Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 30 oktober 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , te [plaatsnaam] eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
Omvang geschil
Wettelijk kader
Medische beoordeling
.Ook heeft hij de door eiser verstrekte medische informatie bestudeerd. De verzekeringsarts heeft gerapporteerd dat eiser claimt sinds 8 december 2016 arbeidsongeschikt te zijn in verband met een verkeersongeluk in de bebouwde kom. Eiser heeft met rust en dankzij interventies, na een periode weer redelijk goed gefunctioneerd te hebben, een periode hervat in de maatgevende arbeid (nog immer voor wisselend aantal uren, aangevuld met een bijstandsuitkering). De ziekmelding per 17 mei 2017 houdt vermoedelijk verband met langdurige uitval. De verzekeringsarts acht deze datum plausibel als (nieuwe) eerste arbeidsongeschiktheidsdag. Naar aanleiding van een meer hoogenergetisch ongeluk op de snelweg op 6 mei 2018 is eiser weer over linkszijdige fysieke belemmeringen gaan klagen, nu in ergere mate dan na het eerste ongeval van december 2016. In het dagelijks leven claimt eiser hierdoor fysiek belemmerd te worden. Binnenkort wordt gestart met een MD-interventie traject dat naar verwachting twee dagdelen in de week zal zijn en vier tot zes maanden zal duren. Naar verwachting zal hiermee enige klachtenreductie en toename van de belastbaarheid bereikt worden. In verband met dit traject zal eiser mede in verband met energiegebrek niet voltijds belastbaar zijn, doch ongeveer 20 uur per week. Licht fysiek en relatief stressarm werk waarbij de extremiteiten linkszijdig niet zwaar worden belast is, naast de lopende interventie, haalbaar. De beperkingen en de belastbaarheid van eiser zijn neergelegd in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) van 16 juni 2019.
Geschiktheid voor de functies
Mate van arbeidsongeschiktheid
Proceskosten en griffierecht