ECLI:NL:RBZWB:2020:4183
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring bezwaar kinderbijslag
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 september 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van een bezwaar door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) inzake de terugbetaling van te veel ontvangen kinderbijslag. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F. Ergec, had op 10 februari 2020 beroep ingesteld tegen het besluit van de SVB van 9 januari 2020, waarin het bezwaar van eiser tegen een eerdere beslissing over de kinderbijslag niet-ontvankelijk was verklaard. Eiser had in de periode van zijn scheiding veel stress ervaren en stelde dat hij door deze omstandigheden niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de datum van ontvangst van het primaire besluit en de termijn voor het indienen van bezwaar. De rechtbank oordeelde dat de SVB het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard, omdat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De rechtbank benadrukte dat het op de weg van eiser ligt om tijdig maatregelen te treffen ter behartiging van zijn belangen, ook in moeilijke tijden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.