Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 31 december 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres], eiseres, wonende te [plaatsnaam] (gezamenlijk ook eisers genoemd),
Procesverloop
€ 12.240,- waarvan zij bij het college geen melding hebben gemaakt.
Geschil
Beroepsgronden
4.
Beoordeling
18 september 2019 de volgende schriftelijke verklaring heeft afgelegd:
“Goedendag, Ik heb van mijn vader vernomen dat er paar vragen zijn i.v.m. nieuwe auto die we hebben gekocht. Het situatie zit zo, omdat me vader ziek is en hun auto flink verouderd was heb ik een nieuwe auto voor hun gekocht. Hierbij verklaar ik, dat ik zelf de auto heb vergoed. Mocht er vragen zijn over mijn financiële inkomsten. Dan zal ik u graag willen informeren.”
€ 9.240,-, aan hun zoon terugbetalen. Het gaat dus om een lening. De op 11 januari 2020 gedateerde leningsovereenkomst is bijgevoegd en luidt als volgt:
“Hierbij wil ik jullie ten hoogte stellen dat ik [naam zoon eisers] geboren op [geboortedatum zoon eisers] en bedrag heb geleend aan mijn ouders. Dit bedrag is 9240 euro. (Geleende bedrag voor auto). Deze bedrag gaan ze maandelijks 50 euro aan mij terugbetalen. Het is afgesproken dat ze per 1 februari 2020 beginnen met betalen.”
Conclusie
Beslissing
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 31 december 2020 en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.