IV.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 490 t/m 497 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
De bevindingen van het observatieteam op 23 november 2018 tussen 08.15 uur en 14.15 uur betreffende het subject [verdachte] werden vergeleken met de tapgesprekken van de verschillende telefoonnummers waarop een tap was aangesloten.
Wat opvalt is dat het observatieteam zag dat [verdachte] , [medeverdachte 2] en een onbekende vrouw gedurende de observatie bij elkaar waren dan wel kort bij elkaar in de buurt waren dan wel zich samen in een zwarte Seat Ibiza voorzien van het kenteken [kenteken 1] verplaatsten. Gedurende de observatie reden [verdachte] , [medeverdachte 2] en de onbekende vrouw naar verschillende plaatsen. Vanaf Tilburg reed men naar Bemmel, naar Huissen, Arnhem, Lent, Nijmegen en Oss.
De twee getapte telefoonnummers, [telefoonnummer 5] en [telefoonnummer 1] legden nagenoeg dezelfde route af op dezelfde tijdstippen. Daarbij viel op in de tapgesprekken dat er gedurende de observatie veel contact was tussen [telefoonnummer 5] en [telefoonnummer 4] .
De telefoon [telefoonnummer 1] werd alleen gebruikt door een man.
V.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 457 t/m 462 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Binnen het onderzoek Bobslee werd vastgesteld dat het telefoonnummer [telefoonnummer 3] betrokken was bij meerdere diefstallen.
Uit het onderzoek van de mastgegevens en de camerabeelden is gebleken dat er door de verdachte van een pinpasfraude op 25 augustus 2018 te 11.56.50 uur werd gepind bij een geldautomaat aan de [straatnaam 1] te Oisterwijk. Op de camerabeelden was te zien dat er door de verdachte tijdens de pintransactie telefonisch contact was met haar mobiele telefoon. De vrouw die te zien is op de camerabeelden herken ik, verbalisant [verbalisant 1] , als zijnde
[medeverdachte 2].
Uit de historische verkeersgegevens volgt dat er op dat moment contact is tussen het
telefoonnummer [telefoonnummer 1] en het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Beide telefoonnummers straalden aan op de mast [mast] , zijnde de mast aan de [straatnaam 2] te Oisterwijk, maar met verschillende zendrichtingen.
De simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] zat in een toestel met het IMEI-nummer [nummer 1] . Uit onderzoek blijkt dat dit toestel is van [naam 13] , model: Ml250. Ik, verbalisant zag dat dit exact het zelfde toestel is als [medeverdachte 2] tijdens de pintransactie in haar hand heeft.
VI.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 762 t/m 764 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Uit eerder onderzoek naar de gebruikster van het telefoonnummer [telefoonnummer 5] bleek dat zij de partner is van [naam 14] , geb. [geboortedag naam 14] -1994. Genoemde [naam 14] verklaarde op 28 november 2018 dat hij een dochtertje heeft van 3 jaar oud, genaamd [naam 15] en dat zijn partner [medeverdachte 1] is.
Door te raadplegen op facebook met de naam “ [medeverdachte 1] ” werd er een facebookaccount gevonden met de naam " [medeverdachte 1] ”. Volgens de Roma tolk betekent Volimte: houdt van. Op dit facebookaccount waren diverse foto’s en filmpjes geplaatst, waaronder van een man en vrouw samen, waarbij de man werd herkend als zijnde [naam 14] .
Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag sterke uiterlijke gelijkenissen met betrekking tot de vrouw in het filmpje op facebook van profiel “ [medeverdachte 1] ” en de politiefoto van [medeverdachte 1] .
Een collega verbalisant van de politie Rotterdam wist ambtshalve dat de partner van [naam 14] [medeverdachte 1] is.
VII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 965 t/m 968 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op 18 november 2018 om 17.12.55 uur werd NN-vrouw met telefoonnummer [telefoonnummer 7] gebeld door NN-vrouw met telefoonnummer [telefoonnummer 4] . [naam 16] vraagt aan [naam 17] of [naam 18] haar kan ophalen. [naam 17] zegt: “even [naam 18] vragen", waarop de achtergrond hoorbaar was: “ [naam 18] , kan jij [medeverdachte 2] gaan ophalen bij de bioscoop”? (TA1 sessie 47). Uit bovenstaand gesprek valt op te maken dat [naam 16] [medeverdachte 2] genoemd wordt.
Op 26 november 2018 om 17.46.32 uur werd door NN-vrouw met telefoonnummer [telefoonnummer 7] gebeld naar NN-man met telefoonnummer [telefoonnummer 8] . In het gesprek met deze NN-man vraagt NN-vrouw waar [medeverdachte 2] is. NN-man zegt dat [medeverdachte 2] hier is. NN-vrouw wil [medeverdachte 2] iets vragen, waarop NN-man op de achtergrond roept: “ [medeverdachte 2] hier [medeverdachte 3] ”. Vervolgens kwam [naam 19] aan de telefoon van NN-man. (TA1 sessie 188) Uit bovenstaand gesprek is af te leiden dat [medeverdachte 2] mogelijk op hetzelfde adres verblijft als [naam 20] .
Uit het Basis Voorziening Handhavingssysteem van de politie bleek dat [naam 21] , geb. [geboortedag naam 21] 1996 sinds 25 november 2017 stond geregistreerd met het telefoonnummer [telefoonnummer 8] . Dit telefoonnummer wijkt 2 cijfers af met het telefoonnummer [telefoonnummer 8] , waardoor ik, verbalisant, het vermoeden heb dat er een typefout gemaakt is bij het registreren van het telefoonnummer van
[naam 21] in het politiesysteem. Gelet op het feit dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 8] in diverse afgeluisterde telefoongesprekken [naam 21] genoemd wordt, heb ik het vermoeden dat [naam 21] voornoemd is.
Uit onderzoek op facebook zag ik dat er een facebookprofiel is met de naam “ [naam 22] ”. Volgens de Roma tolk betekent “volimte” houdt van. Ik herkende op meerdere foto’s op dit facebookprofiel [naam 21] voornoemd. Ik herkende hem van de politiefoto uit december 2017. De vrouw waarmee hij stond afgebeeld herkende ik direct als de mij ambtshalve bekende [medeverdachte 2] .
VIII.
het ambtsedig proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen als pagina 1610 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Onder [medeverdachte 2] , geb. [geboortedag medeverdachte 2] -2001, is bij haar aanhouding, na fouillering, in beslag genomen een telefoon van het merk/type: [naam 23] Onetouch, kleur: zwart, met registratienummer: [nummer 2]
IX.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina 1614 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
In de mobiele telefoon, merk: [naam 23] , type: One Touch, met het imei nummer: [nummer 2] is een sim-kaart van [naam 1] aangetroffen met het mobiele nummer [telefoonnummer 4] .
