11.Bijlage II
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 2 januari 2019, (opgenomen als bijlage 1 op pagina 14-15 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019246069, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Op woensdag 2 januari 2019 sprak ik, verbalisant [verbalisant 3] , met betrokkene [naam 13] . Vandaag, woensdag 2 januari 2019, hoorde ik van [naam 13] het volgende: 'Ik heb ruzie gehad met [verdachte] . Stond gisteren [naam 14] opeens aan mijn deur. Ik heb hele dagen junks/gebruikers aan mijn deur staan. Maar ik wil ze niet bij mijn woning hebben. Wat bleek nu, ik sta te schreeuwen tegen [naam 14] , zie ik [verdachte] opeens hard wegrennen. Later heb ik [verdachte] naar binnen gehaald en hem om uitleg gevraagd. Bleek dat hij iedereen gewoon bij mij thuis liet komen om cocaïne te halen, terwijl ik hem altijd geloofde dat hij er niets mee te maken had. Ik wist wel dat hij cocaïne verkocht, ik kocht ook bij hem. Ik kocht al sinds juli 2018 ongeveer cocaïne bij hem. Ik kocht iedere dag voor 20-30 euro van hem. Ik weet dat [naam 15] , [naam 16] , [naam 17] , [naam 14] en [naam 18] ook cocaïne bij hem kopen.’
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige [naam 19] van 2 september 2019, (opgenomen als bijlage 9 op pagina 29-31 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019246069, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik wens een verklaring af te leggen wegens drugsoverlast van [adres 2] te Terneuzen. Het is allemaal begonnen toen die jongen (de rechtbank begrijpt: verdachte) daar is komen wonen. Deze jongen woonde eerst in de [adres 1] bij [bedrijf 1] . Hij is daar zijn kamer uitgezet wegens drugs dealen: blank, 175-180 cm lang, stevig postuur en 22-27 jaar. Deze man woont nu al maanden in de [adres 2] , mogelijk al vanaf februari 2019. Sinds het moment dat die jongen daar woont is er een behoorlijke aanloop van klanten. Sommige klanten komen drie keer per dag, sommige twee keer per dag. Een klant, welke met de auto komt, komt twee keer per week ongeveer. Ik denk dat ik een groep van ongeveer zeven vaste klanten sowieso wel herken. Er komt ook regelmatig een jongen met [bedrijf 2] kleding op een [bedrijf 2] fiets. Deze jongen komt een paar keer per week. Hij neemt nooit tassen of pizza’s mee naar binnen. Als hij naar buiten komt heeft hij ook niets zichtbaars in zijn hand. Hij kijkt dan wel altijd om zich heen.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 14 oktober 2019, (opgenomen als bijlage 10 op pagina 32-33 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019246069, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik ben zwaar verslaafd geweest. Ik heb anderhalf jaar geleden een terugval gehad. Ik heb toen een tijdje coke gebruikt. Ik kocht van een Pool die [verdachte] heet. Ik kocht ook wel eens van een man die [naam 20] heet. Zij werken samen met een [verdachte] . Gisteren kreeg ik een Whatsapp bericht van [verdachte] . Hij stuurde: ‘ [verdachte] is here, we have new yellow coke’. Kort daarna kreeg ik een Whatsappbericht van [naam 20] . Ik zag dat hij hetzelfde bericht stuurde als [verdachte] maar dan in het Nederlands: ‘ [verdachte] is hier, we hebben nieuwe yellow coke’.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] van 25 mei 2020, (opgenomen in het aanvullend proces-verbaal op pagina 3-6 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019246069, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
[verdachte] heeft wel gedeald in drugs. Vorig jaar ook. Ik heb wel eens wat gezien en zo. Sinds oktober 2019 ken ik [verdachte] . Ik heb gezien dat er wel eens mensen langskwamen.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 12 april 2019, (opgenomen op pagina 48-50 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019198311 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik begrijp dat ik als getuige wordt gehoord over het dealen van [verdachte] . Ik kan u vertellen dat ik een jaar geleden cocaïne bij [verdachte] ben gaan kopen. Ik kocht
ongeveer voor 10 euro per week aan cocaïne bij hem. Ik ben daar een paar maanden geleden mee gestopt. U laat mij een foto zien van [verdachte] . Ik herken de [getuige 3] op de foto voor 100% als [verdachte] .
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige [naam 21] van 12 april 2019, (opgenomen op pagina 54-55 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019198311 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik bel dan naar [verdachte] zodat hij cocaïne voor [naam 22] kan komen brengen. Dit heb ik twee keer gedaan. Ik heb gezien dat [verdachte] de cocaïne verkocht aan [naam 22] .
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige [naam 23] van 1 mei 2019, (opgenomen op pagina 62-67 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019198311 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
O: Je bent hier als getuige opgeroepen omdat je eerder hebt verklaard wel eens drugs
gekocht te hebben van [verdachte] , wat kun je over hem verklaren?
A: Vorig jaar toen ik veel met [naam 24] om ging kwam hij daar op een gegeven moment, hij kwam zich daar introduceren als de nieuwe dealer. Er werd toen vanuit [naam 24] zijn huis
gedeald. Ik zie hem nu nog regelmatig lopen, ook in het parkje, dan weet ik ook hoe laat het
is.
V: Wie is [naam 24] ?
A: [naam 24] , [adres 3] te Terneuzen.
V: Wanneer kwam [verdachte] zich daar introduceren?
A: Dat was in de zomer, dat was, dat moet in juni-juli 2018 geweest zijn ongeveer.
[verdachte] is bij mijn weten [verdachte] , de zoon van [naam 9] , hij heeft in
Middelburg gewoond.
V: Wat bood [verdachte] zoal te koop aan?
A: Heroïne, cocaïne, soms wiet, XTC, hij kon aan alles komen zei hij.
V: Wat bedoel je met bruin?
A: Heroïne.
A: Ik heb er wit, bruin en zelfs eens wiet gekocht.
V: Wanneer was de eerste keer dat je bij [verdachte] kocht?
A: Dat moet ergens in juli-augustus vorig jaar zijn geweest.
V: Hoe vaak heb je gekocht bij [verdachte] ?
A: Bijna elke dag toentertijd, en kocht ik niet dan mocht ik wel poffen.
V: Hoe lang heb je gekocht bij [verdachte] ?
A: Vanaf dat hij daar kwam in juli tot eind september zo goed als dagelijks.
V: Als ik het goed begrijp heb je in ieder geval in de periode van juli tot eind september 2018 zowel heroïne als cocaïne en af en toe wat wiet gekocht bij [verdachte] , klopt dat?
A: Ja dat klopt.
