9.De beslissing
Vrijspraak t.a.v. parketnummer 02/222446-19 feit 2
-
spreekt verdachte vrijvan het onder parketnummer 02/222446-19 tenlastegelegde feit 2;
- verklaart het onder parketnummer 02/222446-19 ten laste gelegde feit 1 primair en onder parketnummer 96/110650-20 tenlastegelegde feit bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 02/222446-19
feit 1 primair:Opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en terwijl daarvan gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
parketnummer 96/110650-20:
Overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging t.a.v. feit 1 primair parketnummer 02/222446-19 en parketnummer 96/110650-20:
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de reclassering;
* dat verdachte zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij Emergis Verslavingsreclassering op het adres Vrijlandstraat 33 e, 4337 EA te Middelburg, zal melden en zich daarna gedurende een door de reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) zal blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte zich laat behandelen door Forensische Zorg Zeeland of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, gedurende de gehele proeftijd of zoveel korter als de behandelaar en/of de reclassering dat nodig vindt en dat verdachte zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling, waarbij het innemen van medicijnen onderdeel kan zijn van de behandeling;
* dat verdachte de behandeling bij GGZ Emergis FACT continueert, gedurende de gehele proeftijd of zoveel korter als de behandelaar en/of de reclassering dat nodig vindt en dat verdachte zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de
behandeling, waarbij het innemen van medicijnen onderdeel kan zijn van de behandeling;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
-
geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 120 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
60 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf naar rato van 2 uur per dag;
Strafoplegging t.a.v. parketnummer 96/110650-20:
- veroordeelt verdachte tot
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat de voorwaardelijke rijontzegging niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- heft op het bevel voorlopige hechtenis dat op 18 september 2019 reeds werd geschorst.
Benadeelde partijen t.a.v. feit 1 van parketnummer 02/222446-19:
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 1] een bedrag van
€ 784,99, waarvan € 34,99 ter zake van materiële schade en € 750,- ter zake van immateriële schade, en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 15 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 1] (feit 1, parketnummer 02/222446-19), € 784,99 te betalen, en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 15 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 15 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.E. Goedegebuur, voorzitter, en mrs. I.M. Josten. en W. Anker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Balemans, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 22 oktober 2020.
mr. Josten en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.