
- de van de zijde van [eiser] aan de voorzieningenrechter toegezonden productie 6;
- de van de zijde van [gedaagde] aan de voorzieningenrechter toegezonden producties 17 en 18;
- de mondelinge behandeling en de ter gelegenheid daarvan door partijen overgelegde pleitaantekeningen.
2.De feiten
verrot. is het omdat ze toen in een waterplas zijn opgebouwd? (De bewoners vroegen zich toen al af of het woonboten waren?) Is het omdat een lodge eigenlijk ‘hut’ betekent? Is het omdat er geen drainage was aangelegd? Is het omdat ze persé een campingplaats willen aankleden zonder fundament om omvorming campings mogelijk te maken? Is het vanwege ontduiking van het woord ‘huis’ en toch cashen voor [eiser] en Gemeente? In ieder geval is de ondergrond nat, het hout verrot, de terrassen stinken. Er wordt een laagje weggegraven een nieuw ‘plastiekje’ aangebracht en we kunnen weer enkele jaren verder. Dit zijn verkochte lodges aan privé-eigenaren, die flink de dupe zijn van de excellente bouwkunsten! Dit is geen pech, maar onkunde waar weer veel mensen de dupe van zijn! Zo houdt het niet op! Het is in ieder geval een kwaliteitsslag, zo wordt het toch gekwalificeerd door de Gemeente. Een caravan houdt het 15 jaar vol, dit fenomeen slechts enkele jaren.”
“(…)Recreatiewoningeigenaar [voornaam] [gedaagde] stapte naar de Raad omdat zij de toezeggingen van de gemeente Sluis, het waterschap en [eiser] Projects BV niet gelooft, ‘het is een grote leugen dat alles hersteld wordt zoals het was.’
3.Het geschil
in conventie– samengevat – [gedaagde] te bevelen de hiervoor genoemde posts te verwijderen en haar te verbieden om berichten te verspreiden die inhouden dat [eiser] bij de uitvoering van de herstelwerkzaamheden bouwfraude pleegt en/of die herstelwerkzaamheden ondeugdelijk uitvoert, een en ander op straffe van het verbeuren van dwangsommen en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure. [eiser] grondt haar vorderingen op onrechtmatige daad. Zij stelt dat [gedaagde] haar met het plaatsen van de berichten op Facebook ten onrechte beschuldigt van strafbaar gedrag, te weten bouwfraude, en ten onrechte betoogt dat de herstelwerkzaamheden niet deugdelijk worden uitgevoerd, waardoor haar eer en goede naam worden aangetast.
In reconventievordert zij – kort gezegd – [eiser] te veroordelen om een rectificatie openbaar te maken waarin zij afstand neemt van de mededeling van de gemeentewoordvoerder in de PZC dat [gedaagde] zich schuldig maakt aan opruiing. Zij baseert deze vordering op onrechtmatige daad in groepsverband.