V: Hoe lang is [verdachte] volgens jou al actief aan het dealen?
A: Sowieso al dik een jaar.
V: En nu, is hij nog actief?
A: Ja. Dat heb ik maandag gezien. Twee weken terug kwam hij bij [naam 16] naar buiten, pas weer bij [naam 24] , nee hoor dat is geen eenmalig dealtje.
V: Wie kopen er nog meer bij [verdachte] ?
A: [naam 17] , [naam 16] , [naam 24] , [naam 25] , [naam 26] , [naam 22] , [naam 27] en [naam 28] , [naam 29] , [naam 18] eigenlijk alle
gebruikers uit de binnenstad. Dit zijn in ieder geval de namen die ik zeker weet. Ik weet dat omdat ze op die poflijst stonden die hij toen per ongeluk door stuurde of omdat ik het zelf met eigen ogen heb gezien.
- het schriftelijk stuk, inhoudende een mutatierapport van 5 juni 2019, (opgenomen als bijlage 3 op pagina 18-19 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019246069, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Datum melding: 3-6-2019
Criminaliteitsklasse: harddrugs
Melding: Drugshandel in Terneuzen in een woonhuis aan [adres 2] wordt
harddrugs verhandeld door de bewoner. Zowel via de achter- als voorzijde van de
woning is het een komen en gaan van gebruikers, onder wie veel afkomstig uit België.
Op genoemd adres woont een man met negroïde uiterlijk, die gebruik maakt van de
diensten van meerdere drugsrunners. Deze runners, twee blanke mannen van ca 22 jaar
oud, maken onder meer gebruik van een grijze Ford met kenteken [kenteken] om
buitenlandse bestuurders naar genoemd adres te begeleiden.
De kentekenhouder van de grijze Ford Fiësta met kenteken [kenteken] [naam 30] is een blanke
man van 20 en [verdachte] is een blanke man van 21. Ze zijn samen gezien in de
[adres 2] te Terneuzen en beiden hebben een relatie met drugs, wat overeenkomt
met het opgegeven signalement van de drugsrunners in de melding. De [adres 2] te
Terneuzen is bekend m.b.t. dealen drugs.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 2 januari 2019, (opgenomen als bijlage 7 op pagina 26-27 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019246069, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Op dinsdag 16 juli 2019, was ik verbalisant [verbalisant 3] , in uniform gekleed, op de
[adres 2] te Terneuzen. Het is mij ambtshalve bekend dat er door de bewoners van deze woning veel drugsoverlast veroorzaakt wordt. Vervolgens zag ik eerst betrokkene [naam 18] , daarna [naam 31] , vervolgens kwam ook [verdachte] naar buiten en als laatste zag ik [naam 30] in de woning staan. Alle genoemde personen zijn drugsgerelateerd.
- het ambtsedig proces-verbaal van doorzoeking van 11 april 2019, (opgenomen op pagina 32-34 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019198311 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Hierop ben ik met collega [verbalisant 4] naar de ophoudkamer van [verdachte] gegaan en heb hem medegedeeld dat ik nogmaals zijn onderbroek wilde onderzoeken. Ik zag dat er een gat zat aan de binnenkant van de voorzijde van de onderbroek. Ik voelde onder het gat en voelde hier bolletjes zitten. Ik vroeg aan [verdachte] wat voor bolletjes dat waren. Ik hoorde [verdachte] verklaren dat ik dat wel wist. Ik zag dat [verdachte] 4 witte bolletjes uit het gat in zijn onderbroek pakte. Omdat ik het vermoeden had dat dit niet alles was, heb ik [verdachte] zijn onderbroek uit laten doen. Toen deze uit was en ik deze onderzocht zag ik dat er nog drie witte bolletjes in zijn onderbroek zaten. Ik hoorde [verdachte] verklaren dat dit cocaïne betrof.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor verdachte van 11 april 2019, (opgenomen op pagina 97-100 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019198311 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
V: Bij je insluiting bleek je ook drugs bij je te hebben. Wat had je bij je?
A: Cocaïne.
V: Hoe was de cocaïne verpakt?
A: In plastic bolletjes.
V: Hoeveel had je bij je?
A: Negen bolletjes. Net gekocht.
- het ambtsedig proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 12 april 2019, (opgenomen op pagina 40-41 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019198311 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Op vrijdag 12 april 2019 ontving ik een kleine hoeveelheid qua kleur en
samenstelling op cocaïne gelijkende stof: 7 bolletjes met cocaïne, in totaal 1,5 gram netto.
Bij een door mij gehouden MMC kleur-reactietest bleek dat deze stof, voorzien van de NFI-code 222461, positief reageerde op de aanwezigheid van: cocaïne.
- het ambtsedig proces-verbaal van doorzoeking van 11 april 2019, (opgenomen op pagina 23-24 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019198311 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Op donderdag 11 april 2019 omstreeks 15.50 uur betraden wij de woning
[adres 1] te Terneuzen. Tijdens de doorzoeking werden er in de keuken van de woning van verdachte 3 (drie) zogenaamde bolletjes wit aangetroffen, vermoedelijk cocaïne bevattend.
- het ambtsedig proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 12 april 2019, (opgenomen op pagina 35-36 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019198311 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Op vrijdag 12 april 2019 ontving ik een kleine hoeveelheid qua kleur en
samenstelling op cocaïne gelijkende stof: 3 stuks, wit, 0,6 gram netto.
Bij een door mij gehouden MMC kleur-reactietest bleek dat deze stof, voorzien van de NFI-code 222461, positief reageerde op de aanwezigheid van: cocaïne.
- het ambtsedig proces-verbaal aangifte van L.P.A. Datthijn namens [naam 1] van 23 april 2019, (opgenomen op pagina 3-5 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019147637 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Op 22 april 2019 omstreeks 16.15 uur was ik bij [bedrijf 3] te Terneuzen om een ijsje te halen.
Omstreeks 17.40 uur zaten ik en de rest van mijn vrienden op de zitblokken naast het schoolgebouw. De broer van [naam 33] , [verdachte] , kwam om de hoek gelopen uit de richting van het Oranjekwartier. Ik zag dat [verdachte] boos was. Ik hoorde dat hij naar ons riep dat wij allemaal op de grond moesten gaan zitten. Ik was toen heel bang. Dit omdat hij zo dichtbij mij kwam. Ik zag dat hij ongeveer een meter van mij af stond. Hij zei tegen mij dat als wij nog iets gemeens zouden doen tegen zijn broertje hij onze tanden uit onze bek zou slaan. Ik hoorde dat hij zei: ‘Ik durf een meisje van twaalf ook wel te slaan’ en dat als wij onze ouders hierover zouden vertellen dat hij dan onze ouders in de fik zou zetten. Hij deed dit terwijl hij met een sigaret naar ons wees. Ik zag dat hij dicht in de buurt kwam van [naam 2] . Ik hoorde dat hij tegen haar zei: ‘Ik weet waar jij en je ouders wonen’ en hij noemde toen het adres op. Dat adres klopte ook. Ik hoorde dat hij zei: ‘Als jullie bewegen, lachen of weggaan dan kan ik jullie hier ook ter plekke neersteken.’ Ik was toen erg bang. Ook omdat hij wist waar [naam 2] woonde.
