Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
INTERSHIP A.G.,
[gedaagde sub 4],
1.De procedure
2.Het geschil
Performance Bondsvan een bedrag van € 497.500,00 elk conform het template van bijlage IV (C) bij de Scheepsbouwovereenkomsten, met dien verstande dat de voorwaarde voor het kunnen inroepen van de
Performance Bonds(storting van een bedrag van
Refund Guarantees(die de voor deze LNG Schepen reeds gestelde
Refund Guaranteesvervangen), elk conform het template van bijlage IV (A) respectievelijk 4 (B) bij de Scheepsbouwovereenkomsten, zodanig dat zij zowel de door Intership betaalde eerste respectievelijk tweede termijn van de bouwsom als ook de op voet van artikel 3(7) (b) van de Scheepsbouwovereenkomsten verhoging ter zake van verschuldigde rente omvatten, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 (zegge: duizend euro) voor iedere dag dat niet volledig aan deze veroordeling is voldaan;
3.De beoordeling
Ship Building Contractsgesloten (hierna: de Scheepsbouwovereenkomsten) voor de bouw van vijftien (identieke) LNG aangedreven binnenvaartschepen, te weten (olie)tankers (hierna: de schepen). Intership zou deze schepen gaan inzetten ten behoeve van het transport over water van minerale oliën. Daartoe heeft zij vijftien
Time Charter Agreementsgesloten met Shell.
€ 4.975.000,00 per schip, te betalen in twee termijnen van elk € 248.750,00, een derde termijn van € 2.238.750,00 en een aantal vervolgtermijnen. Partijen zijn overeengekomen dat voor de eerste twee termijnen een
Refund Guaranteezal worden afgegeven (artikel 3(7) van de Scheepsbouwovereenkomst) die de eerste twee termijnen dekt ‘
together with interest at a rate of three per cent (3%) per annum of 360 days from the date of payment of the First Instalment and Second Instalment to the date of repayment’(artikel 3(7)(b) van de Scheepsbouwovereenkomst). Na de betaling van de derde termijn zal onder teruggave van de
Refund Guaranteeeen
Performance Bondworden afgegeven (artikel 3(7)(d) van de Scheepsbouwovereenkomst) die maximaal een bedrag van € 497.500,00 dekt. Het model voor de af te geven
Performance Bondis als bijlage IV (C) aan de Scheepsbouwovereenkomst gehecht en kent onder meer de volgende zinsnede:
‘Claims (…) will only be honoured if the third instalment amounting to EUR 2.238.750,00 (…) has been received on het account number (…) from the Builder with the Undersigned.’ Met betrekking tot de betaling van de derde termijn zijn partijen overeengekomen dat Intership per schip ten gunste van Veka LNG een Letter of Credit (hierna: L/C) zal stellen voor een bedrag van € 2.238.750,00 (artikel 3 (2)(iii) van de Scheepsbouwovereenkomst).
corporate guaranteegarant gesteld voor de nakoming van de verplichtingen van Veka LNG uit hoofde van de Scheepsbouwovereenkomsten.
Performance Bondsafgegeven conform de tekst van bijlage IV van de Scheepsbouwovereenkomst. Deze
Performance Bondszijn een aantal keren verlengd. De casco’s van de RPG Oslo en de RPG Helsinki zijn na de bouw naar Werkendam gebracht en liggen daar aan de kade afgemeerd. De afbouw ligt sinds medio juli 2018 stil.
Refund Guaranteesafgegeven, die telkens zijn verlengd.
Performance Bondsvoor de RPG Oslo en RPG Helsinki en onder b. het doen stellen van aanvullende dan wel nieuwe
Refund Guaranteesvoor de schepen 7 t/m 15. Intership voert daartoe aan dat Veka LNG op grond van artikel 3(7)(d) van de Scheepsbouwovereenkomst contractueel verplicht is om tot aan de finale oplevering van ieder schip een geldige
Performance Bondte stellen. Veka LNG heeft echter de namens haar door de ABN AMRO Bank gestelde
Performance Bondsvoor de RPG Oslo en de RPG Helsinki laten verlopen. Bovendien is gebleken dat de gestelde – en inmiddels verlopen –
Performance Bondsnooit in te roepen zijn geweest, aangezien niet was voldaan aan de in de
Performance Bondsgestelde voorwaarde dat het gehele bedrag van € 2.238.750,00 moet zijn ontvangen op de daarin genoemde ABN AMRO Bank rekening van Veka LNG. Aangezien Veka LNG contractueel gehouden is een geldige
Performance Bondte stellen en zij deze verplichting niet is nagekomen, kan volgens Intership, ondanks de beëindiging van de Scheepsbouwovereenkomsten van de RPG Oslo en de RPG Helsinki, alsnog nakoming van deze verplichting worden gevorderd. Intership stelt voorts dat Veka LNG daarnaast niet alleen gehouden is om op grond van artikel 3(7)(b) van de Scheepsbouwovereenkomst
Refund Guaranteeste stellen voor het bedrag van de betaalde eerste twee termijnen, maar ook voor de daarover verschenen rente. Intership vordert onder b. dan ook het (doen) verhogen van de
Refund Guaranteesvoor de schepen 7 t/m 15 met de vervallen rente. Aan haar vordering onder c., om Veka c.s. te verbieden de (casco’s van de) schepen aan derden te verkopen en/of te leveren, legt Intership de stelling ten grondslag dat [gedaagde sub 4] er via zijn vennootschap FXX-K al toe over is gegaan om de RPG Londen aan een derde te verkopen en leveren en heeft laten weten dat er ook verkoopgesprekken lopen ter zake de RPG Madrid. Veka LNG schendt daarmee haar contractuele verplichtingen en FXX-K handelt daarmee onrechtmatig jegens haar, aldus Intership.
