ECLI:NL:RBZWB:2021:1139
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure
Op 11 maart 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om proceskostenveroordeling. Verzoekster, een inwoner van [plaatsnaam], had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle, dat haar had gelast om een overtreding te beëindigen. Dit betrof het vestigen van een autobedrijf en de verkoop van auto’s op haar perceel aan [adres]. Verzoekster vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, maar het college trok op 2 februari 2021 het bestreden besluit in. Hierop trok verzoekster haar verzoek om voorlopige voorziening in, maar vroeg wel om een proceskostenveroordeling.
De voorzieningenrechter heeft, op basis van de Algemene wet bestuursrecht, overwogen dat het college niet in de proceskosten kan worden veroordeeld, omdat het intrekken van het bestreden besluit niet betekent dat het college geheel of gedeeltelijk tegemoet is gekomen aan het bezwaar van verzoekster. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om het college te veroordelen tot vergoeding van het griffierecht, aangezien er geen sprake was van een situatie waarin het college aan verzoekster tegemoet is gekomen. De uitspraak concludeert dat het verzoek om proceskostenveroordeling wordt afgewezen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.M.J. Kok, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W.J.C. Goorden, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.