- het ambtsedig proces-verbaal aangifte van [naam 2] van 24 april 2019, (opgenomen op pagina 6-8 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019147637 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
We zaten met z’n allen op het schoolplein en de broer van [naam 33] stond naast onze groep. De broer zei tegen ons: ‘Als jullie nog 1 keer iets tegen mijn broertje zouden zeggen of doen, dan steek ik jullie allemaal neer.’ Hij zou dan ook onze tanden uit onze bek slaan. En ‘Als jullie dit tegen jullie ouders zeggen, dan steek ik jullie ouders in de fik.’ Ik voelde mij echt bang, ik voelde mij bedreigd omdat ik door hem mishandeld zou worden als ik iets zou doen en als ik het zou vertellen aan mijn ouders, ging hij mijn ouders wat aan doen. Hij keek vervolgens iedereen aan en riep tegen mij dat hij mij kende en dat ik in de [straat] woonde. Hierdoor voelde ik mij nog meer bedreigd omdat hij weet in welke buurt ik woon.
Toen hij weer bij onze groep stond zei hij tegen [naam 3] : ‘Denk je niet dat ik 12 jarige kinderen kan neer klappen!’
- het ambtsedig proces-verbaal aangifte van [naam 4] van 17 mei 2019, (opgenomen op pagina 9-10 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019147637 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Wij moesten daar allemaal gaan zitten anders zou hij ons gaan slaan. De jongen zei vervolgens tegen ons dat wij niks tegen zijn broertje mochten doen, anders zou hij onze tanden uit onze mond slaan. Ik hoorde vervolgens de jongen zeggen dat hij onze ouders in de fik zou steken. De jongen kwam vervolgens teruggelopen naar [naam 3] en zei: ‘Omdat je nog geen 12 ben, betekent niet dat ik je niet mag slaan’. Ik was wel bang dat hij ons zou slaan.
- het ambtsedig proces-verbaal aangifte van [naam 2] van 29 mei 2019, (opgenomen op pagina 12-14 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019147637 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik wens aangifte te doen van bedreiging. Ik was bang dat deze man zijn bedreigingen daadwerkelijk ten uitvoer zou brengen. Die man kwam naar ons toegelopen en riep ‘Zitten, zitten’ en toen we allemaal daar zaten, toen zei hij ‘Als jullie nog een keer iets bij mijn broertje doen, dan sla ik al jullie tanden uit jullie bek’. Verder riep hij nog dat hij onze ouders in de fik zou steken. Ik was bang dat deze man ons in elkaar zou slaan. Ik was bang dat als ik niet zou gaan zitten hij mij iets aan zou doen. Ik was op dat moment heel bang. Ik was bang dat hij ons zou slaan. Dit kwam omdat hij heel dreigend over kwam.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige [naam 34] van 26 mei 2019, (opgenomen op pagina 15-17 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019147637 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Toen zei hij: ‘Ik ga jullie ouders in de fik steken’. Hij zei ook: ‘Ik ga jullie slaan als jullie niet luisteren.’ Ik voelde angst toen hij dit zei. Ik was ook heel erg geschrokken. Ik geloof wel dat hij ons zou slaan als wij niet zouden luisteren.
- het ambtsedig proces-verbaal aangifte van [verbalisant 1] van 19 mei 2019, (opgenomen op pagina 4-7 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019116498 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
In de nachtdienst van zaterdag 18 mei 2019 op zondag 19 mei 2019 was ik samen met mijn collega [verbalisant 2] belast met noodhulp in de gemeente Terneuzen. Wij kwamen omstreeks 02.50 uur ter plaatse op de Nieuwstraat in Terneuzen. Tijdens de korte rit naar het politiebureau hoorde ik de verdachte onder andere roepen: ‘Kankerflikkers’, ‘hoeren’, ‘Ik steek jullie huizen in de fik’. Ik vroeg de verdachte naar zijn naam. Hij vertelde mij te zijn: [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1997. Tijdens de rit van Terneuzen naar Middelburg heeft de verdachte ons voortdurend beledigd en bedreigd. Ik heb hem in ieder geval de volgende dingen horen roepen: ‘Ik steek jullie huizen in de fik’, ‘Als ik jullie nog een keer tegen kom dan sla ik jullie total loss’, ‘Als jij met je zwarte haar straks de deur opendoet, schop ik je helemaal de tyfus’ (dit was duidelijk tegen mijn collega gericht), ‘Ik gooi een handgranaat door jullie brievenbus’, ‘Ik sla je helemaal kapot’, ‘Ik maak je kapot zwarte, ja en jou ook’. Ik was ervan overtuigd dat hij, zodra we de handboeien zouden afdoen, fysiek zeer agressief zou worden in onze richting. Ik voelde mij door het vorenstaande bedreigd door datgene de verdachte tegen mij zei. Dit werd nog eens versterkt door de agressieve manier waarop de verdachte zijn bedreigingen riep, zijn fysieke houding hierbij en de persoonlijke aspecten over mij in zijn bedreigingen. De bedreiging over het in de fik steken van mijn woning en de bedreiging over de handgranaat in de brievenbus zijn ook nog eens bedreigend richting mijn gezinsleden.
- het ambtsedig proces-verbaal aangifte van [verbalisant 2] van 20 mei 2019, (opgenomen op pagina 8-11 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019116498 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik zag dat collega [verbalisant 5] wees naar een man, die later bleek te zijn: [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats] . Ik hoorde hem vervolgens zeggen: ‘Neem mij mee dan kankerhoeren’. Ik voelde mij door deze uitspraak in mijn goede eer en naam aangetast, vooral omdat omstanders dit konden horen. Tijdens het vervoer bleef [verdachte] erg recalcitrant en schold hij ons meerdere keren uit voor kankerflikkers. Ik zag dat [verdachte] mij strak aankeek en hoorde hem zeggen: ‘Ik steek jouw huis in de fik!’. Ik zag dat [verdachte] vervolgens collega [verbalisant 1] aankeek en hoorde hem zeggen: ‘En jouw huis steek ik ook in de fik!’ [verdachte] bleef de gehele rit beledigingen en bedreigingen naar ons uiten. Ik heb tijdens het vervoer zijn exacte woorden genoteerd en zal deze hieronder beschrijven:
ik zag via de extra binnenspiegel die in ons dienstvoertuig zat dat [verdachte] mij strak aankeek terwijl ik hoorde dat hij onderstaande uitspraken deed. Exacte woorden van [verdachte] tijdens het vervoer: ‘Ik steek jouw huis in de fik’, ‘Als ik jou nog een keer tegen kom, sla ik jou total loss’, ‘Ik sla je kanker kapot’, ‘Kankerflikker’, ‘Als jij deze deur open doet schop ik je helemaal de tyfus in’, ‘Ik maak jullie allemaal dood’, ‘Ik ga een handgranaat door jouw brievenbus gooien’. Ik zag via de binnenspiegel en voelde dat [verdachte] hard achter mij met zijn voet tegen de tussenwand trapte en hoorde hem tegelijkertijd zeggen: ‘Ik maak je dood.
Ik schop jou dood vieze kanker zwart haar, ik maak jou kapot.’ Ik zag dat [verdachte] met zijn handen, die geboeid op zijn rug zaten, op de zitting van de bank leunde en dat hij zijn rechter voet richting de schuifdeur van de bus uit stak en dat hij trappende bewegingen maakte in de richting van de deur. Ik zag dat hij, terwijl hij dit deed, mij strak met een boze blik aan keek en ik hoorde [verdachte] roepen: ‘Ik trap je dood’. Ik had hierdoor echt het idee dat [verdachte] mij wilde schoppen zodra wij hem uit de bus zouden halen. Omdat ik de bedreigingen van [verdachte] zodanig ernstig vond en omdat ik er van overtuigd was dat [verdachte] mij aan zou vallen als wij zijn handboeien af zouden doen, heb ik tegen mijn collega gezegd dat ik dit niet wilde doen. Ik weet nog precies wat [verdachte] allemaal tegen mij heeft gezegd, omdat ik tijdens het vervoer en direct na de beledigingen en bedreigingen door [verdachte] op het politiebureau in Terneuzen, zijn exacte woorden heb genoteerd. Ik voelde mij bedreigd door de uitspraken en door het gedrag van [verdachte] . Ik had het idee dat hij zijn bedreigingen echt zou uitvoeren zodra hij hier de kans voor kreeg. Ik voelde mij vooral door [verdachte] bedreigd omdat hij het heel erg persoonlijk maakte. Hij bedreigde meerdere collega's maar richtte zijn bedreigingen vooral op mij. Ik voel mij ook bedreigd omdat ik niet weet wat [verdachte] zal doen als ik hem ooit tegen zal komen, zowel tijdens mijn werkzaamheden als in privétijd.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor verdachte van 19 mei 2019, (opgenomen op pagina 23-28 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2000-2019116498 Z, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, basisteam Zeeuws-Vlaanderen), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik zal wel gezegd hebben dat ik ze zou tikken of zo. Ja, ik denk dat ik dan al verschillende keren heb groepen dat ze teringlijers zijn of zo. Het kan zijn dat ik iets van teringlijers heb gezegd. Waarschijnlijk heb ik de hele Dikke van Dale erbij gehaald.
V: De politieagenten verklaren dat jij ‘Neem mij dan mee kankerhoeren’ naar ze riep.
A: Ja, dat geloof ik wel.
Ik heb bijna alles gezegd.
V: Maar de gehele strekking, het zijn allemaal bedreigingen?
A: Ja, dat kan ik wel gezegd hebben ja.
- het ambtsedig proces-verbaal aangifte van [naam 6] van 20 februari 2020, (opgenomen op pagina 39-51 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2600-2020001499, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
I wanted to buy IPad Pro 12.9 inch from the seller on Marktplaats. The seller's name was [naam 10] . So, we agreed the price - 650 Euro and that he can ship it to me. He sent me tikkie request for paying 650 EURO. I payed it. Destination IBAN is [rekeningnummer 4] .
He also gave me his personal data:
[naam 10] ,
[adres 4] ,
Waterlandkerkje.
Since he've got the money he doesn't come back to me with any information. Next day I also got email from Marktplaats that his account was deleted cause he is suspected to be fraud.
Heeft de verkoper iets geleverd (ook al was dit niet wat u had verwacht)? Nee.
Heeft u de verkoper betaald voor het product? Ja, 650 euro via tikkie.
Hoe is de verkoper volgens u te werk gegaan om u te benadelen? I called the seller using phone number [telefoonnummer 1] , and also using WhatsApp on the same number.
We agreed that I pay the lot and he sends it to me. So he sent me tikkie request for 650 EURO and I payed it. Then the seller disappeared.
Datum betaling: 04-01-2020
Tijd betaling: 22:19
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 6 maart 2020, (opgenomen op pagina 133-134 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2600-2020001499, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Uit onderzoek is gebleken dat het IBAN nummer [rekeningnummer 1] op naam staat van [naam 11] . De [bank] heeft het rekeningoverzicht verstrekt in de periode van
1 januari 2020 00:00 uur en 14 januari 2020 23:59 uur. Daarop is te zien dat er op
4 januari 2020 om 22:19 uur een bedrag van 650 euro door middel van een tikkie is overgemaakt op deze rekening vanaf [naam 6] IBAN nummer [rekeningnummer 2] .
Ook is te zien dat er op 4 januari 2020 om 22:42 uur een bedrag van 640 euro wordt gepind bij een automaat van de [bank] op de [adres 5] te Middelburg.
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 10 februari 2020, (opgenomen op pagina 142-150 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2600-2020001499, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Naar aanleiding van de vordering van beelden van de bewakingscamera van de [bank] aan de [adres 5] te Middelburg heb ik deze op 10 februari 2019 ontvangen en bekeken.
Ik zag dat er op 4 januari 2020 om 22:41:51 uur twee personen aan komen lopen die rechtstreeks naar de pinautomaat lopen. Aan de hand van eerdere door mij geziene filmbeelden uit onderzoek Pyroxeniet en een verhoor in dat onderzoek herkende ik twee hieronder te noemen [naam 7] en [naam 8] .
Ik zag dat zij om 22:42:09 uur bij de pinautomaat stonden en dat de vrouw een beweging met haar rechterhand naar de automaat maakte, kennelijk om een pas erin te stoppen.
Ik zag vervolgens dat zij handelingen op de automaat verrichtte en dat de donkere man er pal naast bleef staan en meekeek wat ze deed.
