ECLI:NL:RBZWB:2020:5407
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroepschrift wegens niet tijdige betaling van griffierecht
Op 2 november 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Belastingdienst/Toeslagen. De eiser had op 5 april 2020 bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Belastingdienst, dat op 3 april 2020 was genomen. Dit bezwaar werd door de Belastingdienst aangemerkt als een beroepschrift en doorgestuurd naar de rechtbank, die het op 8 juni 2020 ontving. De rechtbank wees de eiser op de verplichting tot betaling van griffierecht, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser ontving op 11 juli 2020 een aangetekende brief waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht niet was ontvangen en dat hij dit binnen vier weken moest betalen om ontvankelijkheid van het beroep te waarborgen. De rechtbank constateerde echter dat het griffierecht niet tijdig was betaald, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank baseerde deze beslissing op de relevante artikelen van de Awb, die de verplichtingen omtrent griffierechten en de gevolgen van niet-tijdige betaling uiteenzetten. De uitspraak werd openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.