ECLI:NL:RBZWB:2020:4832

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 oktober 2020
Publicatiedatum
8 oktober 2020
Zaaknummer
AWB- 20_8346 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening inzake tegemoetkoming loonkosten

Op 8 oktober 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen YourResults B.V. en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vertegenwoordigd door het UWV. Verzoekster, YourResults B.V., had beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar en de afwijzing van haar aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Tweede tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (Now2). De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De zaak begon met een aanvraag voor de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW), die op 8 april 2020 werd afgewezen. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 25 juni 2020 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, dat op 16 juli 2020 werd afgewezen. Op 7 september 2020 diende verzoekster opnieuw een verzoek om voorlopige voorziening in, waarin zij het UWV verzocht om binnen 24 uur diverse voorschotbedragen te betalen en om uitstel van betaling te verlenen.

De voorzieningenrechter constateerde dat dit een herhaald verzoek was en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die het herhaalde verzoek konden rechtvaardigen. Verzoekster had niet gereageerd op een verzoek van de voorzieningenrechter om aanvullende informatie te verstrekken. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter benadrukte dat een herhaald verzoek alleen kan worden toegewezen als er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die dit rechtvaardigen, wat in dit geval niet aan de orde was. De uitspraak werd gedaan door mr. J.L. Sierkstra, in aanwezigheid van griffier mr. A.J.J. Sterks, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/8346 VV

uitspraak van 8 oktober 2020 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

YourResults B.V. te Etten-Leur, verzoekster,

en

de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

namens deze de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV; kantoor Breda), verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 25 juni 2020 van de minister inzake de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar. Ook heeft zij bezwaar gemaakt tegen het besluit van 8 juli 2020 van de minister inzake de afwijzing van haar aanvraag om een tegemoetkoming op grond van de Tweede tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (Now2). Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. Verzoekster heeft een aanvraag gedaan voor de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW). Met het besluit van 8 april 2020 is de aanvraag afgewezen. Verzoeksters bezwaar tegen dit besluit is met het besluit van
25 juni 2020 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster heeft tegen dat besluit beroep ingesteld en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Dat verzoek is afgewezen in een uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 16 juli 2020, zaaknummer BRE 20/7390 NOW.
Verzoekster heeft eveneens een aanvraag gedaan voor een tegemoetkoming op grond van de Now2. Met het besluit van 8 juli 2020 is de aanvraag afgewezen. Verzoekster heeft tegen dat besluit bezwaar gemaakt en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Dat verzoek is afgewezen in een uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 28 juli 2020, zaaknummer BRE 20/7438 NOW.
2. Op 7 september 2020 heeft verzoekster het nu voorliggende verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, opnieuw in het kader van de procedures tegen voornoemde besluiten. Verzoekster heeft, kort samengevat, de voorzieningenrechter gevraagd om het UWV te verplichten tot het binnen 24 uur betalen van diverse voorschotbedragen over meerdere tijdvakken van de NOW, Now2 en Now3, een voorschotbedrag aan de gemachtigde van verzoekster, een voorschot op de schadevergoeding en een dwangsom. Verder is verzocht om het verlenen van uitstel van betaling en om het UWV te verbieden onrechtmatige of beperkende maatregelen jegens de gemachtigde van verzoekster te ondernemen.
3. De voorzieningenrechter stelt vast dat sprake is van een herhaald verzoek om een voorlopige voorziening. In de uitspraken van 16 en 28 juli 2020 zijn immers al voorlopige oordelen gegeven over de nu in geding zijnde besluiten.
Volgens artikel 8:85 van de Awb is de beslissing op een verzoek om een voorlopige voorziening in beginsel bedoeld om te gelden tot de uitspraak in de bodemprocedure. Een herhaald verzoek om een voorlopige voorziening kan daarom slechts voor toewijzing in aanmerking komen, indien de verzoeker een beroep doet op nieuwe feiten of omstandigheden, die toewijzing van een dergelijk verzoek kunnen rechtvaardigen. Dit is het geval indien sprake is van ernstige onvolkomenheden in de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter of van een belangrijke wijziging van de relevante feiten en omstandigheden. Dit blijkt uit vaste rechtspraak van de hoogste rechter in dit soort zaken, de Centrale Raad van Beroep (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 5 december 2012, ECLI:NL: CRVB:2012:BY5481).
4. Bij brief van 8 september 2020 heeft de voorzieningenrechter verzoekster daarom verzocht om aan te geven welke feiten en omstandigheden zich hebben voorgedaan die het herhaalde verzoek om een voorlopige voorziening kunnen rechtvaardigen. Verzoekster heeft niet gereageerd op deze brief. Van een belangrijke wijziging van de relevante feiten en omstandigheden is de rechtbank ook niet gebleken, zodat het verzoek om een voorlopige voorziening zal worden afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L. Sierkstra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier, op 8 oktober 2020 en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Tegen deze uitspraak is geen (hoger) beroep mogelijk.