Ik zag dat de donkergekleurde man om 22:42:39 uur zijn rechterhand naar de pinautomaat bewoog en daar kennelijk bankbiljetten uitpakte. Hij hield deze vervolgens bij zich in zijn hand waarna hij omdraaide en samen met de vrouw wegliep.
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 28 januari 2020, (opgenomen op pagina 112-116 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2600-2020001499, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Op de mobiele telefoon van [naam 7] werden een aantal schermafbeeldingen aangetroffen:
- een schermafbeelding waarop te zien was dat er op 4 januari 2020 door middel van een tikkie een bedrag van 650 euro werd bijgeschreven op de bankrekening op naam van [naam 11] Hein met rekeningnummer: [rekeningnummer 3] .
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 28 januari 2020, (opgenomen op pagina 96-103 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2600-2020001499, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Op 2 januari 2020 om 14.29 uur via Whatsapp een uitgebreid gesprek met [verdachte] die vraagt wat haar banknummer is.
Op 3 januari 2020 om 14:51 uur zegt [naam 7] tegen [verdachte] dat ze een bonker heeft die samen met haar eraf wil pinnen. Ze heeft alles van hem gekregen en vertrouwt er wel op.
Om 17:52 uur zegt [naam 7] “hun zegge dat ze met [bank] vis hebben.” En vraagt aan [verdachte] of hij die pas al heeft van die knakker.
[naam 7] zegt dat hij die gegevens door moet sturen.
[verdachte] zegt “Dan in die inta inloggen van die vis, en dan op die pas zetten waarop gebonkt moet worden. En dat visse doe je met zo tikkie paneel’’
[naam 7] : Tangcode enzo
[verdachte] : moet je ook paraat hebben he. Moet je elyk race nr die bonker
[naam 7] : Dus let [naam 11] in contact blijven.
[verdachte] : Das niet nodig want die limit is al 10k. Hun moeten niks op die inta doen, alleen iban hebben ze nodig.
[verdachte] : In die app verander je limiet maar dat heb ik [naam 11] al laten doen.
18:08 zegt [verdachte] : Ik ga zo sture, kan die foto niet sture dus kga ff snel die pas pakke, hij is bij [naam 35] ze osso.
18:13 stuurt [verdachte] een screenshot van communicatie met “ [naam 11] ” die bij petje zit. [verdachte] gaat daar naar toe.
[naam 7] vraagt of hij dingen gaat regelen voordat ze zelf die pas gaat ophalen met [naam 12] . En hij moet snel de inlogcodes van die [naam 11] sturen.
Om 18:35 uur stuurt [verdachte] :
[naam 7] zegt dat hij [naam 11] moet appen dat als hij tang code krijgt dat hij die via sms naar hem moet sturen. En hij naar haar.
Als hij maar zorgt dat hij er voor 11 met die pas is, dan is ze blij.
Om 19:05 uur stuurt [verdachte] : [code]
Om 19:07 uur stuurt [naam 7] : 4TrWmdyu en om 18:08 uur: [code]
Vervolgens kan [naam 7] het handschrift van die [naam 11] niet lezen en moet [verdachte] het nog een keer vragen. Vervolgens stuurt hij een screenshot met [rekeningnummer 3] (12-2024) en [code] .
Om 19:12 een ingesproken bericht: “Hey wacht met die geld sture man, want hij zegt nu kent kome nu, snapje en dus niet dat die money daar is en die [naam 11] gaat pinnen, roken en feestvieren.”
20:00 uur [naam 7] wil weer de codes weten en een foto van de pas maar zonder mannenvingers want die man denkt dat zij die pas heeft.
[naam 7] vraagt nogmaals of de letters groot of klein moeten want ze kan nog maar 1 keer inloggen.
20:20 Na veel heen en weer over de codes krijgt [naam 7] de code [code] toegestuurd. Dit blijkt niet te kloppen om in te kunnen loggen.
Dan wordt de code [code] gestuurd door [verdachte] . Het lukt weer niet en [verdachte] stuurt [code]
Om 20:40 uur vraagt [naam 7] wat de naam van die [naam 11] is.
[verdachte] [naam 11]
[naam 7] zat er in maar drukte op activeren. Moet nu weer code invoeren.
Om 21:56 uur stuurt [naam 7] bericht: 5 min datn is [naam 12] er
Om 22:15 uur stuurt [verdachte] een afbeelding van de bankpas van [naam 11] .
4 januari 2020
Vervolgens is het eerste: bericht om 10:51 uur: [naam 12] gaat die ding brenge ja. Hij is onderweg en pincode staat op papiertje in die ding.
[verdachte] : Het is sneller gefixt dan zijn shit. Nou ja maak allemaal niet uit ga maar bewege. Want denhaag is nie ver met trein 1 uurtje. Stap op Holland Spoor uit want dan hoefje niet over te stappen op centraal.
13:36 stuurt [verdachte] een reisschema NS van Middelburg naar Hollans spoor vertrek 13:59- aankomst
16:01
[verdachte] zegt dat ze geen gekke dingen moet doen. Niet de halve dag met die gast rondhangen ofzo en opletten dat ie nie wegrent.
22:35 [naam 7] : wat is de goede code? Van die pas. Hij heeft verkeerde gegeven [naam 11] .
22:40 [verdachte] : [code]
[naam 7] vraagt of hij het zeker weet want het is de laatste keer. [verdachte] stuurt screenshot door van bericht van [naam 11] met code [code]
22:41 Anders kan ik nie meer pinnen zegma
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 17 februari 2020, (opgenomen op pagina 89-95 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2600-2020001499, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik, verbalisant, opende de applicatie WhatsApp op de mobiele telefoon van [naam 7] . Ik zag in het profiel van WhatsApp dat de gebruikersnaam " [naam 7] " betrof en dat het mobiele telefoonnummer: [telefoonnummer 2] was. Ik opende het chatgesprek met [verdachte] , welke was voorzien van het mobiele telefoonnummer: [telefoonnummer 3] . Dit betreft een chatgesprek dat begint op donderdag 2 januari om 14:16 uur en eindigt op zondag 5 januari 20:23 uur.
Op vrijdag 3 januari 2020 om 15:12 uur wordt het chatgesprek letterlijk weergegeven:
15:12 [verdachte] : nie vandaag dan maar morgen tog ?