X.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 1115-1116 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Uit afgeluisterde telefoongesprekken gevoerd door de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 7] bleek dat de hoofdgebruikster van dit telefoonnummer [medeverdachte 3] (fon) werd genoemd. Verder bleek dat ze geregeld werd gebeld met de vraag of men [naam 18] kon spreken, waarop ze haar telefoon overgaf aan een man. Uit tapgesprekken blijkt dat de gebruikster van het telefoonnummer [telefoonnummer 7] geregeld contact had met een NN-man, die gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer 9] . Ze noemde de man “mijn man” en de man noemde haar “mijn vrouw”.
Ik zag vervolgens een tweetal registraties, waarin [medeverdachte 3] , geb. [geboortedag medeverdachte 3] -1990, werd gecontroleerd in het bijzijn van eerder genoemde [naam 18] . Deze controles vonden plaats op 1 en 4 augustus 2017 in respectievelijk Eindhoven en Schijndel.
XI.
het ambtsedig proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , opgenomen als pagina’s 358-359 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op zaterdag 25 augustus 2018, omstreeks 11:10 uur, ging ik naar de supermarkt genaamd de [naam 8] . Ik heb mijn boodschappen afgerekend en ben vervolgens naar huis gelopen. Omstreeks 11:45 uur, kwam ik bij mijn woning te Oisterwijk aan. Ik wilde naar binnen gaan en werd aangesproken door een jongen en een meisje. Ze spraken mij aan en vroegen naar mijn kassabonnetje. Ze gaven aan dat ze medewerkers waren van de supermarkt. Ze wilden controleren of ik alle producten op het bonnetje had afgerekend. Ik heb ze binnen in het halletje gelaten. Ik hoorde dat de jongen zei dat ik mijn pinpas op een apparaat moest leggen en nog één maal de pincode moest invoeren. Dit heb ik ook gedaan.
Op het afschrift van de bankrekening was te zien dat ze bij de [naam 24] hebben gepind aan [straatnaam] (te Oisterwijk). Mijn dochter is bij die bank geweest en die gaven aan dat ze camerabeelden hebben van de pintransactie. Volgens de bank hebben de daders om 11:56 uur gepind in de bank. Er is een bedrag van 1.250 euro gepind.
XII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina 363 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Naar aanleiding van de aangifte van [slachtoffer 1] is er op 27 augustus 2018 contact geweest met aangeefster, waarbij aangeefster onder meer het volgende vertelde:
Zij heeft sinds het incident op zaterdag 25 augustus 2018 haar bankpas niet meer gezien en niet meer kunnen vinden.
XIII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 521-522 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Middels een vordering werden de camerabeelden van de pintransactie van 25 augustus 2018 te 11.56 uur bij de [naam 24] te Oisterwijk opgevraagd. Op deze camerabeelden is een vrouw te zien die de pintransactie uitvoert.
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , herken de verdachte op deze foto als zijnde
[medeverdachte 2]. Ik herken haar van de ronde vorm van haar hoofd, haar brede jukbeenderen en haar mond. Ik herken haar als zijnde dezelfde persoon die ik op afbeeldingen van camerabeelden bij andere feiten heb gezien.
XIV.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina 458 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Uit het onderzoek van de mastgegevens en de camerabeelden is gebleken dat er door de verdachte van een pinpasfraude op 25 augustus 2018 te 11.56.50 uur werd gepind bij een geldautomaat aan de [straatnaam 1] te Oisterwijk.
Met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] is op 25 augustus 2018 om 11.56.45 uur gebeld met het telefoonnummer [Telefoonnummer 10] , gedurende 6 seconden.
Het telefoonnummer [Telefoonnummer 10] straalde bij het bovengenoemde gesprek aan op de mast [mast] en het telefoonnummer [telefoonnummer 1] straalde aan op de mast [mast] . Het betrof in beide gevallen de mast aan de [straatnaam 2] te Oisterwijk, maar met verschillende zendrichtingen.
Feit 3 en feit 4:
XV.
het ambtsedig proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , opgenomen als pagina’s 597-598 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op zaterdag 1 september 2018 ben ik naar het winkelcentrum in Berkel-Enschot gegaan en heb ik boodschappen gedaan bij de [naam 25] . De boodschappen heb ik bij de kassa gepind met mijn bankpas. Ik heb de boodschappen ingepakt en ben met de auto naar mijn huis in Berkel-Enschot gereden. Ik zag twee voor mij onbekende personen de oprit oplopen. Het ging om een man en een vrouw. De man vroeg aan mij of ik wist waar de huisartsenpost zat. De man vroeg of ik het op wilde schrijven. Ik wist dat ik een pen in mijn tasje had zitten. Het tasje was afgesloten met een slotje. Ik deed het tasje open en pakte de pen uit het tasje. Vervolgens deed ik het tasje niet meer op slot. De man hield een map op zodanige wijze vast dat ik geen zicht meer had op mijn tasje. Daarna zijn de man en de vrouw vertrokken. Op zondag 2 september 2018 ging ik internetbankieren. Er viel mij een aantal vreemde afschrijvingen op. Ik pakte mijn tasje waar mijn bankpas in zou moeten zitten. Ik zag dat het bankpasje niet meer in de portemonnee zat.
Ik ben teruggegaan naar de [naam 25] en heb de camerabeelden bekeken. Op de beelden was duidelijk te zien dat de man die ik had getroffen op mijn oprit achter mij stond aan de kassa.
XVI.
het ambtsedig proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 2] , opgenomen als pagina 602 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
De pintransactie die plaatsvond bij de [naam 27] op de Heuvelring was op 1 september 2018 om 11.03 uur. Het bedrag 9,95 euro werd gepind op 1 september 2018 om 12.46 uur bij een winkel genaamd [naam 37] in Poppel en het bedrag 2,00 euro werd gepind op 1 september 2018 om 13.11 uur bij de winkel [Naam 38] in Ravels.
Ik heb op zaterdag 1 september 2018, om 10.28 uur, de pintransactie voor mijn boodschappen uitgevoerd bij de [naam 25] , gevestigd aan het [straatnaam 3] te Berkel-Enschot.
XVII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 647-648 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op 1 september 2018 tussen 10.00 uur en 12.30 uur is er regelmatig telefonisch contact tussen het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en het telefoonnummer [telefoonnummer 3] .
Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat de telefoonnummers [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 1] rondom het gepleegde feit te 10.00 uur aanstraalden op respectievelijk de masten [mast] [straatnaam 4] te Berkel Enschot en [mast] [straatnaam 5] te Berkel Enschot.
Rondom de pintransactie op 1 september 2018 te 11.02 uur aan de Heuvelring straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 1] om 11.08 aan op [mast] [straatnaam 6] te Tilburg. Op 1 september 2018 te 11.11 uur straalt het telefoonnummer aan op een mast [mast] [straatnaam 7] te Tilburg. Beide masten zijn gelegen in de omgeving van de pintransactie aan de Heuvelring.
