Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 30 september 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , wonende te [plaatsnaam] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
Omvang geschil
Wettelijk kader
Toetsingskader
Medische beoordeling
A. Valkenburg van 1 juni 2018 en 17 juli 2018, van neurochirurg I.T.H.J. Verhagen van
21 juni 2018 en van SEH-arts A. Evegaars van 19 februari 2018. In haar rapportage van
23 april 2019heeft de primaire arts aangegeven dat eisers eigen werk als verhuizer door zwaar tillen/dragen niet meer geschikt is voor hem. Eiser heeft enige beperkingen in het persoonlijk en sociaal functioneren in arbeid en hij is beperkt voor fysiek zwaar belastend werk, zoals frequent zware lasten hanteren. Hij kan tot maximaal 5 minuten boven schouderhoogte werken. In eigen tempo kan hij onbeperkt (trap)lopen. Hij is verder aangewezen op werk zonder stresserende factoren, zoals onverwachte deadlines of veelvuldige storingen/onderbrekingen. Eiser komt volgens de primaire arts niet in aanmerking voor vermindering van werktijden omdat hij niet voldoet aan de criteria in de standaard ‘Duurbelastbaarheid in Arbeid’.
22 november 2019heeft Van der Heemst geconcludeerd dat er geen medische argumenten zijn om tot andere en/of meer beperkingen te komen dan zijn geformuleerd in de FML van 23 april 2019. Eiser heeft tijdens de bezwaarfase volgens de verzekeringsarts b&b geen informatie van medische aard overgelegd waaruit blijkt dat zijn gezondheidstoestand en de daaruit voortvloeiende arbeidsbeperkingen anders waren dan door de primaire arts aangegeven. Dat eiser zich totaal ongeschikt acht om te werken kan de verzekeringsarts b&b niet volgen omdat geen van de uitzonderingssituaties die daar volgens het Schattingsbesluit toe leiden van toepassing is. Immers, ondanks al zijn gezondheidsklachten functioneert eiser zelfstandig in het dagelijks leven. De primaire arts is volgens de verzekeringsarts b&b ook niet voorbij gegaan aan het ziektebeeld van eiser. Voor de sinds 2011 door eiser geclaimde burn-out voldoet hij niet aan het beeld van een persoon met een burn-out en past zijn dagverhaal (waaronder een mantelzorgtaak voor zijn moeder) ook niet daarin, aldus de verzekeringsarts b&b. De kaakontsteking tot slot heeft eiser pas na de datum in geding
(26 juli 2019) opgelopen.
13 januari 2020 heeft eiser onder meer een brief van de neuroloog M.J.H.L. Mulder van
11 november 2019 meegezonden.
Geschiktheid voor de functies
.Daarin is inzichtelijk gemotiveerd dat, uitgaande van de vastgestelde beperkingen, eiser de werkzaamheden kan verrichten die verbonden zijn aan deze functies. Eisers standpunt dat hij niet in staat is de geduide functies te verrichten, vloeit kennelijk voort uit zijn opvatting dat zijn medische beperkingen zijn onderschat omdat hij door de burn-out in 2011 nog altijd niet meer dan een half uur per dag zou kunnen werken. Zoals de rechtbank in onderdeel 5.3 heeft overwogen is die opvatting niet juist.
Mate van arbeidsongeschiktheid