15:13 [verdachte] : dan zeg k die ander af
15:13 [verdachte] : dan lijke we eerst jou mannetje
15:13 [verdachte] : em die andere fiks k wel andere vr
15:13 [naam 7] : Hoezo heb je überhapt wel al iets geregeld
15:13 [verdachte] : ja maar we kijke jou mannetje tg
16:00 [verdachte] : checke we die gast van jou wel dan tg
16:09 [naam 7] : ** hier wordt een foto van een manspersoon gestuurd ** Zie bijlage 1.2 en 1.3
De persoon op de foto, die door [naam 7] op 16:09 uur werd verstuurd, blijkt sterke gelijkenis te hebben met;
Naam: [naam 8] ,
Voornamen: [naam 8]
Geboren op: [geboortedag] 1995 te ' [geboorteplaats]
Wonende: [adres 6]
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 27 april 2020, (opgenomen op pagina 169-170 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2600-2020001499, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Uit de ontvangen aangifte van het LMIO bleek dat de verkoper gebruik had gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] . De aangever heeft ook via de applicatie WhatsApp met de verkoper gesproken op het telefoonnummer [telefoonnummer 4] . Ik hoorde de aangever vertellen dat hij die avond 4 januari 2020, omstreeks 22:00 uur, via WhatsApp gebeld heeft met de verkoper en dat dit een man betrof. Dit telefoonnummer staat gekoppeld aan de verdachte [naam 8] . Hij heeft in de aangifte die hij op zondag 5 januari 2020 heeft gedaan, onder proces-verbaal nummer 2020004568-1, verklaart dat dit zijn telefoonnummer is. Bovenstaande maakt het aannemelijk dat de verdachte [naam 8] zich heeft voorgedaan als de verkoper van de iPad.
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2020, (opgenomen op pagina 123-131 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer PL2600-2020001499, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Naar aanleiding van de verklaringen van [naam 7] en [verdachte] en proces-verbaal ZB1R020001-36 heb ik de telefoon van [naam 7] nader bekeken. In de telefoon van [naam 7] trof ik communicatie tussen [naam 7] en [naam 12] die kennelijk gaat over het brengen van een bankpas.
Op 4 januari 2020 om 03:14 uur stuurt [naam 7] via Instagram een verzoekje naar [naam 12] met de vraag of hij morgen iets kan komen brengen.
Om 10:59 uur appt [naam 12] dat hij die pas zo krijgt en die snel komt afgeven.
[naam 12] komt het afgooien.
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 5 januari 2020, (opgenomen op pagina 172-173 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer ZB1R020001, onderzoek Pyroxeniet, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik hoorde dat [naam 8] vertelde dat hij via 'Tagged' met [naam 7] had afgesproken bij haar thuis in de [adres 7] in Middelburg. Uit het niets bonkte iemand aan de deur en kwamen er twee mannen naar binnen waarbij er (1) man een 9 millimeter pistool vast had. Vervolgens moest [naam 8] alles uittrekken, zijn jas, schoenen en zelfs zijn onderbroek. [naam 8] vertelde dat (1) persoon het vuurwapen op hem richtte. Daarbij hebben de mannen zijn telefoon, sleutels, pasjes en ongeveer 500 euro meegenomen. [naam 8] had gehoord dat de twee mannen het over Terneuzen hadden en of ze hem mee moesten nemen in de kofferbak.
- het ambtsedig proces-verbaal aangifte van [naam 8] van 5 januari 2020, (opgenomen op pagina 145-156 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer ZB1R020001, onderzoek Pyroxeniet, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik ben beroofd. Ik ben overvallen. Ik heb een vuurwapen op mijn hoofd gehad. Als je voor dat geld komt, oké. Maar laat me mijn kleding houden. Die hebben ze zelf meegenomen.
V: Je was bij iemand op bezoek. Wie was dat?
A: Bij [naam 7] in Middelburg.
Ik had mijn kleding, mijn schoenen aan en mijn muts op. Opeens werd er op de deur gebonkt. [naam 7] zei toen tegen mij dat ik in de kast moest gaan zitten. Ik ben toen de kast ingegaan. Ik zag toen door een spleetje dat [naam 7] de deur open deed. Ik zag dat er toen twee mannen wild de kamer in gerend kwamen. Ze kwamen toen naar de kast gelopen. De ene jongen deed hem open. Ondertussen richtte die andere jongen een pistool op mij. De jongen zonder pistool zei tegen mij dat ik mijn geld en mijn horloge moet geven. Ik heb het horloge gegeven en ook het geld. Seiko, kleur zilver. Een kleine 500 euro.
V: Heb je dat vervolgens afgegeven en aan wie?
A: Ja, aan die jongen zonder pistool. Hij pakte dat aan.
V: Wat deed die jongen met dat pistool ondertussen?
A: Nog steeds op mij richten. Vervolgens werd er gezegd dat ik al mijn kleding uit moest doen.
V: Wie zei dat?
A: Die jongen zonder pistool. Ik heb gewoon mijn kleding uitgedaan.
V: Waar is de kleding gebleven?
A: Die heb ik afgegeven aan die jongen zonder pistool. Die heeft dat aangepakt en later meegenomen.
V: Welke kleding had je uiteindelijk nog aan?
A: Mijn sokken en mijn onderbroek.
Ik moest toen de kamer uitlopen. Dat moest van die jongens. Die jongen met dat pistool zei dat tegen mij. Ik ben toen gaan lopen. Ik liep voorop. Die twee jongens kwamen achter mij aan. Ik ben helemaal naar de voordeur gelopen en heb deze opengedaan. Ik hoorde toen: 'lopen lopen.' Ik moest toen naar links en daarna naar rechts.
V: En dat pistool?
A: Dat was nog steeds op mij gericht. Ik hoorde toen dat die jongen met dat pistool tegen mij zei dat ik mee naar Terneuzen moest. We waren inmiddels bij een auto aangekomen.
Die jongen met dat pistool duwde mij naar achteren. Hij zei toen dat ik mijn onderbroek uit moest doen. Hierna stapten die jongens in en reden ze weg.
V: Heb je je onderbroek inderdaad uit gedaan?
A: Ja. Ik denk dat ze die hebben meegenomen. Net als alle andere kleding. De jongen zonder pistool was ongeveer 1.75 m lang, snorretje, beetje dikke snor, zwart van kleur. Zwart haar naar voren gekamd. Kort model. Volgens mij was dit een jongen uit Polen. Ik hoorde hem namelijk enkele Poolse woorden gebruiken. Hij zei volgens mij 'Kurwa'.
Ik ben geschopt.
V: Wie deed dat?
A: Die jongen met dat pistool. Hij gaf me ook een klap op mijn rug. Hij deed dat toen we al naar de auto liepen. Buiten op straat. Hij sloeg me met zijn platte hand op mijn rug en hij schopte me tegen mijn linkerbeen. Ik moest sneller doorlopen. Daarom deed hij dat. Hij zei 'Rennen. Rennen.' Toen schopte hij me en gaf me een klap.
V: Wat was voor jou het punt dat je besloot het goed af te geven?
A: Vanwege het geval dat ik onder schot werd gehouden en ik het voor mogelijk hield dat hij me wel zou neerschieten. Hij zei tegen mij dat ik met hem mee ging. Hij zei tegen mij: 'Terneuzen. In de kofferbak.'
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige [naam 8] bij de rechter-commissaris van 28 januari 2021, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik was bij mevrouw [naam 7] op 5 januari 2020 aan het chillen. Een man liep meteen naar de kast toe waar ik in zat. Hij deed de deur open en zei dat ik eruit moest komen. Ik kwam de kast uit en kreeg het pistool van de andere man op mij gericht. Ik zag dat hij nerveus was. Daarom besloot ik om mee te werken, omdat je nooit weet wat nerveuze mensen gaan doen. Hij zei “get out, get out”. Het was een Nederlands sprekende meneer en een man die in een Oostblokachtige taal sprak. Hij was degene die tegen mij zei dat ik mijn kleren moest uittrekken en al mijn geld moest afgeven. De Nederlandstalige man had het pistool bij zich.
Toen ik uit de kast gehaald werd had ik mijn kleren aan. U vraagt mij wat de Poolse meneer tegen mij zei. Hij zei met een accent in het Nederlands “geef mij je geld”. Ik weet niet meer of de Poolse meneer of de Nederlandse meneer dat zei. De Poolse meneer wees op mijn horloge en zei “afdoen”. Nu dit wordt voorgelezen denk ik dat hij zei “take of”. De Poolse meneer trok de muts van mijn hoofd en wilde dat ik mijn shirt uitdeed. Toen moest ik mijn schoenen uitdoen en uiteindelijk ook mijn broek. Ik stond in mijn onderbroek en sokken.
De Nederlandse meneer zei “meewerken, je gaat mee”. Ze schopten mij de deur uit. In de kamer is er verder geen geweld op mij toegepast. Buiten wel. Ik ging de kamer uit met de Poolse meneer. Ik ben zelf de trap afgelopen. Ik wilde richting de voordeur lopen. Toen kwam de Nederlandse man eraan en hij pakte mij bij mijn nek. Hij gaf me een trap tegen mijn rug en een klap tegen mijn nek. Hij zei “lopen”. Hij zei “je gaat de kofferbak in, je gaat mee naar Terneuzen”. Ik liep voor hem uit. Hij zei “links, rechts”. De Poolse meneer kwam er toen ook weer bij. De Nederlandse man gaf mij een duw en zei dat ik mijn onderbroek uit moest trekken. Ik heb mijn onderbroek uitgetrokken en toen zijn ze met zijn drieën in die auto weggereden, terwijl ze al mijn spullen hadden meegenomen. Ik stond toen naakt op straat. U vraagt mij of ik weg had kunnen lopen. Nee, want hij had me ingehaald in een tijdsbestek van misschien 20 seconden. De Nederlandse meneer zei tegen mij dat ik mee moest gaan naar Terneuzen. U vraagt mij of de Poolse meneer mij heeft geslagen. Nee, ik weet dat de Nederlandste jongen mij heeft geslagen. De Nederlandse meneer zei dat ze zouden schieten als ik niet mee zou werken. U vraagt mij of de Poolse meneer voortdurend Nederlands met mij sprak. Nee, hij heeft meer kreten geuit met een accent en ik hoorde ook Poolse woorden, zoals kurva. Hij sprak in ieder geval niet in hele Nederlandse zinnen. Nu dit wordt voorgelezen denk ik dat hij telkens Engels sprak. U vraagt mij of ik ze weg zag rijden met mijn spullen of dat ik dat alleen denk. Ik zag dat. De Poolse meneer had mijn spullen in zijn handen en die Nederlandse jongen was nog met mij bezig om mijn onderbroek uit te doen.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] van 13 januari 2020, (opgenomen op pagina 108-116 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer ZB1R020001, onderzoek Pyroxeniet, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
[verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte) liep eigenlijk gelijk naar de kast. Toen zag [verdachte] , [naam 8] (de rechtbank begrijpt: aangever) in de kast zitten. Ik zag toen dat [verdachte] een pistool vast had. [naam 36] (de rechtbank begrijpt: de medeverdachte) zei ondertussen tegen [naam 8] dat hij zijn geld af moest geven. [naam 36] bleef tegen [naam 8] roepen in het Engels 'Give me your jacket, give me your money'. [naam 36] kleedde [naam 8] op die manier uit, hij heeft zijn jas en zijn shirt aan [naam 36] gegeven. [naam 8] gaf ook zijn geld af. Ondertussen was [verdachte] met het pistool in zijn hand aan het richten op [naam 8] . [naam 36] was degene die tegen [naam 8] zei dat hij alles moest uittrekken. [naam 8] heeft ook zijn broek en schoenen uitgetrokken en aan [naam 36] gegeven. Toen hij in zijn onderbroek stond zei [verdachte] tegen [naam 8] dat hij moest lopen. [naam 8] liep op dat moment bij [naam 36] . [naam 36] had de kleding van [naam 8] op dat moment vast. [verdachte] heeft het pistool weggestopt achter in zijn broeksband.
O: Verbalisant toont afbeelding 1.
V: Wie is de persoon op deze foto?
A: [verdachte] .
O: Verbalisant toont afbeelding 2.
V: Wie is de persoon op deze foto?
A: Dat is [naam 36] . Hij heet [naam 36] .
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige [naam 7] bij de rechter-commissaris van 28 januari 2021, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
U vraagt mij wat de heer [naam 36] precies heeft uitgespookt die avond. Hij heeft meneer [naam 8] lopen uitkleden. Ze hebben meneer [naam 8] mee naar buiten genomen. Ik weet wel dat [naam 36] heeft gevraagd aan [naam 8] om zijn kleren uit te trekken. Dat vroeg hij in het Engels. Op dat moment heeft meneer [naam 8] zich pas uitgekleed. Dat weet ik 100% zeker. [verdachte] had een vuurwapen bij zich. Hij dreigde naar [naam 8] . Hij was gelijk naar de kast toegelopen en trok zijn pistool. Meneer [naam 36] zei dat we geld moesten geven en spullen. Meneer [naam 8] moest met hun meegaan. [naam 36] en [naam 8] zijn toen naar buiten gevlucht. U vraagt mij of het de waarheid is dat meneer [naam 8] zich moest uitkleden. Dat is de waarheid. Het is ook de waarheid dat er een vuurwapen was.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 12] van 13 januari 2020, (opgenomen op pagina 137-141 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer ZB1R020001, onderzoek Pyroxeniet, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik stond in de auto te wachten en zag [verdachte] aan komen met die man in boxershort. Ik had mijn raam open staan en hoorde [verdachte] roepen: "Hij gaat mee, deze klootzak". Ik heb toen gezegd: "Deze man gaat niet mee, jij gaat mee". Ik zag dat die man in boxershort tussen [verdachte] en [naam 36] in liep. Ik zag dat [verdachte] hem vooruit duwde en vlak bij de auto gaf hij hem zo'n duw dat die man op de grond viel. Direct daarop stapte [verdachte] voor in de auto en die Poolse jongen achterin. Vervolgens ben ik weggereden.
