ECLI:NL:RBZWB:2020:489

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 januari 2020
Publicatiedatum
5 februari 2020
Zaaknummer
7862806 OV VERZ 19-5066
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Instelling van meerderjarigenbewind op verzoek van rechthebbende wegens lichamelijke en geestelijke toestand

Op 14 januari 2020 heeft de kantonrechter mr. W.E.M. Verjans een beschikking gegeven in een zaak betreffende de instelling van een meerderjarigenbewind over de goederen van de rechthebbende, geboren op 29 september 1986. Het verzoek tot onderbewindstelling werd ingediend door de rechthebbende zelf, die kampt met lichamelijke en geestelijke problemen, waardoor zij niet in staat is haar financiële zaken zelfstandig te regelen. De kantonrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling op 17 december 2019 de leefomstandigheden van de rechthebbende ter plaatse bekeken en vastgesteld dat er voldoende redenen zijn om het verzoek in te willigen. De rechthebbende heeft een voorkeur uitgesproken voor de benoeming van Delphi Bewindvoering B.V. als bewindvoerder, die zich schriftelijk bereid heeft verklaard deze taak op zich te nemen. De kantonrechter heeft benadrukt dat goede communicatie tussen de rechthebbende en de bewindvoerder essentieel is voor het slagen van het bewindvoeringstraject. Tevens is er een inspanningsverplichting voor de rechthebbende om te werken aan haar lichamelijke en geestelijke toestand en haar financiële vaardigheden te verbeteren. De beschikking is in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en zal worden ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

Cluster III Insolventie en kanton beheerszaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 7862806 OV VERZ 19-5066
beschikking d.d. 14 januari 2020 op een verzoek tot instelling van een meerderjarigenbewind
ingediend door
[verzoekster]wonende te [adres]
hierna te noemen: verzoekster.

1.Het procesverloop

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 25 juni 2019 door de griffie van de rechtbank ontvangen verzoekschrift (met bijlagen, waaronder een verslag van SDW);
b. het proces-verbaal van de griffier met betrekking tot het verhandelde op de terechtzitting van dinsdag 17 oktober 2019;
c. het proces-verbaal van de griffier met betrekking tot het verhandelde op de terechtzitting van dinsdag 17 december 2019.
1.2
De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast.

