ECLI:NL:RBZWB:2021:1435
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verklaring van meerderjarigheid en gezag voor minderjarige moeder
In deze zaak heeft de kinderrechter op 11 maart 2021 uitspraak gedaan over het verzoek van een minderjarige moeder, geboren op 30 januari 2005, om met ingang van haar meerderjarigheid te worden belast met het gezag over haar kind, geboren op 3 januari 2021. De moeder, die op 16-jarige leeftijd beviel, verzocht de rechtbank om haar meerderjarig te verklaren, zodat zij de verantwoordelijkheid voor de opvoeding en verzorging van haar kind zelfstandig kon dragen. De grootvader, die eerder als voogd was benoemd, stemde in met de beëindiging van zijn voogdij. De Raad voor de Kinderbescherming adviseerde positief over het verzoek, waarbij werd benadrukt dat de moeder, samen met de vader en de grootouders, adequaat zorgde voor het kind. De kinderrechter oordeelde dat er geen gegronde vrees bestond voor de belangen van het kind en dat het in het belang van zowel de moeder als het kind wenselijk was dat de moeder meerderjarig werd verklaard en met het gezag werd belast. De kinderrechter wees het verzoek toe, waarmee de voogdij van de grootvader eindigde. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de schriftelijke uitwerking op 25 maart 2021.