ECLI:NL:RBZWB:2020:5560
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
Op 10 november 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goes. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 24 juni 2020, waarin een omgevingsvergunning voor het bouwen van 34 woningen werd verleend. Dit bezwaar werd door het college doorgezonden naar de rechtbank ter behandeling als beroep.
Eiseres werd in een aangetekende brief van 27 augustus 2020 gewezen op de verplichting tot betaling van griffierecht, met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van de brief moest zijn betaald. De rechtbank constateerde echter dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was ontvangen. Hierdoor werd het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 8:41 en 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die de verplichtingen omtrent griffierecht en de niet-ontvankelijkheid van een beroep bij niet tijdige betaling regelen. De uitspraak werd gedaan door mr. L.P. Hertsig, in aanwezigheid van mr. N.M. Zandbergen, griffier, en werd openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.