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 16 januari 2020, (opgenomen op pagina 158-160 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer ZB1R020001, onderzoek Pyroxeniet, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Op woensdag 15 januari 2020 had ik telefonisch contact met aangever. Op mijn verzoek bekeek hij, door mij, aan hem toegezonden screenshots van camerabeelden. Dit betroffen camerabeelden van het trappenhuis aan de [adres 7] te Middelburg, waarop dat moment de overval op voornoemde aangever plaatsvond. Op de beelden is te zien dat 1 van de daders met een jas de trap afloopt. Aangever [naam 8] herkende de jas welke 1 van de daders bij zich had als de zijne. Hij herkende de jas onder meer aan het reflecterende logo op de jas.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] van 5 januari 2020, (opgenomen op pagina 163-165 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer ZB1R020001, onderzoek Pyroxeniet, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik zag toen dat er een man, alleen gekleed in een boxer, de kamer uit kwam, gevolgd door twee mannen. Een van de twee mannen was het vriendje van [naam 7] . Het slachtoffer is door hen naar buiten begeleid. Aan het einde van de hal kreeg hij nog een duw.
V: Heeft het slachtoffer nog wat gezegd?
A: Hij zei iets van dat hij bedreigd was.
Toen ik op de gang boven stond hoorde ik in die kamer van [naam 7] een man nog iets roepen over schieten.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] van 7 januari 2020, (opgenomen op pagina 166-167 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer ZB1R020001, onderzoek Pyroxeniet, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik wilde toevoegen dat ik een vuurwapen heb gezien bij één van de verdachten. Ik heb iets in zijn handen gezien wat leek op een vuurwapen. Het was een pistool, geen revolver en het was zwart van kleur. Toen ik dichterbij kwam hoorde ik dat er dreigende woorden tegen de bijna naakte man werden gezegd. Ik hoorde ook dat ze tegen die man zeiden dat hij zijn onderbroek uit moest trekken. Toen ik dus weer terug was gereden, toen zag ik het wapen. Die man die Nederlands sprak, had het wapen in zijn hand.
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 6] van 6 januari 2020, (opgenomen op pagina 168-197 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer ZB1R020001, onderzoek Pyroxeniet, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
[verdachte] vertelde ons dat hij naar [naam 7] was geweest en dat toen hij daar binnen was een man uit de kast bij [naam 7] kwam. Hij vertelde dat hij die man naar buiten heeft gewerkt maar eerst zijn kleren uit had laten doen. Hij vertelde dat hij die man dus in zijn nakie naar buiten heeft gewerkt. Hij vertelde ook nog dat hij de kleren van die man ergens in een afvalbak had gegooid in Middelburg.
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 5 januari 2020, (opgenomen op pagina 178-180 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer ZB1R020001, onderzoek Pyroxeniet, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Op de trap naar de 1e verdieping troffen wij halverwege een zilverkleurig polshorloge aan.
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 7 januari 2020, (opgenomen op pagina 198-214 van het proces-verbaal geregistreerd onder proces-verbaalnummer ZB1R020001, onderzoek Pyroxeniet, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Zeeland), opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende:
Ik zag dat op ‘18.11.52’, twee mannen de trap op kwamen lopen, zie afbeelding 4 en 5. Deze twee mannen werden later herkend als [verdachte] en [naam 36] . Ik zag dat beiden in de richting van de kamer van [naam 7] liepen, op ‘18.11.55’ en daarmee uit beeld verdwenen. Ik zag dat beiden mannen na ongeveer 2 minuten, op ‘18.13.58’ terug kwamen lopen, zie afbeelding 6. Ik hoorde op de achtergrond geschreeuw van een mannenstem en een vrouwenstem. Ik hoorde: "niet naar mij wijzen, geef' of woorden van gelijke strekking. Ik zag dat er op '18.27.44' vanuit de richting van de kamer van [naam 7] , een man aan kwam lopen, slechts gekleed in een boxershort, zie afbeelding 11. Later bleek dit te gaan om aangever en benadeelde [naam 8] . Kort daarvoor hoorde ik een mannenstem roepen: "nu lopen, opschieten, lopen nu". Ik zag dat [naam 8] gevolgd werd door [naam 36] . Ik zag dat [naam 36] een donkerkleurige jas over zijn rechterarm had hangen, zie afbeelding 12. Op de manier waarop [naam 36] achter [naam 8] aan liep en waarop [naam 36] tegen [naam 8] sprak, kreeg ik het idee dat [naam 8] gedwongen werd de trap af te gaan naar beneden, zie afbeelding 13 en 14. Ik hoorde dat [naam 36] op een dwingende toon in het Engels riep: "fack of, fack of now, now now, go downstairs, kurwa crazy, fack of down (niet te verstaan) mijn vriend, do down!” Ik zag dat [naam 8] alleen de trap af liep. Ik zag dat [naam 8] op '18.28.08' beneden in de hal op de camerabeelden zichtbaar was, zie afbeelding 17. Ik zag dat onderwijl op '18.28.16' [verdachte] en [naam 36] op de overloop richting de trap kwamen lopen. Ik zag dat [naam 36] nog steeds een donkerkleurige jas over zijn rechterarm had hangen, zie afbeelding 18. Ik zag dat [naam 36] een klein wit voorwerp liet vallen en ik zag dat [verdachte] dit opraapte, zie afbeelding 19. Ik zag dat [naam 36] hierop ook iets van de vloer opraapte. Ik zag dat beiden, op '18.28.20', hierna de trap afliepen, zie afbeelding 20. Ik zag dat [naam 8] beneden in de hal in de richting van de voordeur van het pand liep. Ik hoorde dat [naam 8] vroeg waar de uitgang was en dat hij zei dat hij bedreigd was. Ik zag dat hij enkele seconden hierna gevolgd werd door [verdachte] en [naam 36] . Ik hoorde dat [verdachte] riep: 'lopen jij! Lopen jij! Heb je mij niet begrepen of zo? Lopen!' Ik hoorde dat een mannenstem, kennelijk van [naam 8] , 'au' riep.