2.De beoordeling

2.1
Het verzoek strekt tot de instelling van een bewind over de goederen van [verzoekster] hierna te noemen rechthebbende, geboren te Roosendaal en Nispen op 29 september 1986 voornoemd, onder gelijktijdige benoeming van Delphi Bewindvoering B.V., gevestigd te 5122 CB Rijen aan het Anne Frankplein 12, tot bewindvoerder. Rechthebbende is zelf verzoekster.
2.2
Tijdens de terechtzitting van 17 oktober 2019 is rechthebbende -vanwege medische problemen- niet verschenen. De kantonrechter heeft hierop bepaald, dat de volgende behandeling zal plaatsvinden tijdens een -nader te plannen- zogenaamde”buitenronde”, waarbij rechthebbende op haar woonadres zal worden bezocht.
2.3
Tijdens de mondelinge behandeling van 17 december 2019 op het woonadres van rechthebbende, zijn ten overstaan kantonrechter mr. W.E.M. Verjans, bijgestaan door de heer [naam] als griffier, verschenen rechthebbende, haar levenspartner de heer [naam] , mevrouw [naam] (beoogd contactpersoon bij Delphi Bewindvoering B.V.) en mevrouw [naam] ( werkzaam bij SDW). SDW ondersteunt mensen met een beperking of ontwikkelingsachterstand. Zij helpen hen op het vlak van wonen, leren, leven en werken.
Rechthebbende ontvangt samen met haar levenspartner ondersteuning vanuit SDW.
Door het bezoek thuis heeft de kantonrechter ook zelf (gedeeltelijk) kennis kunnen nemen van de leef-/woonomstandigheden van rechthebbende en haar levenspartner.
2.4
Rechthebbende heeft tijdens de mondelinge behandeling d.d. 17 december 2019 verklaard, dat zij haar schriftelijk verzoek tot onderbewindstelling nog steeds handhaaft. Zij vertelt hierbij over haar huidige lichamelijke en geestelijke problemen, die het voor haar moeilijk maken om zelf haar financiële zaken te regelen. Het verzoek wordt van de zijde van SDW ondersteund. Haar levenspartner heeft ook een verzoek tot het onder bewind stellen van zijn goederen ingediend.
2.5
Uit de stukken en de behandeling ter terechtzitting d.d. 17 december 2019 is voldoende aannemelijk geworden dat de rechthebbende als gevolg van haar lichamelijke en geestelijke toestand tijdelijk (en mogelijk duurzaam) niet in staat is zelf ten volle haar vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, reden waarom de kantonrechter het verzoek tot onderbewindstelling hierna zal inwilligen.
2.6
Rechthebbende heeft -zowel schriftelijk als mondeling- haar uitdrukkelijke voorkeur uitgesproken voor benoeming van Delphi Bewindvoering B.V. tot haar (beschermings-) bewindvoerder. Mw. [naam] is hierbij de beoogd contactpersoon. De beoogd bewindvoerder heeft zich schriftelijk bereid verklaard om de taak van bewindvoerder ten behoeve van rechthebbende op zich te nemen. Deze bewindvoerder is tevens de beoogd bewindvoerder ten behoeve van de levenspartner van rechthebbende.
2.7
De beoogd bewindvoerder en rechthebbende hebben het doel van de onderbewindstelling en de wederzijdse afspraken om dit doel te bereiken vastgelegd in het zogenaamde “Plan van Aanpak”. Onder deze afspraken valt ook de bereikbaarheid van de bewindvoerder alsmede afspraken over de contactmomenten. Het is de kantonrechter ambtshalve bekend, dat de beoogd (professioneel) bewindvoerder voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen.
2.8
De kantonrechter heeft ter zitting benadrukt dat een bewindvoeringstraject slechts kan slagen wanneer rechthebbende en de bewindvoerder goed met elkaar blijven communiceren. Hiertoe behoort natuurlijk ook het nakomen van de wederzijdse afspraken. Het kan voor het welslagen van het bewind bevorderlijk zijn dat de bewindvoerder goed duidelijk maakt wat hij wel of niet voor rechthebbende (en haar levenspartner) kan betekenen en dat eventuele (te) hoge verwachtingen van rechthebbende worden bijgesteld. De bewindvoerder dient ook -waar mogelijk- de zelfredzaamheid van rechthebbende te bevorderen. Op rechthebbende rust in dat verband ook een inspanningsverplichting. Zij dient -mede gelet op haar leeftijd- te werken aan een verbetering van haar lichamelijke en geestelijke toestand en aan het vergroten van haar kennis en vaardigheden op financieel gebied om een financiële belangenbehartiging door haar zelf in de toekomst weer mogelijk te maken.
2.9
Samengevat concludeert de kantonrechter dat tegen de benoeming van de voorgesteld/beoogd bewindvoerder geen bezwaren zijn gerezen. De kantonrechter zal deze bewindvoerder hierna dan ook benoemen.
2.10 Ter zitting is de kantonrechter gebleken dat rechthebbende in staat is om zelf aan de -te benoemen- bewindvoerder toestemming te geven voor het doen van beschikkingshandelingen. De rechthebbende wordt in staat geacht om de boedelbeschrijving en de rekening en verantwoording ter goedkeuring te ondertekenen.
2.11
Rechthebbende is in gemeenschap van goederen gehuwd of vormt op andere wijze een economische eenheid met [naam] Voor de aanvangs- werkzaamheden van de bewindvoerder verwijst de kantonrechter naar de beschikking d.d.
14 januari 2020 met zaaknummer 7862813 OV VERZ 19-5067 betreffende het gelijktijdig met dit bewind ingestelde bewind over alle goederen die aan [naam] zullen) toebehoren.
2.12
Nu rechthebbende in gemeenschap van goederen gehuwd is of op andere wijze een economische eenheid vormt met [naam] zal de kantonrechter de jaarbeloning van de -te benoemen- bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen in overeenstemming met artikel 7 lid 3 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
2.13
Op grond van de bevoegdheid als omschreven in artikel 1:436 lid 3 BW bepaalt de kantonrechter dat de onderhavige beschikking wordt ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister.
2.14
De kantonrechter overweegt verder nog het navolgende. Rechthebbende heeft in het kader van deze procedure niet tevens om de instelling van een mentorschap verzocht.
Dit omdat zij kennelijk van mening is, dat zij haar zorgbelangen voldoende zelf kan behartigen. De kantonrechter denkt echter wel dat -gelet op wat hij zelf heeft waargenomen- de leef-/woonsituatie van rechthebbende (en haar levenspartner) wel degelijk een punt van zorg is. Hij verzoekt SDW en de -te benoemen- bewindvoerder om dit (mede) te bewaken.
2.15
Feiten die voor het bewind en voor het voortduren hiervan van belang zijn, dient de bewindvoerder terstond aan de kantonrechter mede te delen.
2.16
Op grond van de bevoegdheid als omschreven in artikel 1:436 lid 3 BW bepaalt de kantonrechter dat de onderhavige beschikking wordt ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister.

3.De beslissing

De kantonrechter:
stelt een bewind in over alle goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan:
[rechthebbende]voornoemd;
verstaat dat het bewind is ingesteld op grond van de lichamelijke en geestelijke toestand;
benoemt tot bewindvoerder:
Delphi Bewindvoering B.V.voornoemd;
stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 7 lid 3 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
verstaat dat het bewind in werking treedt daags na verzending van de beschikking;
draagt de griffier op deze uitspraak in te schrijven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 januari 2020.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.