Feit 5 in het procesdossier
XVIII.
het ambtsedig proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , opgenomen als pagina’s 713-714 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op woensdag 8 augustus 2018, omstreeks 11.26 uur heb ik boodschappen afgerekend met mijn pinpas bij supermarkt de [naam 29] , gevestigd op het [adres 4] in Nijkerk. Ik woon in een appartementencomplex te Nijkerk en bij thuiskomst ben ik, toen ik mijn kelderbox net geopend had, aangesproken door drie personen. Deze drie personen waren twee meisjes en één jongen. De drie jongeren vroegen aan mij of ik wist zich waar hun oma woonde. Op hetzelfde moment wreef er één van de dames over mijn rug. Toen ik thuis in mijn appartement was, werd ik gebeld door de [naam 24] . De medewerker van de [naam 24] vertelde mij, dat er een bedrag van 1.250 euro om 11.53 uur van mijn rekening was gepind bij de [naam 24] , locatie [naam 30] . Ik gaf aan, dat ik niet had gepind op dat tijdstip. Vervolgens heb ik in mijn portemonnee gekeken en ik zag dat mijn pinpas uit mijn portemonnee was weggenomen.
XIX
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, met proces-verbaalnummer 2018357409-3, opgenomen als pagina’s 718-719 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
De verbalisant heeft de gevorderde camerabeelden van de supermarkt [naam 29] , gevestigd op het [adres 4] te Nijkerk van 8 augustus 2018 omstreeks 11.22 uur uitgekeken en daarbij de volgende bevindingen gedaan:
Aangever [slachtoffer 3] staat bij de kassa en pakt haar boodschappen in. Achter aangever staan een man en een vrouw in de rij. Aangever pakt een pinpas uit haar portemonnee en stopt deze in het pinapparaat. De vrouw, welke achter haar in de rij staat, doet een stap naar voren op het moment, dat aangever gaat pinnen. Terwijl aangever bezig is met pinnen, zag ik dat deze vrouw constant naar het pinapparaat kijkt. Als aangever haar pinpas uit het pinapparaat haalt, doet de vrouw een stap achteruit wendt haar hoofd weer af.
De man en vrouw lopen vanuit de winkel naar het parkeerterrein en stappen in een blauwe personenauto van het merk Volvo, voorzien van het kenteken [kenteken 2] . Daarna komt de aangever in haar scootmobiel naar buiten. De donkerkleurige auto rijdt achteruit en in de richting van aangever. Het kenteken van de auto staat op naam van: [naam 26] ( [geboortedag naam 26] -1985).
XX.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 718-719 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
De tenaamgestelde van het voertuig met kenteken [kenteken 2] , te weten [naam 26] ( [geboortedag naam 26] 1985) heeft ook het voertuig voorzien van kenteken: [kenteken 3] op zijn naam en dit kenteken heeft een registratie in het politiesysteem Bluespot. Dit voertuig is op 13 september 2018 in Uden gecontroleerd door de politie, waarbij de bestuurder [verdachte] ( [verdachte] ), geboren: [geboortedag] -1993, betrof. In Bluespot is een
foto van [verdachte] beschikbaar, deze vertoont gelijkenissen met een van de verdachten die te zien is op de camerabeelden (zie proces-verbaal van bevindingen: 2018357409-3). Echter op deze beelden draagt verdachte een pet en zonnebril. Hierdoor kan niet met volledige zekerheid worden gesteld dat [verdachte]
deze verdachte betreft.
XXI.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 733-734 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Ten tijde van de gekwalificeerde diefstal op 8 augustus 2018 tussen 11.26 uur en 13.51 uur te Nijkerk heeft het telefoonnummer [telefoonnummer 1] veelvuldig kortstondig contact met het telefoonnummer [telefoonnummer 5] .
Op 8 augustus 2018 om 11.34.12 uur straalde het telefoonnummer [telefoonnummer 1] aan op de [mast] mast te Nijkerk. De supermarkt de ‘ [naam 29] ’ gelegen aan het [adres 4] te Nijkerk valt binnen het bereik van deze mast.
Op 8 augustus 2018 om 11.53.48 uur straalde het telefoonnummer [telefoonnummer 1] aan op de [mast] mast te Nijkerk. De [naam 24] aan de [adres 2] te Nijkerk valt binnen het bereik van deze mast. Het betreft ook het tijdstip dat er € 1250,- euro werd gepind bij deze [naam 24] .
XXII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 736 t/m 738 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op 8 augustus 2018 om 11.34.12 uur wordt de [mast] mast te Nijkerk aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 5] . De supermarkt de ‘ [naam 29] ’ gelegen aan het [adres 4] te Nijkerk valt binnen het bereik van deze mast.
Op 8 augustus 2018 om 11.53.48 uur wordt de [mast] mast te Nijkerk aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 5] . De [naam 24] aan de [adres 2] te Nijkerk valt binnen het bereik van deze mast.
Feit 6 in het procesdossier
XXIII.
het ambtsedig proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , opgenomen als pagina’s 769 t/m 771 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op woensdag 14 november 2018 omstreeks 11.50 uur heb ik boodschappen gedaan aan de Molenweg te Nijmegen. Thuis (te Nijmegen) aangekomen heb ik mijn boodschappen uitgeladen en de centrale voordeur geopend. De deuren waren nog niet gesloten toen ik zag dat er drie jonge mensen de lift in stapten. Ik zag dat het twee meisjes en een jongen waren. Ik hoorde de jongen, die vooral het woord deed, tegen mij zeggen dat ze niet precies wisten waar ze heen moesten omdat ze op zoek waren naar hun oma. Ik hoorde dat een meisje vroeg of ze bij mij naar de WC mocht. Dat vond ik goed. Het andere meisje vroeg mij om een glas water. Ik ben dat voor haar gaan halen. Ik had de boodschappen in de hal gezet. Mijn jas en schoudertas had ik om een stoel in de zitkamer gehangen. Ik hoorde de jongen aan mij vragen of hij even bij mij op de computer mocht kijken op Google Maps, naar het adres. Ik ben toen samen met die jongen gaan kijken of we een ander adres van oma konden vinden. Mijn schoudertas was toen achter mij. Nadat ik geluncht had, ben ik naar [naam 39] gegaan. Ik wilde daar iets afrekenen en zag toen dat mijn bankpas uit mijn portemonnee was weggenomen.
XXIV.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 775-776 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Van de bankrekening van aangeefster zijn de volgende bedragen afgeschreven:
- op 14-11-2018 te 12:48 uur is 509 euro opgenomen bij een muntautomaat van de [naam 27] te Nijmegen;
- op 14-11-2018 te 13:03 uur is 2x 300 euro gepind bij een [naam 28] automaat aan de [adres 5] in Nijmegen.
