Op 17 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen Offshore Ruijtenberg B.V. en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg. Eiseres, Offshore Ruijtenberg B.V., heeft beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, dat op 13 december 2019 was genomen, waarin een last onder dwangsom werd opgelegd vanwege overtredingen van geluidsnormen uit de omgevingsvergunning. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet voldoende maatregelen had getroffen om verdere overtredingen te voorkomen, ondanks eerdere waarschuwingen en een opgelegde dwangsom van € 5.000 per dag voor elke nieuwe overtreding, tot een maximum van € 15.000.
Tijdens de zitting op 11 februari 2021 heeft eiseres aangevoerd dat de zienswijzetermijn te kort was en dat de onbemande geluidmetingen door de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) niet betrouwbaar waren. De rechtbank oordeelde echter dat de zienswijzetermijn voldoende was en dat de onbemande metingen, die volgens de geldende richtlijnen waren uitgevoerd, valide waren. De rechtbank concludeerde dat de overschrijdingen van de geluidsnormen aan eiseres konden worden toegerekend en dat verweerder bevoegd was om handhavend op te treden.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en veroordeelde verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.068. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op 17 maart 2021 en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.