ECLI:NL:RBZWB:2020:6050
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in het kader van het experiment gesloten coffeeshopketen
In deze zaak heeft Project C Holding B.V. een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in te stellen tegen de afwijzing van haar aanvraag om aanwijzing als teler voor het experiment gesloten coffeeshopketen. De aanvraag werd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport afgewezen, waarbij 10 beschikbare plaatsen voor telers zouden worden verloot. De voorzieningenrechter heeft op 3 december 2020 geoordeeld dat het verzoek om schorsing van het besluit van de minister en uitstel van de loting werd afgewezen. De voorzieningenrechter benadrukte dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventuele bodemprocedure.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster zelf verantwoordelijk was voor het feit dat er geen zitting kon plaatsvinden, omdat zij zich eerst tot de civiele kort gedingrechter had gewend. Hierdoor was er geen gelegenheid om de minister te horen, wat de afweging van de voorzieningenrechter beïnvloedde. De afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening was gebaseerd op een belangenafweging, waarbij het maatschappelijk belang van het doorgaan van het wietteeltexperiment zwaarwegend was. De voorzieningenrechter concludeerde dat het opschorten van de loting een te grote inbreuk zou maken op de voortgang van het experiment.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat de afwijzing van de aanvraag van verzoekster niet noodzakelijkerwijs zou leiden tot schadevergoeding, mocht de bodemrechter in een later stadium oordelen dat de afwijzing onrechtmatig was. De beslissing om het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen werd op dezelfde dag nog telefonisch doorgegeven aan de gemachtigden van beide partijen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.