ECLI:NL:RBZWB:2021:1019
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak omtrent hennepplanten en handhaving door de minister
Op 4 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen FYTA Company B.V. en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De eiseres, FYTA Company B.V., vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. H.M.J. Later-Nijland, had een voorlopige voorziening gevraagd in verband met een politie-inval die op dezelfde ochtend had plaatsgevonden. De politie was binnengevallen om hennepplanten te ruimen, wat leidde tot de vraag of het aanwezig hebben van deze planten rechtmatig was.
De rechtbank heeft, gezien de grote financiële belangen van FYTA, besloten een ordemaatregel te treffen. De rechtbank heeft bepaald dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dan wel de Minister voor Medische Zorg, niet handhavend mag optreden totdat de rechtbank een definitieve uitspraak heeft gedaan in deze zaak. Tevens is de minister opgedragen om deze ordemaatregel onmiddellijk ter kennis te brengen aan de behandelend officier van justitie, mr. Oosterveld.
De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer, bestaande uit mr. L.P. Hertsig als voorzitter en de leden mr. G.M.J. Kok en mr. S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van griffier mr. C.F.E.M. Mes. De beslissing is openbaar uitgesproken op 4 maart 2021, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.