8.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 180 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
90 dagen;
- legt op de maatregel dat verdachte voor de duur van
5 jaar op geen enkele wijze – direct of indirect (ook niet via derden zoals bijvoorbeeld de familie, advocaat, accountant en notaris van [slachtoffer] ) - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] ;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt
3 dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan,met een maximum duur van 6 maanden;
- bepaalt dat toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft;
- beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon.
Dit vonnis is gewezen door mr. Vliegenberg, voorzitter, mr. Dekker en mr. Van der Linden, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Krevel, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 12 maart 2021.
Mr. Van der Linden is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat
hij in de periode van 18 oktober 2016 tot en met 15 januari 2018 te Breda/Rosmalen, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer] , in elk geval die ander, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte onder meer:
- gedurende het jaar 2017 in een periode van vier maanden, vijf, althans meerdere brieven en/of faxen en/of emails gestuurd naar die [slachtoffer] , (onder meer) betrekking hebbende op —zakelijk weergegeven- de vermeende zaakswaarneming van mevrouw [naam 4] * door verdachte en/of de financiële compensatie door [slachtoffer] ten aanzien van
mevrouw [naam 4] en/of de echtscheidingsconvenant tussen [slachtoffer] en mevrouw [naam 4] .
en/of
- gedurende de maanden oktober tot en met december van het jaar 2016, twaalf, althans meerdere, brieven en/of faxen en/of emails gestuurd naar diverse personen en/of organisaties en/of instellingen, (onder meer) betrekking hebbend op — zakelijk weergegeven)- de financiële compensatie door [slachtoffer] ten aanzien van
mevrouw [naam 4] en/of de echtscheidingsconvenant tussen [slachtoffer] en mevrouw [naam 4] en/of de aangifte welke [slachtoffer] heeft gedaan
en/of de tuchtklacht welke verdachte ten aanzien van [naam 1] heeft gedaan
en/of
- gedurende het jaar 2017, zesendertig, althans meerdere, brieven en/of faxen en/of emails gestuurd naar diverse personen en/of organisaties en/of instellingen, (onder meer) betrekking hebbend op — zakelijk weergegeven- de financiële compensatie door [slachtoffer] ten aanzien van mevrouw [naam 4] en/of de echtscheidingsconvenant tussen [slachtoffer] en mevrouw [naam 4] en/of de aangifte welke [slachtoffer] heeft gedaan en/of de tuchtklacht welke verdachte ten aanzien van [naam 1] heeft gedaan
- gedurende de maand januari van het jaar 2018, negen, althans meerdere, brieven en/of faxen en/of emails gestuurd naar diverse personen en/of organisaties en/of instellingen, (onder meer) betrekking hebbend op — zakelijk weergegeven- de financiële compensatie door [slachtoffer] ten aanzien van mevrouw [naam 4] en/of de echtscheidingsconvenant tussen [slachtoffer] en mevrouw [naam 4]
en/of de aangifte welke [slachtoffer] heeft gedaan en/of de tuchtklacht welke verdachte ten aanzien van [naam 1] heeft gedaan
en/of
- gedurende de jaren 2016 en 2017 meerdere berichten en/of foto’s op facebook geplaatst waarbij de helikopter en/of de woning van [slachtoffer] zichtbaar waren en/of waarbij indirect verwezen werd naar [slachtoffer]
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Bijlage II: De bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met dossiernummer PL2000-2017310719 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 29 met daarachter de bijlagen bij de aangifte. Alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 27 december 2017 (pg. 12), voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Ik doe aangifte van Stalking door mijn ex zwager [verdachte] .
Ik word door hem alweer vanaf medio oktober 2016 regelmatig lastig gevallen. Het lastig vallen doet hij door het sturen van brieven naar mij, mijn advocaat, naar mijn accountant en naar mijn twee zonen. Ik heb inmiddels zo'n 30 a 40 brieven ontvangen. Ik ondervindt dus psychisch last van de heer [verdachte] . Ik heb geen enkele zakelijke relatie met deze man. Ik ben hem niets verschuldigd. Ik heb in het geheel niets met hem te maken. Hij zet verder berichten op zijn open Facebook account [bedrijf 1] . De berichten die hij op dat account zet hebben allemaal te maken met de alimentatie die nog loopt met mijn ex vrouw [naam 4] . Hij heeft mijn woning als foto linksboven de Facebook pagina staan. Ik hoop dat u begrijpt dat ik inmiddels de wanhoop nabij ben. Ik wil dat de heer [verdachte] eindelijk eens stopt met het schrijven van brieven naar mij en mijn kinderen, advocaat en accountant. Ik wil dat hij de foto van mijn huis van zijn Facebook account af haalt en dat hij niets meer over allerlei zaken mbt mij, mijn kinderen en mijn bedrijf plaatst op zijn Facebook account.
2. Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 22 januari 2018 (pg. 14), voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Op woensdag 27 december 2017 heb ik aangifte gedaan tegen mijn ex-zwager [verdachte] . Na deze aangifte is [verdachte] gewoon doorgegaan met het schrijven van
brieven. Hij stuurt continue brieven naar mijn advocaat. Mijn advocaat, [naam 1] , leest de brieven niet, maar stuurt ze naar mij door.
3. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 maart 2018 (pg. 21), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op 27 december 2017 heeft [slachtoffer] aangifte/klacht gedaan van stalking
tegen verdachte [verdachte] . Bij deze aangifte heeft [slachtoffer] bijlagen laten toevoegen.
