ECLI:NL:RBZWB:2020:7006
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdige betaling van griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 25 augustus 2020, is het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had op 13 mei 2020 digitaal bezwaar gemaakt tegen een besluit van het UWV van 21 april 2020, waarin hem een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) was geweigerd. Het UWV had het bezwaarschrift van eiser aangemerkt als een beroepschrift en dit doorgezonden naar de rechtbank, die het op 26 mei 2020 ontving.
De rechtbank wees eiser op de verplichting tot betaling van griffierecht, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser ontving op 1 juli 2020 een aangetekende brief waarin hij werd geïnformeerd dat de betaling van het griffierecht niet was ontvangen en dat hij dit binnen vier weken moest voldoen om ontvankelijkheid van zijn beroep te waarborgen. De rechtbank constateerde echter dat het griffierecht niet tijdig was betaald, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk werd verklaard.
De rechtbank baseerde haar beslissing op de relevante artikelen van de Awb, die de verplichtingen omtrent griffierechten en de gevolgen van niet-tijdige betaling uiteenzetten. De uitspraak werd openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Eiser en andere belanghebbenden hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen een termijn van zes weken na verzending.