ECLI:NL:RBZWB:2021:130
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring bezwaar WIA door UWV
Op 12 januari 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. I.E. Mussche, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV van 7 mei 2020, waarin haar bezwaar tegen de wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid niet-ontvankelijk werd verklaard. Eiseres voerde aan dat zij door uitzonderlijke omstandigheden, veroorzaakt door de coronamaatregelen, niet in staat was om tijdig een bezwaarschrift in te dienen. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de zaak onderzocht, waaronder de impact van de coronamaatregelen op eiseres en haar gezin.
De rechtbank concludeerde dat de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift was overschreden en dat deze overschrijding niet verschoonbaar was. Eiseres had niet voldoende aangetoond dat zij gedurende de gehele bezwaartermijn niet in staat was om een bezwaarschrift in te dienen. De rechtbank oordeelde dat het UWV het bezwaar van eiseres terecht niet-ontvankelijk had verklaard en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 12 januari 2021, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.