XXV.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina 774 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Ten aanzien van de bankrekening van aangeefster hebben de volgende mistransacties plaatsgevonden:
- op woensdag 14 november 2018 te 12:49 uur, bij [naam 27] , voor een bedrag van 1009 euro, niet gelukt in verband met onvoldoende saldo;
- op woensdag 14 november 2018 te 13:39 uur, bij [naam 24] Oss-Bernheze,
voor een bedrag van 100 euro, niet gelukt in verband met onvoldoende saldo.
Bij zowel de [naam 27] als de [naam 24] zijn camerabeelden gevorderd.
XXVI.
het ambtsedig proces-verbaal van herkenning, opgenomen als pagina’s 816-817 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Ten aanzien van de diefstal op 14 november 2018 tussen 11:50 en 13:45 uur te Nijmegen zijn camerabeelden uitgekeken. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag op de beelden van de [naam 27] te Nijmegen twee vrouwen staan. Ik zie dat de vrouw met de grijze jas en zwarte muts met beige flos de pintransactie uitvoert. Ik herken de vrouw met de grijze jas als zijnde
[medeverdachte 1]. Ik herken haar omdat ik in een ander onderzoek naar een zware mishandeling en openlijke geweldpleging, genaamd Biathlon als rechercheur betrokken was.
Tevens werd tijdens een observatie op 23-11-2018 gezien dat er na telefonisch contact tussen [verdachte] [telefoonnummer 1] en [medeverdachte 1] met het telefoonnummer [telefoonnummer 5] een vrouw werd opgepikt, die later werd herkend als zijnde [medeverdachte 1] . Ik zag dat [medeverdachte 1] bij de pintransactie bij feit 6 een soortgelijke jas en zwarte laarsjes draagt als bij de observatieactie op 23-11-2018.
XXVII.
ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 810-811 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zie op de beelden van feit 6 dat twee vrouwen voor de geldautomaat van de [naam 27] staan. Ik herken de vrouw met de zwarte jas als zijnde
[medeverdachte 2]. Ik herken haar aan de ronde vorm van haar hoofd en haar postuur. Ik zie dat ze onder de zwarte jas een beige vest draagt. Dit vest draagt zij ook bij de feiten 2, 3 en 4 en heeft zij aan bij haar aanhouding op 7 februari 2019. Op de beelden van de geldautomaat van de [naam 28] bij de [naam 31] van 14-11-2018 te 13.06 uur zie ik dat
[medeverdachte 2]in de winkel staat. Ik herken haar aan haar postuur, houding en de vorm van haar hoofd. Ik zie dat ze een zwarte muts op heeft een beige vest draagt en een grijze broek met een vale plek boven haar linkerknie. Ik zie dat ze een grijze schouder/handtas in haar handen heeft, soortgelijk aan de tas, die ze ook bij andere feiten bij zich heeft.
XXVIII.
ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 784 t/m 786 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] heeft op 14 november 2018 veelvuldig contact met telefoonnummer [telefoonnummer 5] , in het bijzonder rond de tijdstippen van de diefstal en de pintransacties.
Op 14 november 2018 om 11.37.55 uur wordt de [mast] mast aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Het winkelcentrum waar aangeefster haar boodschappen deed aan de [adres 3] te Nijmegen valt binnen het bereik van deze mast.
Op 14 november 2018 om 12.49.04 wordt de [mast] mast aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Deze mast is gesitueerd aan het [adres 6] te Nijmegen. De [naam 27] waar op 14 november 2018 om 12.48 uur een bedrag van € 509,- werd gepind en om 12.49 uur werd gepoogd te pinnen ligt aan het [adres 7] te Nijmegen.
Op 14 november 2018 op 13.41.06 uur wordt de [mast] mast aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1] . De [naam 24] aan de [adres 8] te Oss waar op 14 november 2018 om 13.39 uur gepoogd werd te pinnen valt binnen het bereik van deze mast.
XXIX.
ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 791-792 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op 14 november 2018 zijn gesprekken getapt tussen telefoonnummers [telefoonnummer 5] en [telefoonnummer 1] .
Gesprek met sessienummer 28:
14 november 2018 te 11.37.55 uur wordt [telefoonnummer 5] gebeld door [telefoonnummer 1] .
Locatie beller: [adres 9] NIJMEGEN
[naam 32] : Hallo
[naam 2] : Kijk of je kunt kijken.
[naam 32] : Wie?....Gaat dat?..
[naam 2] : Die doet het niet?
[naam 32] : Nee., doet niemand
[naam 2] : Kijk naar die ouwe achter/naast je.. daar bij de kassa.
[naam 32] : Ok.
[naam 2] : Ik kan niet, die vrouw zag mij...
[naam 32] : Goed...
Gesprek met sessienummer 29:
14 november 2018 te 11.39.15 uur belde [telefoonnummer 5] naar [telefoonnummer 1] .
Locatie gebelde: [adres 9] NIJMEGEN
[naam 32] zegt
:Ik heb geld (ntv)
Feit 7 in het procesdossier
XXX.
het ambtsedig proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , met proces-verbaalnummer PLO600-2018516438-1, opgenomen als pagina’s 839-840 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op 15 november 2018 ben ik vanaf mijn woning te Heteren naar de supermarkt de [naam 25] gelegen aan de [adres 10] te Heteren gegaan. Omstreeks 10.35 uur kwam ik bij de kassa aan. Ik heb mijn pincode ingevoerd, heb daarna mijn boodschappen ingepakt en ben vervolgens weer naar huis gegaan. Toen ik bezig was om de tuin in te rijden met mijn elektrische rolstoel zag ik dat er 3 personen aan kwamen lopen. Ik zag dat het om 2 vrouwen ging en 1 man. De man hielp mij toen om mij achteruit de tuin in te rijden. Nadat ik in de tuin stond, boden ze aan om mij te helpen met de boodschappen. Ze pakten mijn boodschappentas en mijn nektasje. In dit nektasje zitten mijn persoonlijke spullen zoals mijn portemonnee. Later ontdekte ik dat mijn pinpas uit mijn nektasje was ontvreemd. Ik weet zeker dat ik bij de winkel mijn pinpas weer in mijn portemonnee heb gedaan, ik heb mijn nektasje altijd om mijn nek hangen en heb deze, naast de vrouw 2, aan niemand anders gegeven. Ik heb meteen de bank gebeld. Ik hoorde van de medewerker welke ik aan de telefoon had, dat er inmiddels 1200,00 euro van onze rekening was geschreven. Als ik online inlog op mijn bankgegevens, kan ik zien dat er om 10:59 uur een bedrag van 1200,00 euro is afgeschreven. Dit heb ik absoluut niet zelf gepind.
XXXI.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 853 t/m 857 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Door de [naam 25] te Heteren werden camerabeelden ter beschikking gesteld. De beelden horen bij proces-verbaal van aangifte PL0600-2018516438.
