Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- de processtukken zoals opgenomen in het procesdossier van de zaak met parketnummer [nr.] :
- het proces-verbaal van de zitting van 28 november 2019 waar het wrakingsverzoek is gedaan;
- de schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek van de rechter, ontvangen op
2.Het verzoek
3.De feiten en de gronden van het wrakingsverzoek
4.Het standpunt van de rechter
alshij verzoeker zou veroordelen voor het negeren van een aanwijzing van een verkeersregelaar, hij rekening wil en moet houden met de persoonlijke omstandigheden van verzoeker. Verzoeker vond deze mededeling getuigen van vooringenomenheid. Het onderzoek naar de feiten was overigens al achter de rug. Tot slot merkt de rechter op dat de hele mondelinge behandeling stroef verliep. Hij verwijst daarvoor naar het proces-verbaal. Het vertrouwen van verzoeker in de rechtsstaat was duidelijk zeer gering.
5.Het standpunt van het Openbaar Ministerie
mochthet tot een veroordeling leiden of verzoeker dan in staat zou zijn om een geldboete te betalen. De gestelde vraag is blijkens het oordeel van de officier van justitie zuiver en correct.