Performance Bondsniet is nagekomen. Zij voert daartoe aan dat ABN AMRO Bank twee
Performance Bondsheeft afgeven conform het model dat als bijlage IV (C) aan de Scheepsbouwovereenkomst is gehecht. Intership heeft deze
Performance Bondsgeaccepteerd. Veka LNG heeft de
Performance Bondsop 31 juli 2019 laten verlopen, omdat Intership de Scheepsbouwovereenkomsten voor de RPG Oslo en Helsinki op 24 april 2019 heeft ontbonden. Hoewel Veka LNG de ontbinding betwist, heeft zij zich erbij neergelegd dat zij de Scheepsbouwovereen-komsten niet meer zal uitvoeren. Dat betekent dat er geen
Final Deliveryzal plaatsvinden. Daar de
Performance Bondsstrekken tot zekerheid voor de afbouw tot aan de
Final Delivery, dienen de
Performance Bondsgeen doel meer, aldus Veka c.s. Voorts betwist Veka c.s. dat Veka LNG haar verplichtingen met betrekking tot de afgifte van de
Refund Guaranteesniet is nagekomen. De door ABN AMRO Bank afgeven
Refund Guaranteeszijn conform het model dat als bijlage IV (A) en (B) aan de Scheepsbouwovereenkomst is gehecht. Intership heeft deze
Refund Guaranteesgeaccepteerd en deze zijn op haar verzoek meermalen in ongewijzigde vorm verlengd. Pas bij brief van 15 oktober 2019 heeft Intership zich op het standpunt gesteld dat het door ABN AMRO Bank gegarandeerde bedrag dient te worden verhoogd met rente. Ten onrechte, volgens Veka c.s. Onder verwijzing naar de tekst van het overeengekomen model stelt Veka c.s. zich op het standpunt dat in het door de
Refund Guaranteesgegarandeerde bedrag van € 248.750,00 de rente is inbegrepen. Mocht dit anders zijn, dan heeft Intership niet voldaan aan haar klachtplicht ex artikel 6:89 BW, aldus Veka c.s. Met betrekking tot de vordering onder c. stelt Veka c.s. dat Veka LNG niet (langer) de financiële middelen heeft om de Scheepsbouwovereenkomsten na te komen. [gedaagde sub 4] had als tijdelijke oplossing FXX-K ingezet om financiering te verstrekken. FXX-K heeft met Veka LNG en Centromost geldleningovereenkomsten gesloten. Tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen uit deze overeenkomsten heeft Centromost ten titel van zekerheid het eigendomsrecht van een aantal casco’s aan FXX-K overgedragen, waaronder de RPG Berlijn, de RPG Londen en de RPG Madrid. Om extra liquiditeiten te creëren heeft FXX-K het casco van de RPG Londen met toestemming van Centromost verkocht en geleverd aan Braams, een beheermaatschappij van Burando Holding BV. De koop/leveringsakte bevat een terugkoopplicht van FXX-K, zodat de eigendom uiteindelijk bij Veka LNG terecht zou kunnen komen en Veka LNG de eigendom zou kunnen overdragen aan Intership. Vanwege aanhoudende financiële problemen is het zover niet gekomen en heeft Braams het casco uiteindelijk verkocht aan Royal Tankers. Niet Veka LNG maar FXX-K heeft de RPG Londen verkocht. Veka LNG heeft de eigendom nooit verkregen en zou deze ook niet verkrijgen als gevolg van de ontbinding van de overeenkomst door Centromost. Veka c.s. betwist dat FXX-K daarmee onrechtmatig jegens Intership heeft gehandeld. Dit casco en ook de andere casco’s zijn geen eigendom van Veka LNG en Intership. FXX-K handelt niet onrechtmatig wanneer zij de casco’s aan een derde verkoopt, indien Centromost de lening niet kan terugbetalen. Zij wint daarmee slechts haar zekerheid uit, aldus Veka c.s.
