ECLI:NL:RBZWB:2020:6582
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdige betaling van griffierecht
Op 24 december 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had op 21 september 2020 bezwaar gemaakt tegen een besluit van het UWV van 17 augustus 2020. Dit bezwaar werd door het UWV aangemerkt als een beroepschrift en op 24 september 2020 door de rechtbank ontvangen. De rechtbank wees eiseres op de verplichting tot betaling van griffierecht, maar constateerde dat dit griffierecht niet binnen de gestelde termijn was ontvangen. Hierdoor werd het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank baseerde deze beslissing op de artikelen 8:41 en 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak werd gedaan door mr. L.P. Hertsig, in aanwezigheid van griffier J.J.P.M. van Gestel, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om verzet te doen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.