ECLI:NL:RBZWB:2020:7118
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen definitieve berekening zorgtoeslag en kindgebonden budget
Op 24 november 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiser had op 27 maart 2020 beroep ingesteld tegen het besluit van 17 februari 2020, waarin zijn bezwaar tegen de definitieve berekening van het kindgebonden budget en zorgtoeslag over het jaar 2018 niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft op 4 november 2020 de zitting gehouden in Breda, waar eiser aanwezig was en de Belastingdienst/Toeslagen vertegenwoordigd werd door een gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser vanaf 2017 zorgtoeslag en kindgebonden budget ontving. De Belastingdienst/Toeslagen had op 2 augustus 2019 een primair besluit genomen, waartegen eiser op 16 oktober 2019 bezwaar maakte. Dit bezwaar werd echter niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend, gezien de wettelijke termijn van zes weken voor het indienen van een bezwaarschrift. Eiser voerde aan dat hij eerder bezwaar had gemaakt tegen voorschotbeschikkingen, maar de rechtbank oordeelde dat dit bezwaar niet kon worden aangemerkt als bezwaar tegen het primaire besluit.
De rechtbank concludeerde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en dat eiser niet had aangetoond dat hij niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar door de Belastingdienst/Toeslagen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.