9.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 8 jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[Naam 5]van
€ 17.885, waarvan € 385 ter zake van materiële schade en € 17.500 ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil ;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [Naam 5] € 17.885 te betalen en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 124 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[Naam 6]van
€ 18.088,47 waarvan € 588,47 ter zake van materiële schade en € 17.500 ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil ;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [Naam 6] € 18.088,47 te betalen en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 125 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[Naam 7]van
€ 6.919,92 ter zake van materiële schade en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil ;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [Naam 7] € 6.919,92 te betalen en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 19 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 69 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[Naam 8]van
€ 121,42 ter zake van materiële schade en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil ;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [Naam 8] € 121,42 te betalen en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
19 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 2 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- wijst de vorderingen van de benadeelde partijen voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sterk, voorzitter, mr. Collombon en mr. De Boer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Joosen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op
18 maart 2021.
mr. Collombon, mr. De Boer en mr. Joosen zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.