ECLI:NL:RBZWB:2020:7104
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake WIA na termijnoverschrijding
Op 10 november 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV, waarin zijn bezwaar tegen een eerdere beslissing niet-ontvankelijk was verklaard. Het beroep was ingesteld na de termijn die in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend, omdat het pas op 29 juli 2020 was ontvangen, terwijl de termijn op 23 juli 2020 was geëindigd. De rechtbank heeft de redenen voor de termijnoverschrijding, zoals aangevoerd door de eiser, niet als verschoonbaar beschouwd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de eiser zelf verantwoordelijk is voor een correcte interne postverwerking en dat er geen aanleiding was om de niet-ontvankelijkheid achterwege te laten. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder verdere behandeling ter zitting. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken.