ECLI:NL:RBZWB:2020:6030
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdige betaling van griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 27 november 2020, is het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres had op 6 augustus 2020 digitaal beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). In het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is eiseres gewezen op de verplichting tot betaling van griffierecht. Op 17 september 2020 ontving eiseres een aangetekende brief waarin zij werd geïnformeerd dat er geen betaling was ontvangen en dat het griffierecht binnen vier weken na de datum van de brief moest worden voldaan. Eiseres werd erop gewezen dat bij niet tijdige betaling het risico bestond dat het beroepschrift niet-ontvankelijk zou worden verklaard.
De rechtbank constateerde dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was ontvangen, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft de zaak zonder behandeling ter zitting afgedaan. Bij de beslissing zijn de relevante artikelen uit de Awb in acht genomen, die de verplichtingen omtrent griffierechten en de gevolgen van niet-tijdige betaling uiteenzetten. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.
De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de indiener van het beroepschrift verantwoordelijk is voor de tijdige betaling van het griffierecht, en dat het niet voldoen aan deze verplichting leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. De uitspraak is gedaan door rechter S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van griffier D. Alblas, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.