ECLI:NL:RBZWB:2020:7042
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd aan eiseres wegens schending van de inlichtingenplicht in het kader van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiseres had een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangen, maar had verzuimd om inkomsten die zij had ontvangen van derden door te geven aan de afdeling Werk en Inkomen. Het college legde haar een boete op van € 715,- na een onderzoek waaruit bleek dat eiseres in de periode van 1 oktober 2018 tot en met 31 maart 2019 stortingen op haar bankrekening had ontvangen, zonder deze te melden. Eiseres stelde dat het college onvoldoende bewijs had geleverd van haar inkomsten en heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college dat haar bezwaar ongegrond verklaarde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet heeft aangetoond dat het college onjuist of onvolledig had gemotiveerd op de bezwaargronden. De rechtbank oordeelde dat eiseres de inlichtingenplicht had geschonden, wat leidde tot een benadelingsbedrag van € 1.430,-. Het college had het initiële boetebedrag gematigd tot 50% omdat er geen opzettelijk handelen of grove nalatigheid van eiseres was aangetoond. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de opgelegde boete van € 715,- in stand blijft. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.