Performance Bondste stellen, maar ook gesteld te houden tot de oplevering van het desbetreffende schip. Contractueel vervalt de
Performance Bondimmers pas ter gelegenheid van de
Final Delivery. Vast staat echter dat Intership de Scheepsbouwovereenkomsten voor de RPG Oslo en de RPG Helsinki heeft beëindigd. Veka LNG heeft zich daarbij neergelegd. Partijen zijn overeengekomen dat Veka LNG de casco’s aan Intership afgeeft, zodat zij deze door een derde kan laten afbouwen tot volwaardige tankers. Dat betekent dat Veka LNG niet zal zorgdragen voor de in artikel 3(7)(d) van de Scheepsbouwovereenkomst genoemde
Final Delivery. De desbetreffende bepaling luidt als volgt:
‘(…) The Performance Bond shall be issued to the Purchaser upon Hull Delivery, against return of the original Refund Guarantee. The Performance Bond shall be rendered void upon Final Delivery and Purchaser shall return the original Performance Bond to Builder at such time, together with a written confirmation signed by Purchaser confirming that Final Delivery has taken place and that the Performance Bond is thereby rendered void.’De vraag is of deze bepaling ook geldt wanneer de Scheepsbouwovereenkomst voortijdig wordt beëindigd en de
Final Deliveryniet door Veka LNG plaatsvindt. Nu deze bepaling daarover niet duidelijk is, komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepaling mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Partijen hebben hierover weinig aangevoerd. Intership heeft met name verwezen naar een zinsnede in de
Performance Bond, waarin ABN AMRO Bank verklaart te garanderen dat Veka LNG haar uit de Scheepbouwovereenkomst voorvloeiende ‘
responsibilities, obligations and liabilities’ zal nakomen. Daar de
Performance Bondook wordt afgegeven voor de nakoming door Veka LNG van haar
liabilities, stelt Intership zich op het standpunt dat zij ook bij voortijdige beëindiging van de Scheepsbouwovereenkomst belang heeft bij de
Performance Bond. Ingevolge artikel 14(3) van de Scheepsbouwovereenkomst dient er na voortijdige beëindiging van de overeenkomst nog een financiële afrekening plaats te vinden. Gezien de opgelopen vertragingsboetes, valt niet uit te sluiten dat Veka LNG nog een bedrag zal dienen terug te betalen aan Intership, aldus Intership. Veka c.s. heeft dit onvoldoende weersproken. Dat betekent dat artikel 3(7)(d) aldus dient te worden uitgelegd, dat Veka LNG niet alleen gehouden is de door haar gestelde
Performance Bondte stellen, maar ook gesteld te houden, in ieder geval tot de financiële afrekening heeft plaatsgevonden. Nu Veka LNG de
Performance Bondsvoor de RPG Oslo en de RPG Helsinki niet heeft verlengd, heeft zij in zoverre niet aan haar contractuele verplichtingen voldaan.
Performance Bondte verstrekken overeenkomstig het model dat als bijlage IV (C) bij de Scheepsbouwovereenkomst is gevoegd. ABN AMRO Bank heeft dit model ook gehanteerd. Volgens de tekst van dit model dient de volledige derde termijn van € 2.238.750,00 te worden gestort op het bankrekeningnummer van Veka LNG bij ABN AMRO Bank. Ter zitting is komen vast te staan dat deze tekst niet goed aansluit bij de betalingsregeling, zoals opgenomen in artikel 3(2)(a)(iii) van de Scheepsbouw-overeenkomst. Ingevolge deze bepaling voldoet Intership de derde termijn op de derdengeldenrekening van de notaris, die vervolgens de
‘[payment] subsequently distribute between Builder and any other beneficiary (trough whole or partial) transfer’. Doordat de notaris overeenkomstig deze bepaling eerst derden heeft betaald en daarna pas het restant van de derde termijn conform de nota van afrekening heeft gestort op de bankrekening van Veka LNG bij ABN AMRO Bank, is niet het gehele bedrag van de derde termijn voor de RPG Oslo en de RPG Helsinki van
€ 2.238.750,00 op de bankrekening van Veka LNG ontvangen. Intership stelt dat de ABN AMRO Bank daardoor niet bereid zou zijn om uit te betalen, zodat er geen geldige
Performance Bondszijn afgegeven door Veka LNG. Intership vordert alsnog nakoming van deze contractuele verplichting. Veka c.s. heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat zij gehouden is een geldige
Performance Bondte stellen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het enkele feit dat de notaris heeft gehandeld overeenkomstig artikel 3(2)(a)(iii) van de Scheepsbouwovereenkomst en dat dit logischerwijs tot gevolg heeft dat niet de gehele derde termijn op de bankrekening van Veka LNG is gestort, niet kan afdoen aan de verplichting van Veka LNG om een geldige
Performance Bondte stellen. Dat betekent dat Veka LNG ervoor moet zorgdragen dat er een bedrag van € 2.238.750,00 op haar rekening wordt gestort, zodat haar bank alsnog een geldige
Performance Bondkan afgeven voor de RPG Oslo en de RPG Helsinki. De vordering onder a. tot het doen stellen van twee
Performance Bondsvan een bedrag van € 497.500,00 elk conform het template van bijlage IV (C) bij de Scheepsbouwovereenkomsten zal dan ook worden toegewezen. De vordering dat de voorwaarde voor het kunnen inroepen van de
Performance Bonds(storting van een bedrag van € 2.238.750,00 op de in het template genoemde bankrekeningnummer) komt te vervallen, zal worden afgewezen. Nog daargelaten dat volgens Veka LNG het verwijderen van die voorwaarde onmogelijk is, nu deze voorwaarde door ABN AMRO Bank is bedongen, verhoudt deze vordering zich ook niet met de grondslag van de vordering, te weten nakoming van de overeenkomst. Veka LNG is op grond van de overeenkomst immers tot niet meer gehouden dan tot het stellen van een
Performance Bondsconform het model dat als bijlage IV (C) bij de Scheepsbouwovereenkomsten is gevoegd. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om een dwangsom aan deze veroordeling te verbinden.
Performance Bondsaf te geven.
‘The Refund Guarantee shall cover the full principal amount of the First Instalment and Second Instalment of the Contract Price paid by the purchaser to the Builder together with interest at a rate of three per cent (3%) per annum of 360 days from the date of payment of the First Instalment and second Instalment to the date of repayment.’
Refund Guarantee, dat als bijlage IV (A) en (B) aan de Scheepsbouwovereenkomst is gehecht en waar Veka c.s. naar verwijst, luidt:
‘This maximum amount includes the first instalment paid in advance to the Builder plus interest thereon, provided that the total amount of the Guarantor’s responsibility under this guarantee is limited to and shall not exceed the Guaranteed Sum.’Veka c.s. stelt dat de
Refund Guaranteesvoorzien in een
Guaranteed Sumgesteld op
€ 248.750,00 en dat dit door Intership akkoord is bevonden. Nu dit bedrag inclusief rente is, is Veka LNG niet gehouden voor de rente aanvullende
Refund Guaranteeste stellen, aldus Veka c.s. Intership stelt echter dat er alleen een afspraak is gemaakt over het model van de
Refund Guaranteeen er geen overeenstemming is over het maximum bedrag waarvoor de
Refund Guaranteezou moeten worden gesteld. De voorzieningenrechter merkt op dat in het model van de
Refund Guarantee, dat samen met de daarover gevoerde correspondentie door Veka c.s. als productie D in het geding is gebracht, de
Guaranteed Sumniet is ingevuld. Dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een bedrag van € 248.750,00, zoals Veka c.s. stelt, blijkt ook niet uit de overgelegde correspondentie. Volgens de tekst van de
Refund Guarantee, omvat het maximum gegarandeerde bedrag de betaalde bouwtermijnen en de daarover verschenen rente. Het was dus duidelijk de bedoeling om overeenkomstig artikel 3(7)(b) van de Scheepsbouwovereenkomst ook een
Refund Guaranteete stellen voor de rente. Door de
Guaranteed Sumte stellen op € 248.750,00, het bedrag van een bouwtermijn, heeft Veka LNG niet voldaan aan haar contractuele verplichting om een
Refund Guaranteete stellen voor de bouwtermijn plus rente. Veka c.s. stelt dat Intership nooit bezwaar heeft gemaakt tegen de gestelde
Refund Guarantees,die inmiddels een aantal keren zijn verlengd, laatstelijk tot 31 juli van dit jaar. Intership heeft dat niet weersproken. Dat betekent dat zij thans geen beroep meer kan doen op de door haar gestelde tekortkoming. De vordering onder b. wordt dan ook afgewezen.
4.De beslissing
Performance Bondste doen stellen van een bedrag van € 497.500,00 elk conform het template van bijlage 4 (C) bij de Scheepsbouwovereenkomsten;