De inhoud van de bijlagen is als volg:
- Brieven verstuurd door verdachte [verdachte] gericht aan administratiekantoor [bedrijf 2] , [naam 2] op:
18 oktober 2016
3 november 2016
4 november 2016
26 november 2016
- Mails gestuurd door verdachte [verdachte] aan [naam 2] van administratiekantoor [bedrijf 2] te weten op de volgende data:
31 oktober 2016
7 november 2016
8 november 2016
- Mail verstuurd op 19 november 2016 door verdachte [verdachte] aan de redactie van
- Brief verstuurd op 8 december 2017 door verdachte [verdachte] aan aangever
[slachtoffer] (huisadres)
- Mails verstuurd door verdachte Van Riemsdijk gericht aan advocaat [naam 1]
(advocaat van [slachtoffer] ) te weten op:
22 december 2017
27 december 2016
28 december 2016
8 januari 2017
23 januari 2017
24 januari 2017
29 januari 2017
2 februari 2017
2 februari 2017
18 juli 2017
19 juli 2017
11 augustus 2017
25 augustus 2017
29 augustus 2017
10 oktober 2017
28 november 2017
30 november 2017
- Brief verstuurd op 10 maart 2017 door verdachte [verdachte] aan advocaat [naam 1]
(advocaat [slachtoffer] )
- Mail verstuurd op 21 juli 2017 door verdachte [verdachte] aan de redactie van het
- Brief verstuurd op 10 augustus 2017 door verdachte [verdachte] aan aangever [slachtoffer] (huisadres)
- Brief verstuurd op 11 september 2017 door verdachte [verdachte] aan aangever [slachtoffer] (huisadres)
- Brief verstuurd op 21 september 2017 door verdachte [verdachte] aan [naam 5] , zoon van aangever (adres bedrijf aangever)
- Brief verstuurd op 21 september 2017 door verdachte [verdachte] aan [naam 6] , zoon van aangever (adres bedrijf aangever)
- Brief verstuurd op 27 september 2017 door verdachte [verdachte] aan [naam 5] , zoon van aangever (adres bedrijf aangever)
- Brief verstuurd op 10 november 2017 door verdachte [verdachte] aan [naam 5] , zoon aangever (adres bedrijf aangever)
- Brief verstuurd op 10 november 2017 door verdachte [verdachte] aan [naam 6] , zoon aangever (adres bedrijf aangever)
- Brief verstuurd op 14 november 2017 door verdachte [verdachte] aan aangever
[slachtoffer] (huisadres)
- Printscreens van de facebook pagina van [verdachte] , [bedrijf 1] dossiers
Op maandag 22 januari 2018 heeft [slachtoffer] een aanvullende verklaring op de
eerder gedane aangifte/klacht van stalking tegen verdachte [verdachte] .
Bij deze aanvullende verklaring heeft [slachtoffer] bijlagen laten toevoegen.
De inhoud van de bijlagen is als volgt:
- Mails verstuurd door verdachte Van Riemsdijk gericht aan advocaat [naam 1]
(advocaat van [slachtoffer] ) te weten op:
22 december 2017
23 december 2017
29 december 2017
2 januari 2018
3 januari 2018
10 januari 2018
- Brief verstuurd op 28 december 2017 door verdachte [verdachte] aan aangever
[slachtoffer] (huisadres)
- Brief verstuurd op 2 januari 2018 door verdachte [verdachte] aan advocaat [naam 1]
- Brief verstuurd op 3 januari 2018 door verdachte [verdachte] aan
administratiekantoor [bedrijf 2] , [naam 2]
- Brief verstuurd op 6 januari 2018 door verdachte [verdachte] aan advocaat
- Brief verstuurd op 10 januari 2018 [naam 1]
- Brief verstuurd op 12 januari 2018 door verdachte [verdachte] aan aangever
[slachtoffer] (huisadres)
- Mail verstuurd op 15 januari 2018 door verdachte [verdachte] aan notaris [naam 3]
(notaris van [slachtoffer] )
4. De geschriften, te weten de brieven en/of mails die door verdachte zijn verstuurd aan [slachtoffer] , [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 5] , [naam 6] , de redactie van het [krant 1] en de redactie van het [krant 2] en de printscreens van de [bedrijf 1] Facebookpagina, ongenummerd opgenomen na pagina 29.
5. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 januari 2018 (pg. 16), voor zover inhoudende als verklaring van [naam 2] :
Ik ben werkzaam bij administratiekantoor [bedrijf 2] te Hoogerheide. Dhr. [slachtoffer] is al heel lang een cliënt van mij. [slachtoffer] is getrouwd geweest met mevr [naam 4] . Ongeveer 15 jaar geleden heb ik op verzoek van hun scheidingsadvocaat een financiële berekening gemaakt en financiële informatie vestrekt aan hun advocaat. Dit had alles met de scheiding, het convenant en de alimentatie te maken. Sinds oktober 2016 ontvang ik weer met enige regelmaat brieven van dhr. [verdachte] . Ik heb ongeveer acht brieven en mails ontvangen sinds oktober 2016 van dhr. [verdachte] .
6. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 januari 2018 (pg. 18), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op woensdag 27 december 2017 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van stalking
tegen zijn ex-zwager [verdachte] .
Naar aanleiding van de gedane aangifte heb ik, verbalisant [verbalisant] , op vrijdag 19 januari 2018 telefonisch contact opgenomen met Mr. [naam 1] . Ik vroeg hem naar de door hem ontvangen brieven en mails van [verdachte] Ik hoorde [naam 1] zeggen dat hij inderdaad zeer frequent brieven en mails ontvangt van [verdachte] . De frequentie van de brieven en mails is meerdere malen per week/maand.
7. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 5 juni 2020, voor zover inhoudende:
Ik heb die brieven die in het dossier zitten wel gestuurd.
Die helikopter stond op de [bedrijf 1] pagina op Facebook. Ik was benieuwd wat er zou gebeuren als ik de helikopter op de Facebookpagina zou zetten.