Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 7 oktober 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , wonende te [plaatsnaam] , eiser,
Procesverloop
Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Het UWV is, met voorafgaand bericht, niet verschenen.
Overwegingen
Feiten en omstandigheden
20 december 2018 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
Omvang geschil
20 december 2018.
Wettelijk kader
Medische beoordeling
De diagnose PTSS is gesteld waarvoor hij behandeld wordt. Hij heeft te kampen met slaapproblemen en daardoor met vermoeidheidsklachten. Hij kan niet 40 uur per week werken. Eiser stelt dan ook dat uit preventief opzicht een urenbeperking gesteld had moeten worden. Verder had een beperking op vasthouden van de aandacht gesteld moeten worden. En ook op de volgende aspecten zijn geen of te weinig beperkingen aangenomen: concentreren en verdelen van aandacht, inzicht in eigen kunnen, deadlines of productiepieken, hoog handelingstempo, omgaan met conflicten, eigen gevoelens uiten, persoonlijk risico, hand- en vingergebruik, tastzin en frequent lichte voorwerpen hanteren. Volgens eiser had het UWV een onafhankelijke deskundige moeten raadplegen om zo een goed beeld te kunnen krijgen van zijn klachten en beperkingen.
Geschiktheid voor de functies
Mate van arbeidsongeschiktheid
Proceskosten en griffierecht