Aangever pint zijn boodschappen bij de kassa, waarbij in ieder geval
[verdachte]meekijkt tijdens het pinnen van aangever. [verdachte] is samen met een onbekende vrouw in de supermarkt. Zij staat achter aangever in de rij voor de kassa.
XXXII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 900-901 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Bevindingen ten aanzien van feit 7: Diefstal donderdag 15 november 2018 tussen 10.00 uur en 11:10 uur te Heteren: Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zie op de beelden van de [naam 25] supermarkt te Heteren dat een vrouw met geblondeerde haren, grijze lange jas met capuchon met lichte bontkraag, donkerkleurige shawl met witte bies, een zwarte broek en zwarte laarsjes, die ik herken als
[medeverdachte 1] ,de kassière afleidt terwijl de man achter haar die ik herken als zijnde
[verdachte], de pincode afkijkt bij de man, die in het rood gekleed is en in een rolstoel zit.
XXXIII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina 858 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende dat:
Uit onderzoek is gebleken dat er met de gestolen pinpas van de heer [slachtoffer 5] (feit 7) op 15 november 2018 om 10.59 uur 1.200,- euro werd opgenomen bij de [naam 24] in Druten.
Door de [naam 24] werden camerabeelden van deze pintransactie ter beschikking gesteld voor het onderzoek.
XXXIV.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina 892 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Feit 7: Diefstal donderdag 15 november 2018 tussen 10.00 uur en 11:10 uur te Heteren: Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zie op de camerabeelden van de [naam 24] te Druten dat een vrouw die ik herken als zijnde
[medeverdachte 2](NB: de rechtbank gaat hierbij uit van een kennelijke verschrijving nu duidelijk is dat [medeverdachte 2] wordt bedoeld, mede gelet op het relaas-pv (p.46) waarin wel over [medeverdachte 2] wordt gesproken.)een pintransactie uitvoert. Ik herken haar aan de ronde vorm van haar hoofd en met name haar ronde jukbeenderen. Ik zie dat ze een zwarte muts draagt met een beige bol. Ik zie dat ze een zwarte jas draagt met een zwarte bontkraag. Ik zie dat ze een grijze handtas draagt en witte sportschoenen. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zie dat de jas, de muts, de tas en de witte sportschoenen soortgelijk zijn als de kleding die ze draagt bij feit 6.
XXXV.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina 846 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Tapgesprek met sessienummer 83:
Op 15 november 2018 te 11.01.11 uur: [telefoonnummer 1] belt uit naar [telefoonnummer 5]
Locatie beller: [adres 11]
[naam 2] vraagt waar [naam 32] is.
Feit 8 uit het procesdossier
XXXVI.
het ambtsedig proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] , opgenomen als pagina 903 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op 24 november 2018 ging ik naar de [naam 31] in het winkelcentrum [adres 12] om mijn boodschappen te doen. Ik deed dit met mijn scootmobiel. Ik heb mijn boodschappen met mijn pinpas betaald. Vandaag werd ik door mijn zoon gebeld dat er mogelijk iets met mijn rekening aan de hand was en dat er geld van de rekening was afgeschreven. Toen ik in mijn portemonnee keek, kon ik mijn pas niet meer vinden.
XXXVII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina 905 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
De zoon van aangeefster liet op de bankafschriften van de rekening van aangeefster zien dat er op deze dag om 13.12 uur bij de [naam 28] op het [adres 13] 900 euro was afgeschreven. Ook werd er om 13.19 uur 1009 euro afgeschreven.
XXXVIII.
het ambtsedig proces-verbaal van aanvullend verhoor van aangeefster, opgenomen als pagina 907 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Toen ik na het boodschappen doen op 24 november 2018 bij mijn wooncomplex in Tilburg aankwam, zag ik ineens 3 personen in de lobby staan. Ik zag 2 vrouwen en 1 man staan. Ik zag dat de 3 personen ook de lift mee inliepen. Ik zag dat de man achter mij in de lift stond waarbij hij nog steeds de telefoon aan zijn oor hield. Ik zag dat de vrouw die mij eerder aansprak voor mij stond en dat de andere vrouw naast mij stond. Ik drukte hierna op de knop van de 3e verdieping. In de weg naar boven voelde en zag ik dat de man zich vanuit achteren over mij heen boog. Toen ik verder de hal in reed, zag ik mijn telefoon op mijn tas liggen. Achteraf weet ik eigenlijk zeker dat ik hem rechtop in een tas had gestoken.
XXXIX.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 910 t/m 921 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
De camerabeelden van de [naam 31] en het winkelcentrum [adres 12] , behorende bij de aangifte van [slachtoffer 6] van 25 november 2018 omstreeks 12:50 uur zijn bekeken door verbalisant [verbalisant 3] . Het slachtoffer werd tijdens het pinnen bij [naam 31] opvallend in de gaten wordt gehouden door een man met een rode “Spidermanmuts”. Nadat zij de [naam 31] had verlaten en verder door het winkelcentrum reed, werd zij gevolgd door een vrouw, gekleed in een beige jas met een donkerkleurige muts. Zij volgt de vrouw langere tijd zowel in als buiten het winkelcentrum.
XXXX
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina 1004 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zie dat
[medeverdachte 2]op de camerabeelden (van de [naam 27] en de [naam 31] ) bij feit 8 een beige jas draagt en een zwarte pet met parels. Ik herken haar aan de vorm van haar gezicht. Ik zie dat zij een soortgelijke jas draagt als die zij droeg toen ze werd herkend bij de observatie-actie op 23-11-2018.
XXXXI.
het ambtsedig proces-verbaal van herkenning, opgenomen als pagina’s 995 t/m 998 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zie op de camerabeelden van de [naam 27] te Tilburg (behorende bij feit 8) dat er omstreeks de pintransactie aldaar met de gestolen pinpas twee vrouwen binnenkomen. Ik zie een vrouw met een licht grijze jas en witte muts. Ik zie dat zij een donkerkleurige shawl draagt met een witte bies. Ik zie dat zij een lichtkleurige roze schoudertas op haar rechterzijde draagt. Ik zie dat de jas, de schoudertas en de witte muts soortgelijk zijn als degene die [medeverdachte 1] draagt de dag ervoor op bij de observatieactie van 23-11-2018.
XXXXII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 933-934 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op de camerabeelden (weergegeven tijd is 24/11/2018 te 13:11:5) van een pintransactie bij de [naam 28] geldautomaat aan het [adres 13] te Tilburg, waar 900 euro werd opgenomen met een pinpas die kort daarvoor is weggenomen (feit 8), is te zien dat twee vrouwen bij het pinautomaat staan. Te zien is dat de achterste vrouw een telefoon vast heeft en mogelijk een gesprek voert. In de uitgewerkte tapgesprekken van TA 006 sessienummer 172 is te zien dat er op 24-11-2018 te 13:11:46 uur een gesprek heeft plaats gevonden tussen de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 5] . In de uitwerking van het gesprek staat dat er pingeluiden te horen zijn en zegt de [naam 32] tegen [naam 2] dat er van de twee er eentje gegeven heeft. Uit de mastgegevens blijkt dat ze op dat moment aanstraalt in de omgeving van het [adres 13] te Tilburg.
