In deze zaak heeft de Stichting Platform Keelbos, gevestigd te Nuth, beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle. Het college had op 13 november 2019 het bezwaar van de stichting tegen de niet-ontvankelijkheid van haar handhavingsverzoek afgewezen. De stichting stelde dat zij belanghebbende was bij de omgevingsvergunning die was verleend voor het plaatsen van een hekwerk rondom een bosperceel, dat door de stichting werd gebruikt als homo-ontmoetingsplaats (HOP). De rechtbank heeft op 27 oktober 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van de stichting ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de stichting niet langer als belanghebbende kon worden aangemerkt, omdat het bosperceel inmiddels was afgesloten door hekwerken en er geen sprake meer was van een openbaar toegankelijk bosperceel. De rechtbank overwoog dat de stichting in eerdere procedures wel als belanghebbende was aangemerkt, maar dat de situatie inmiddels was veranderd. De rechtbank concludeerde dat het college terecht had geoordeeld dat het bezwaar van de stichting niet-ontvankelijk was, en dat de motivering van het college in stand kon blijven ondanks een motiveringsgebrek. De rechtbank veroordeelde het college tot vergoeding van de proceskosten van de stichting en het griffierecht.