ECLI:NL:RBZWB:2021:1270
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke invordering van dwangsom wegens geluidsoverschrijding door horeca-inrichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een horeca-inrichting, vertegenwoordigd door een gemachtigde, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. De zaak betreft de invordering van een dwangsom van € 1.000,- die was verbeurd vanwege overschrijding van geluidsvoorschriften. Eiseres, de horeca-inrichting, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college om de dwangsom te innen, na een eerdere last onder dwangsom die was opgelegd wegens overtredingen van de geluidsnormen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geluidsmetingen, uitgevoerd door de Omgevingsdienst, aantonen dat de geluidsnormen op 10 juni 2018 zijn overschreden. Eiseres betwistte de juistheid van de metingen en voerde aan dat er geen rekening was gehouden met stoorgeluiden van andere inrichtingen. De rechtbank oordeelde dat het college zich op het meetverslag mocht baseren en dat de metingen correct waren uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat de dwangsom terecht was ingevorderd en verklaarde het beroep van eiseres ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van handhaving van geluidsnormen en de rol van deskundige rapportages in bestuursrechtelijke procedures.