XXXXIII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 936 t/m 940 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op 24 november 2018 tussen 10.00 uur en 14.00 uur heeft het telefoonnummer [telefoonnummer 1] veelvuldig kortstondig contact met verschillende telefoonnummers, waaronder [telefoonnummer 5] .
Op 24 november 2018 om 12.07.41 uur werd de [mast] mast aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1] . De [naam 31] aan de [adres 14] te Tilburg valt binnen het bereik van deze mast.
Op 24 november 2018 om 13.11.44 uur werd de [mast] mast aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1] . De [naam 28] aan het [adres 13]
te Tilburg valt binnen het bereik van deze mast.
Op 24 november 2018 om 13.23.34 uur werd de [mast] mast
aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1] . De [naam 27] aan de [adres 15] te Tilburg valt binnen het bereik van deze mast.
Feit 9 uit het procesdossier
XXXXIV.
het ambtsedig proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] , opgenomen als pagina’s 1010-1011 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op woensdag 21 november 2018 ben ik gaan winkelen in de winkel [naam 8] gelegen aan de [adres 16] te Wageningen. Ik heb die dag om 11:02 uur mijn boodschappen aan de kassa afgerekend met mijn bankpas. Na het betalen heb ik mijn bankpas weer terug gedaan in het ritsvakje van mijn zwarte portemonnee. Mijn zwarte portemonnee heb ik vervolgens weer in het mandje van mijn rollator gedaan. Ik weet nog dat ik mijn portemonnee aan de zijkant van het mandje naast mijn boodschappen had gestopt. Ik heb de boodschappen verder ingepakt in het mandje van de rollator. Ik weet nog dat er toen een man achter bij de kassa stond. Opvallend vond ik dat ik, toen ik bezig was met de boodschappen inpakken, ineens mijn portemonnee in het mandje van de rollator bovenop de boodschappen zag liggen. Ik vond dit vreemd omdat ik de portemonnee aan de zijkant van het mandje had gestopt. Ik weet nog dat ik dezelfde man weer buiten op straat, [adres 16] , zag lopen. Op vrijdag 23 november 2018, was ik in de [naam 33] . Ik wilde mijn boodschappen afrekenen. Ik kwam er toen achter dat mijn bankpas niet meer in het ritsvakje van mijn portemonnee zat. Ik heb telefonisch contact met de [naam 28] opgenomen. Ik kwam er achter dat mijn bankpas op 21 november 2018 moet zijn gestolen want de medewerker van de [naam 28] vertelde mij dat er op woensdag 21 november om 11:12 uur een bedrag van 1.000 euro van mijn bankrekening is weggenomen. De transactie is gepleegd bij een geldautomaat gelegen aan de [adres 16] te Wageningen.
XXXXV.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 1014 t/m 1019 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op de camerabeelden van de [naam 8] te Wageningen van 21 november 2018 te 11.00 uur is te zien dat aangeefster haar boodschappen pint bij de kassa.
[verdachte]komt de winkel binnen en gaat kort achter aangeefster staan, waardoor hij waarschijnlijk haar pincode kan zien. In de rij van de kassa staat een vrouw achter aangeefster die vermoedelijk bij [verdachte] hoort. Op de beelden is te zien dat zij een mobiele telefoon tegen haar oor houdt en kort daarop komt [verdachte] binnen.
XXXXVI.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 1020 t/m 1022 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat er op 21-11-2018 om 11:07:19 uur contact is tussen het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en het telefoonnummer [telefoonnummer 5] . Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] straalde op dat moment aan op de [mast] mast, gelegen te Wageningen.
Op 21 november 2018 om 11.03 uur straalde het telefoonnummer [telefoonnummer 5] de [mast] mast aan. De [naam 8] aan de [adres 16] te Wageningen valt binnen dit gebied.
Op 21 november 2018 om 11.12 uur straalde het telefoonnummer [telefoonnummer 5] de [mast] mast aan. De [naam 28] aan de [adres 17] te Wageningen valt binnen dit gebied. Op 21 november 2018 om 11.12 uur werd er bij deze [naam 28] € 1000,- opgenomen.
Feit 10 uit het procesdossier
XXXXVII.
het ambtsedig proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] , opgenomen als pagina’s 1067-1068 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op donderdag 6 december 2018 heb ik boodschappen gedaan bij de supermarkt [naam 25] aan de [adres 18] te Nijmegen. Ik heb daar om 13.10 uur met mijn [naam 28] bankpas betaald. Ik heb bij de kassa mijn bankpas uit het sleuteltasje gehaald en na het pinnen heb ik het pasje weer terug in het sleuteltasje gedaan. Ik ben daarna naar mijn huis in Nijmegen gelopen. Op het moment dat ik naar binnen liep, kwamen er een jongen en een meisje achter mij aan de centrale hal in. Zij gingen ook met mij mee de lift in. Zij liepen achter mij aan tot aan mijn woning. Ik wilde hen wel helpen waar ze moesten zijn. Ik heb toen de voordeur van mijn woning geopend en ben naar binnen gegaan. De jongen en het meisje bleven buiten staan maar ik heb de voordeur op een kier laten staan. Ik heb toen het sleuteltasje met daarin mijn [naam 28] bankpas op het kastje in de gang achter de voordeur gelegd. Ik ben naar de woonkamer gelopen, ben op bed gaan zitten en heb het adres van de huisartsenpraktijk op een briefje geschreven. Ik had vanaf mijn bed in de woonkamer geen direct zicht op het gangetje achter de voordeur. Na enkele minuten ben ik terug naar de voordeur gelopen en heb ik het briefje aan de jongen gegeven. Toen ze weg waren heb ik in het sleuteltasje gekeken. Ik zag dat mijn [naam 28] bankpas uit het tasje verdwenen was. Ik werd die dag gebeld door de fraudeafdeling van de [naam 28] . Zij hadden zojuist mijn bankpas uit voorzorg geblokkeerd omdat zij een verdachte transactie hadden gezien op mijn rekening.
XXXXVIII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 1080 t/m 1086 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op de camerabeelden van de [naam 25] te Nijmegen op 6 december 2018 vanaf 13.23.45 uur is te zien dat aangeefster haar boodschappen bij de kassa pint, waarbij
[verdachte]meekijkt tijdens het pinnen van aangeefster. Achter aangeefster staat een vrouw in de rij bij de kassa. Zij is aan het bellen met een mobiele telefoon.
Uit onderzoek is gebleken dat de volgende pintransacties hadden plaats gevonden met de gestolen [naam 28] pas van aangeefster.
