ECLI:NL:RBZWB:2020:4275
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing handhaving erfafscheiding en schuifhek
Op 8 september 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 28 februari 2020, waarin zijn verzoek om handhavend op te treden tegen een erfafscheiding met schuifhek op het perceel van een derde partij werd afgewezen. De eiser betoogde dat de erfafscheiding in strijd was met het bestemmingsplan en het Bouwbesluit 2012, en dat dit de bereikbaarheid van zijn woning voor hulpdiensten in gevaar bracht.
Tijdens de zitting op 7 juli 2020 heeft de rechtbank vastgesteld dat de erfafscheiding was gebouwd conform een eerder verleende omgevingsvergunning, waartegen de eiser geen bezwaar had gemaakt. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet kon terugkomen op de onherroepelijkheid van deze vergunning, omdat hij geen rechtsmiddelen had aangewend tegen de verlening ervan. De rechtbank concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die aanleiding gaven om van de onherroepelijkheid af te wijken.
De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond, omdat verweerder terecht had gesteld dat hij niet bevoegd was om handhavend op te treden. De rechtbank oordeelde dat de erfafscheiding was geplaatst op basis van een onherroepelijke omgevingsvergunning en dat er geen reden was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.