ECLI:NL:RBZWB:2020:5381

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 november 2020
Publicatiedatum
4 november 2020
Zaaknummer
AWB- 20_8726 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard wegens niet betalen griffierecht

Op 3 november 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster bezwaar had gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom. Dit besluit, gedateerd 27 augustus 2020, legde verzoekster een aflossingsverplichting op van € 52,95 per maand. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. Echter, op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) werd besloten dat een zitting achterwege kon blijven.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster niet heeft gereageerd op een brief van de griffier, gedateerd 7 oktober 2020, waarin zij werd verzocht om uitleg te geven over de spoedeisendheid van haar verzoek. Tevens werd vermeld dat bij uitblijven van een tijdige reactie haar verzoek niet-ontvankelijk verklaard kon worden. De griffier had verzoekster ook een nota griffierecht gestuurd, met de mededeling dat het griffierecht binnen veertien dagen betaald moest worden. Dit bedrag was echter niet tijdig voldaan, en er was geen verzoek om ontheffing ontvangen.

Gelet op deze omstandigheden concludeerde de voorzieningenrechter dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk was. De uitspraak werd gedaan door mr. J.L. Sierkstra, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/8726 PW VV

uitspraak van 3 november 2020 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoekster], wonende te [woonplaats verzoekster], verzoekster,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom (ISD Brabantse Wal), verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 27 augustus 2020 (bestreden besluit) waarin verweerder haar een aflossingsverplichting van € 52,95 per maand heeft opgelegd. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een
zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. In artikel 8:82 van de Awb is bepaald dat degene die een verzoek om een voorlopige voorziening indient griffierecht moet betalen.
De griffier heeft verzoekster op 3 oktober 2020, bij aangetekende brief, een nota griffierecht gezonden. Verzoekster is meegedeeld dat het griffierecht binnen veertien dagen op de bankrekening van de rechtbank dient te zijn bijgeschreven en dat het verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard indien het verschuldigde bedrag niet (tijdig) is betaald. Het griffierecht is niet binnen de gestelde termijn van veertien dagen voldaan en de rechtbank heeft geen verzoek om ontheffing ontvangen.
2. Verder heeft de griffier verzoekster bij brief van 7 oktober 2020 verzocht uit te leggen waarom haar zaak met spoed moet worden behandeld. Zij heeft hiervoor een termijn van één week gekregen. Ook in deze brief is vermeld dat bij het uitblijven van een tijdige reactie haar verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Ook op deze brief heeft verzoekster niet gereageerd.
3. Conclusie van het bovenstaande is dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L. Sierkstra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier, op 3 november 2020 en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier* voorzieningenrechter
* De griffier is niet in de gelegenheid deze uitspraak mee te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Tegen deze uitspraak is geen (hoger) beroep mogelijk.