Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 oktober 2020 in de zaken tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser
De Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank Breda (Svb), verweerder.
Procesverloop
employed, working in two or more states’en als
‘employee’.
‘employed, working in two or more states’en als ‘
employee’.
Overwegingen
- Een overzicht van de locaties en periodes waarin hij in Nederland en België werkzaam is geweest in de periode vanaf 17 januari 2017 tot en met heden;
- De opdrachtovereenkomsten en facturen vanaf 17 januari 2017 tot en met heden;
- De balans- winst- en verliesrekening over de periode van 17 januari 2017 tot en met heden;
- De aangiften en aanslagen omzetbelasting over alle kwartalen 2017 en 2018.
- een schriftelijke verklaringen van [naam derde partij] waaruit blijkt dat eiser in 2019 zowel in Nederland als in België werkzaam is;
- Waarbij tevens opdrachtbevestigingen en urenverklaringen/declaraties worden overgelegd waaruit duidelijk blijkt dat er elk kwartaal óók in Nederland is gewerkt door eiser.
employed, working in two or more states’.
employed, working in two or more states’.
Procesbelang bestreden besluiten 1 en 2
Het resterende geschil
Beoordeling door de rechtbank
Griffierecht en proceskosten
Beslissing
- verklaart het beroep tegen de bestreden besluiten 1 en 2 van 23 augustus 2019 niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen de gewijzigde bestreden besluiten 1 en 2 van 30 juli 2020 en tegen het bestreden besluit 3 van 23 augustus 2019, niet-ontvankelijk;
- draagt de Svb op in de zaken 19/5044 BESLU en 19/5045 BESLU het betaalde griffierecht van € 47,00 aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt de Svb in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.100,00.