Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 25 augustus 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,
de burgemeester van de gemeente Schouwen-Duiveland, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Eiser heeft daar bij brief van 13 november 2019 beroep tegen ingesteld.
3. Wettelijk kader
4. Bevoegdheidsgebrek
voorkantvan [naam bedrijf] dermate veel afstand zit, dat eiser daar redelijkerwijs geen overlast of hinder van kan ondervinden. Dat betekent dat eiser alleen hinder of overlast zou kunnen ondervinden van het terras
achter[naam bedrijf] . Eiser heeft niet met objectieve en verifieerbare gegevens onderbouwd dat hij hinder of overlast zal ervaren als gevolg van de exploitatie van het terras. Uit het primaire en het bestreden besluit blijkt dat de burgemeester voldoende rekening heeft gehouden met de woon- en leefsituatie van de omgeving van [naam bedrijf] . Ter bescherming van die situatie heeft de burgemeester immers verschillende voorschriften aan de vergunning verbonden en ook staat in de voorschriften expliciet opgenomen dat overlast voor de omgeving als gevolg van de exploitatie van het terras moet worden voorkomen. Tegen eventuele overlast kan daarom handhavend worden opgetreden. Daar voegt de rechtbank aan toe dat de vergunning geen betrekking heeft op de objecten die [naam bedrijf] op straat heeft geplaatst, maar dat de burgemeester in het verweerschrift heeft aangegeven dat een traject is ingezet om die objecten te laten verwijderen. In het verweerschrift en ter zitting heeft de burgemeester ook toegelicht dat het terras achter [naam bedrijf] geen eigen ingang meer heeft en alleen via de winkel kan worden betreden. Op dat punt is de vergunning in overeenstemming met de Horecavisie. Naar het oordeel van de rechtbank wordt de woon- of leefsituatie van eiser om die redenen in voldoende mate gewaarborgd.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit, voor zover daarin ten onrechte onder ‘Bijzondere bepalingen ten aanzien van het terras’ als voorschrift 1 staat opgenomen dat het terras vanaf 24:00 uur gesloten moet zijn voor publiek;
- bepaalt dat aan het primaire besluit onder ‘Bijzondere bepalingen ten aanzien van het terras’ als voorschrift 1 wordt toegevoegd: “De openingstijden van de terrassen zijn gekoppeld aan de openingstijden van de detailhandelsfunctie”. Het terras is uiterlijk vanaf 22:00 uur gesloten voor publiek”.
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt de burgemeester op het betaalde griffierecht van € 174,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt de burgemeester in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 525,-.