-6-12-2018, 13:37 uur, bedrag 1.009,- (Niet geslaagd), muntrolautomaat MUA 167 [naam 27] , gelegen aan de [adres 7] in Nijmegen
- 6-12-2018, 13:38 uur, bedrag 504,50 euro (Wel geslaagd), muntrolautomaat MUA 138 [naam 27] , gelegen aan de [adres 7] in Nijmegen
Op de camerabeelden van de [naam 27] aan het [adres 7] te Nijmegen van 6 december 2018 vanaf 13.36 uur is te zien dat
[verdachte]en [naam 9] de [naam 27] binnenkomen en naar de pinautomaat lopen. [verdachte] staat bij de automaat en stopt een oranje pasje in de automaat. Vervolgens voert hij meerdere handelingen uit aan de pinautomaat. Nadat [verdachte] een wit papiertje (bon) uit de automaat haalt, loopt hij naar de automaat ernaast. In deze automaat stopt hij ook een oranje pasje, voert handelingen uit en haalt vervolgens met beide handen iets uit de automaat en stopt het in zijn linker broekzak. Vervolgens komt er een wit papiertje uit de automaat. [verdachte] pakt deze en loopt samen met de Nnvrouw weg van de automaten.
XXXXIX.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 1105 t/m 1107 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op de camerabeelden van de [naam 27] en de [naam 25] behorende bij feit 10 op donderdag 6 december 2018 tussen 13:10 uur en 13:38 uur te Nijmegen herken ik, verbalisant [verbalisant 1] ,
[medeverdachte 3]: ik herken haar hier aan de vorm van haar gezicht, haar neus en onderkin.
XXXXX.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 1097 t/m 1100 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op 6 december 2018 om 13.12.00 uur werd de [mast] mast aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1] . De [naam 25] aan het [adres 18] te Nijmegen waar aangeefster [slachtoffer 8] op 6 december 2018 om 13.10 uur haar boodschappen betaalde valt binnen het bereik van deze mast.
Op 6 december 2018 om 13.19.41 uur werd de [mast] mast aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1]
.De woning van aangeefster te Nijmegen valt binnen het bereik van deze mast.
Feit 12 uit het procesdossier
XXXXXI.
het ambtsedig proces-verbaal van aangifte van dhr. [slachtoffer 10] en mw. [slachtoffer 9] , opgenomen als pagina’s 1173-1174 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op vrijdag 20 juli 2018 kwamen mijn vrouw en ik thuis (te Waalwijk) omstreeks 15.30 uur. Wij waren naar winkelcentrum [naam 34] in Waalwijk geweest. Mijn vrouw heeft daar iets gekocht en afgerekend met haar bankpas. Ik hoorde ineens kloppen op de poort. Toen ik de poort opendeed, zag ik daar drie jonge mensen staan, twee vrouwen en een man. Mijn vrouw ging de keuken binnen, zette haar tas op het aanrecht en ging het adres en telefoonnummer van de dokter op een briefje schrijven. Mijn vrouw vertelde mij later dat een van de vrouwen haar achterna was gegaan en ook de keuken in was gekomen. Mijn vrouw stond met haar rug naar deze vrouw toe. De volgende dag ontdekte mijn vrouw dat haar bankpasje van de [naam 24] niet meer in haar pasjeshouder zat. Er is op vrijdag 20 juli 2018 om 15.39 uur een bedrag gepind van 20,00 euro en op dezelfde dag om 15.40 uur een bedrag gepind van 790,00 euro.
XXXXXII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina 1209 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op de camerabeelden van de [naam 24] behorende bij feit 12: op 20 juli 2018 tussen 15:30 uur en 15:45 uur te Waalwijk, zie ik, verbalisant [verbalisant 1] , dat
[medeverdachte 2]op de camerabeelden een wit vest aan heeft, waarbij op de armen een rood met zwarte bies. Ik zie dat zij over haar rechterschouder een tas draag met een wit schouderhengsel.
XXXXXIII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 1185 t/m 1190 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op 20 juli 2018 om 15.24.39 uur werd de [mast] -mast aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Deze KPN mast bevindt zich te Waalwijk in de omgeving van de woning van aangever.
Op 20 juli 2018 om 15.24.39 uur werd de [mast] -mast aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Deze mast bevindt zich in de omgeving van de [naam 24] aan de [adres 19] te Waalwijk, waar op 20 juli 2018 om 15.39 uur een bedrag van € 20,- en om 15.40 uur een bedrag van € 790,- werd gepind.
Feit 13 uit het procesdossier
XXXXXIV.
het ambtsedig proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 11] , opgenomen als pagina’s 1214-1215 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende dat:
Ik ben op vrijdag 10 augustus 2018 omstreeks 12.00 uur vanuit thuis, [adres 20]
te Gilze, te voet naar de [naam 24] gegaan gevestigd aan het [adres 21] . Ik heb daar met mijn pinpas, welke ik in mijn portemonnee had zitten, een geldbedrag van 100 euro gepind. Daarna heb ik boodschappen gedaan bij de [naam 35] . Daarna ben ik te voet met de boodschappen en de tas naar huis gelopen. Toen ik voor mijn woning stond en de voordeur wilde openen, werd ik aangesproken door een meisje. Vervolgens zag ik dat er ineens twee andere personen bij haar kwamen staan. Het betroffen een man en een meisje. Ik ben toen verder naar binnen gelopen en toen zijn die drie personen achter mij ook de woning in gelopen. Ik had de tas met de portemonnee in de keuken op de keukentafel gelegd en ben toen naar de woonkamer gelopen. Ik zag dat de man meteen in de deuropening is gaan staan. Ik heb met de balpen op een stuk papier uitgetekend waar de apotheek was. Al die tijd hebben die twee meisjes in de keuken gestaan en ik had geen zicht op hun. Daarna is de man samen met die twee meisjes weggegaan. Ik heb toen de tas geopend met de bedoeling om de portemonnee met de pinpas in de kamer in de kast te leggen. Toen bemerkte ik dat de portemonnee er nog wel in zat, maar dat de pinpas er uit ontvreemd was.
Bij de [naam 28] in Tilburg kreeg ik te zien dat er om 12.34 uur bij de geldautomaat van de [naam 24] te Gilze 100 euro was gepind met de gestolen pinpas en dat er vervolgens om 13.00 uur bij de geldautomaat van een [naam 28] gevestigd aan de [adres 22] te Waalwijk een bedrag van 1000 euro was gepind met de gestolen pinpas.
XXXXXV.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina 1279 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op de camerabeelden van de [naam 24] en de [naam 28] behorende bij feit 13: op vrijdag 10 augustus 2018 tussen 12:09 uur en 12:34 uur te Gilze, zie ik, verbalisant [verbalisant 1] , dat
[medeverdachte 2]een zonnebril draagt in de kleur blauw, dat ze een zwarte tas met witte hengsels over haar schouder draagt. Ik zie dat ze witte parel oorbellen in haar oren draagt. Ik herken haar aan haar postuur en de vorm van haar hoofd en blonde haren met uitgroei.
