5.4De rechtbank ziet geen reden om te oordelen dat de voor eiseres geselecteerde functies niet passend zijn. De rechtbank verwijst naar de rapportage van de arbeidsdeskundige van 4 april 2019, het rapport van de arbeidsdeskundige b&b van
4 november 2019 en de reactie van de arbeidsdeskundige b&b van 16 april 2020 op de beroepsgronden. Daarin is inzichtelijk gemotiveerd dat, uitgaande van de vastgestelde beperkingen, eiseres de werkzaamheden kan verrichten die verbonden zijn aan deze functies.
In de FML van 20 maart 2019 is opgenomen dat eiseres beperkt is voor samenwerken, maar dat zij wel met anderen kan werken met een eigen, van tevoren afgebakende deeltaak. De rechtbank kan zich vinden in de verantwoording die de arbeidsdeskundige b&b heeft gegeven in de rapportages van 4 november 2019 en van 16 april 2020. Uit de functiebeschrijvingen in het Resultaat Functiebeoordeling AO-criterium Wet WIA (RFB) van 8 april 2019 volgt dat men in de geduide functies enkel samenwerkt in een eigen, afgebakende deeltaak. Eiseres wordt daartoe in staat geacht. Het kunnen terugvallen op iemand voor uitleg wordt niet aangemerkt als samenwerken.
Dat eiseres de Nederlandse taal (zeer) matig beheerst, betekent voorts niet dat de geduide functies niet passend zijn. Uit vaste rechtspraak volgt dat ook iemand met een beperkte lees- en taalvaardigheid in de Nederlandse taal doorgaans in staat kan worden geacht eenvoudige productiematige functies te vervullen (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de CRvB van 13 februari 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:839). Eiseres heeft basisonderwijs voltooid, waarmee zij voldoet aan de minimale opleidingseis voor de geduide functies. Bovendien valt volgens artikel 9, aanhef en onder a, van het Schattingsbesluit de mondelinge beheersing van de Nederlandse taal onder de algemeen gebruikelijke bekwaamheden die binnen zes maanden kunnen worden verworven. Het basisniveau Nederlandse taal vormt dus geen beletsel om de geduide functies te duiden aan eiseres. De rechtbank is niet gebleken van (aanvullende) objectieve beperkingen die in de weg staan aan het begrijpen van uitleg. Er is dus geen sprake van overschrijding van de belastbaarheid van eiseres. De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat het UWV heeft gehandeld in strijd met het motiveringsbeginsel en zorgvuldigheidsbeginsel doordat de arbeidsdeskundige b&b onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de functie van printmonteur conventioneel geschikt zou zijn en de functie van montagemedewerker niet. De rechtbank stelt vast dat de functies montagemedewerker en printmonteur conventioneel beiden binnen de SBC-code 111180 vallen. Zij vertonen daarvoor voldoende overeenkomst. Dat neemt niet weg dat beide functies apart zijn beschreven en op onderdelen verschillen. Doordat in de functie montagemedewerker is vereist dat men de Nederlandse taal moet kunnen lezen en begrijpen en er contact is met derden, heeft de arbeidsdeskundige b&b deze functie niet geschikt geacht. Deze eisen gelden echter niet in de functie printmonteur conventioneel, zodat dit niet aan het duiden van deze functie in de weg staat. Dit heeft de arbeidsdeskundige b&b voldoende toegelicht in de rapportages van 4 november 2019 en 16 april 2020.
De rechtbank volgt eiseres ten slotte ook niet in haar stelling dat de functie ‘stikster’ niet geschikt is voor haar. De rechtbank overweegt hiertoe dat de eiseres op onderdeel 1.9.9 (persoonlijk risico) beperkt is vanwege werken op grote hoogte of met gevaarlijke machines. Het met een stiknaald in de vinger prikken bij het verwisselen van de naald kan niet worden aangemerkt als werken met gevaarlijke machines.
De hiervoor genoemde functies mochten dan ook worden gebruikt voor de berekening van de mate van arbeidsongeschiktheid.
6.
Mate van arbeidsongeschiktheid
Op basis van de inkomsten die eiseres met de geduide functies zou kunnen verdienen, heeft het UWV een berekening gemaakt die leidt tot de conclusie dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Omdat eiseres tegen deze berekening geen gronden naar voren heeft gebracht, gaat de rechtbank uit van deze mate van arbeidsongeschiktheid.
Omdat pas recht bestaat op een WIA-uitkering bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 35% of meer, heeft het UWV de WIA-uitkering terecht geweigerd per 11 april 2019.
Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.
7.
Proceskosten en griffierecht
Omdat het beroep ongegrond wordt verklaard is er geen reden om een proceskosten-veroordeling uit te spreken. Ook bestaat geen aanleiding om te bepalen dat het griffierecht aan eiseres moet worden vergoed.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.M.J. Kok, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 30 oktober 2020 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Afschrift verzonden aan partijen op: