ECLI:NL:RBZWB:2020:5386
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak over WMO-aanvraag
In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het besluit van 27 juni 2019 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, waarin zijn aanvraag voor een maatwerkvoorziening voor beschermd wonen op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) werd afgewezen. Verzoeker had eerder een persoonsgebonden budget (pgb) voor beschermd wonen ontvangen van de gemeente Amersfoort, dat was voortgezet tot en met 30 juni 2020. Op 11 mei 2020 diende verzoeker een nieuwe aanvraag in, die door het college op 11 mei 2020 werd afgewezen. Verzoeker maakte bezwaar tegen deze afwijzing, en het college verklaarde dit bezwaar op 13 augustus 2020 gegrond, waarbij verzoeker voor de periode van 1 juli 2020 tot 1 juli 2021 een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb werd toegekend.
Na het toekennen van de maatwerkvoorziening trok verzoeker zijn beroep in, maar verzocht het college te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), besloten om de behandeling van het verzoek ter zitting achterwege te laten. De rechtbank overwoog dat er geen sprake was van tegemoetkomen aan verzoeker, omdat het college het bestreden besluit niet had gewijzigd of ingetrokken, maar enkel had beslist op de nieuwe aanvraag. Hierdoor was niet voldaan aan de voorwaarden voor vergoeding van proceskosten.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, en deze uitspraak is gedaan door mr. C.E.M. Marsé, rechter, in aanwezigheid van mr. T.B. Both-Attema, griffier, op 30 oktober 2020. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.