Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 30 september 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , te [plaatsnaam 1] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
Omvang van het geding
.
Wettelijk kader
Medische beoordeling
Geschiktheid voor de functies
.Met deze stukken is inzichtelijk gemotiveerd dat, uitgaande van de vastgestelde beperkingen, eiser de werkzaamheden kan verrichten die verbonden zijn aan deze functies. Eisers standpunt dat hij niet in staat is de geduide functies te verrichten, vloeit voort uit zijn opvatting dat zijn medische beperkingen zijn onderschat. Zoals de rechtbank in overweging 4.3 heeft geconcludeerd is die opvatting niet juist.
Mate van arbeidsongeschiktheid
.
Conclusie, griffierecht en proceskosten
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- draagt het UWV op het betaalde griffierecht van € 47,00 aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt het UWV in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 525,00.