XXXXXVI.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 1250 t/m 1254 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] heeft veelvuldig kortstondig contact met [telefoonnummer 3] op 10 augustus 2018 tussen 11.42 uur en 13.04 uur ten tijde van de diefstal.
Op 10 augustus 2018 om 12.30.01 uur werd de [mast] mast aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1] . De [naam 24] aan de [adres 21] te Gilze waar op 10 augustus 2018 om 12.34 uur een bedrag van € 100,- werd gepind valt binnen het bereik van deze mast.
Op 10 augustus 2018 om 13.01.18 uur werd de [mast] mast aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1] . De [naam 28] aan de [adres 22] te Waalwijk waar op 10 augustus 2018 om 13.00 uur een geldbedrag van € 1000,- werd gepind valt binnen het bereik van deze mast.
Feit 15 uit het procesdossier
XXXXXVII.
het ambtsedig proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 12] , opgenomen als pagina’s 1352-1353 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op woensdag 5 december 2018, ben ik naar de [naam 10] gegaan. Deze zit aan het [straatnaam 8] te Tilburg. Ik werd bij de voordeur van mijn woning aangesproken door een jongen en een meisje. De jongen sprak mij aan dat ik zojuist bij de [naam 10] was geweest en dat ik daar een blik soep niet had afgerekend. Ik heb vervolgens mijn pinpas uit mijn portemonnee gepakt. Ik zag dat de jongen een apparaatje in zijn hand had wat leek op een mobiele telefoon. Ik gaf hem daarop de pas. Daarop moest ik op het apparaatje de pincode in geven. Op woensdag 19 december 2018 zag ik toen ik in mijn portemonnee keek dat mijn pinpas was verdwenen. Ik ben vervolgens naar de [naam 27] gegaan aan [straatnaam 9] . Daar werd geconstateerd dat 7 maal was gepind met mijn pas. Dit voor een bedrag van 2.006,- euro.
XXXXXVIII.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina 1361 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Door de [naam 24] te Tilburg waar met de gestolen pinpas bij de pinautomaat van de [naam 24] aan de [adres 23] op 6 december 2018 een bedrag van 100 euro en een bedrag van 150 euro van de rekening van aangever was gepind, zijn snapshots van de verdachte aangedragen. Daarop is een vrouw te zien.
XXXXXIX
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina 1380 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Op de beelden van de [naam 24] te Tilburg, behorende bij feit 15, zie ik, verbalisant [verbalisant 1] , dat er een vrouw met witte schoenen, een grijze broek, zwarte jas, zwarte lange trui en met een zwart baseball-cap op een pintransactie doet. Ik zie dat de vrouw om haar middelvinger een forse zilveren ring draagt. Ik zie dat de vrouw hetzelfde signalement heeft als de beelden van feit 10. De vrouw bij feit 10 herken ik als [medeverdachte 3] . Ik zie op de beelden dat de “pinster” tijdens het pinnen haar handen voor haar gezicht houdt en haar kin probeert te verbergen. Het is mij, verbalisant, bekent dat
[medeverdachte 3]een opvallende moedervlek/pukkel heeft die zich, rechtsvoor op haar kin bevindt.
XXXXXX.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 1364 t/m 1370 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
De volgende pintransacties zijn uitgevoerd met de pinpas van aangeefster:
• 5 december 2018 11.21 uur [adres 12] Tilburg € 500,-
• 5 december 2018 11.34 uur [adres 15] Tilburg € 1006,-
• 6 december 2018 09.58 uur [adres 23] Tilburg € 100,-
• 6 december 2018 10.00 uur [adres 23] Tilburg € 150,-
• 6 december 2018 10.16 uur [adres 12] Tilburg € 100,-
• 6 december 2018 10.16 uur [adres 12] Tilburg € 100,-
• 6 december 2018 10.17 uur [adres 12] Tilburg € 50,-
Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] heeft met het telefoonnummer [telefoonnummer 7] contact rondom de tijdstippen van de diefstal en de pintransacties op 5 en 6 december 2018.
Op 5 december 2018 om 11.22.41 uur werd de [mast] mast aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1] . De pinautomaat aan de [adres 12] te Tilburg waar op 5 december 2018 om 11.21 uur een geldbedrag van € 500,- werd gepind valt binnen dit gebied.
Op 6 december 2018 om 10.16.48 uur werd de [mast] mast aangestraald door telefoonnummer [telefoonnummer 1] . De pinautomaat aan de [adres 12] te Tilburg waar op 6 december 2018 om 10.16 uur en 10.17 uur drie maal geldbedragen van € 100,-, € 100,- en € 50,- werden opgenomen valt binnen dit gebied.
XXXXXXI.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen als pagina’s 1371 t/m 1373 in voornoemd eindproces-verbaal, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende dat:
Uit onderzoek van de tapgesprekken bleek dat er gedurende de getapte periode op 5 en 6 december 2018 gesprekken over de taplijn TA004 werden gevoerd die gezien de inhoud, de datum/tijd en of locatie overeen kwamen met de gekwalificeerde diefstal gepleegd op 5 december 2018 bij de [naam 10] aan het [straatnaam 8] te Tilburg.
TA004 sessienummer 884
5 december 2018 te 10.45.40 uur [naam 2] bum [naam 36]
Locatie beller mast [adres 24] te Tilburg.
V: Wat is er?
M: Is er iemand binnen?
V: Zo... een oude vrouw en die andere.
M: Is goed., maar die .. (ntv) bij de kassa is met autootje . als ... (M valt weg)
V: [naam 40]
M: heeft iets gekocht of ?
V: Ik weet het niet. even kijken....ik denk het wel...
M: Heeft iets al gekocht
V: Ik denk het., hij is naar de andere kant gegaan., zo te zien heeft iets gekocht.
M: Is goed dan., kijk maar (bedoel, zoek maar) zoiets ...
V: O, ja, ja, ja .. heb ik net goed gezien., heeft gekocht.... Er zijn niet zo veel..
M: Hier zijn de betere , binnen ...
V: Ja, er zijn twee a drie oudje
M: Is goed dan
V: Is goed., hang op..
Uit de verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 7] blijkt dat de telefoon tijdens dit gesprek aanstraalt op de mast [adres 24] te Tilburg.
TA004 sessienummer 885
5 december 2018 te 10.51.02 [naam 2] wgd [naam 36]
Locatie mast gebelde; [adres 24] te Tilburg.
M: Ja?
V: Kom naar binnen.
TA004 sessienummer 911
6 december 2018 te 10.16.48 uur [naam 2] BUM [naam 36]
Locatie mast beller [adres 25] te Tilburg
Nnman vraagt hoe het gaat.
NNvrouw zegt [ntv] [pingeluiden]....