ECLI:NL:RBZWB:2021:1161
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake bestuurlijke boete
Op 12 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De opposante had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, waarin haar bezwaar tegen het opleggen van een bestuurlijke boete niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank had eerder, op 6 november 2020, het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald.
In de verzetzaak werd uitsluitend beoordeeld of de rechtbank terecht had geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk was. De opposante voerde aan dat zij meerdere keren had aangegeven het griffierecht niet in één keer te kunnen betalen en verzocht om een betalingsregeling. De rechtbank stelde vast dat de opposante bij brieven van 2 en 16 juli 2020 had verzocht om een betalingsregeling, maar dat deze verzoeken waren afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de opposante voldoende tijd had gehad om het griffierecht te betalen en dat het verzet ongegrond was.
De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat de eerdere uitspraak in stand bleef. De uitspraak werd openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.