9.De beslissing
- spreekt verdachte vrij van het onder feit 1 primair ten laste gelegde.
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 subsidiair: opzetheling;
feit 2: overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl de schuld bestaat in roekeloosheid en het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, eerste lid van deze wet;
feit 3: overtreding van artikel 7, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994 en
overtreding van artikel 7, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 4: overtreding van artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 5: overtreding van artikel 107, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994;
- verklaart verdachte strafbaar;
Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 4
- gelast de
plaatsing van verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders voor twee jaar;
- verklaart de verdachte schuldig zonder oplegging van straf of maatregel;
Benadeelde partij [benadeelde partij]
- verklaart de benadeelde partij
niet-ontvankelijkin de vordering tot schadevergoeding ;
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij] in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [slachtoffer]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij een bedrag van
€ 202,78ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 1 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Schadevergoedingsmaatregel
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] , € 202,78,- te betalen;
- bepaalt dat bij niet betaling
4 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Kooijman, voorzitter, mr. Breeman en mr. Soomers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Admiraal, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 augustus 2020.
Mr. Soomers is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
feit 1 primair:
hij op of omstreeks 1 februari 2020 te Breda, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een personenauto (merk/type BMW 525D station kenteken [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
(artikel 310 Wetboek van Strafrecht, artikel 311 lid 1 aanhef/sub 4 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 februari 2020 te Breda, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een personenauto (merk/type BMW 525D station kenteken [kenteken 1] ) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 lid 1 aanhef/onder a Wetboek van Strafrecht, artikel 417bis lid 1 aanhef/onder a Wetboek van Strafrecht, artikel 47 lid 1 aanhef/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
feit 2:
hij op of omstreeks 1 februari 2020 te Oosterhout, althans in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Burgemeester Materlaan, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, immers heeft hij, verdachte roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- een doorgetrokken streep overschreden en/of
- met een hogere snelheid dan de aldaar voor personenauto’s toegestane maximum snelheid van 50 kilometer per uur gereden, in elk geval gereden met een hogere snelheid dan ter plaatse verantwoord was, en/of
- gereden op de weghelft van genoemde weg, bestemd voor het hem tegemoetkomende verkeer
waardoor hij, verdachte, met de door hem bestuurde personenauto in botsing is gekomen met een hem tegemoetkomende personenauto (Peugeot 107 met kenteken [kenteken 2] ), door welk verkeersongeval [slachtoffer 2] (zijnde de bestuurder van die Peugeot) zwaar lichamelijk letsel, althans zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, te weten: een beschadigde oogzenuw en/of vijf, althans een of meerdere gebroken rib(ben) en/of een gescheurde enkel en/of inwendige bloedingen in de bekken en de borst, terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;
(artikel 6 Wegenverkeerswet 1994)
feit 3:
hij op of omstreeks 1 februari 2020 te Breda en/of te Oosterhout, althans in Nederland als degene die bij een verkeersongeval was betrokken of door wiens gedraging als bestuurder van een motorrijtuig een verkeersongeval was veroorzaakt, welk verkeersongeval had plaatsgevonden op de J.F. Kennedylaan te Breda en/of de Burgemeester Materlaan te Oosterhout, (voornoemde) plaats(en) van vorenbedoeld(e) ongeval(len) heeft verlaten, terwijl bij dat/die ongeval(len), naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, dat aan een ander (te weten aan de personenauto Seat Leon grijs, kenteken [kenteken 3] van [slachtoffer] ), schade was toegebracht en/of dat aan een ander, (te weten [slachtoffer 2] ) letsel en schade was toegebracht, en/of waardoor, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, een ander (voornoemde [slachtoffer 2] ) aan wie bij dat ongeval letsel was toegebracht, in hulpeloze toestand werd achtergelaten;
(artikel 7 lid 1 aanhef/onder a Wegenverkeerswet 1994)
feit 4:
hij op of omstreeks 1 februari 2020 te Breda en/of te Oosterhout, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten cocaïne (83 microgram per liter) en/of Cannabis/THC (1,2 microgram per liter), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht;
(artikel 8 lid 1 Wegenverkeerswet 1994 )
feit 5:
hij op of omstreeks 1 februari 2020 te Breda en/of te Oosterhout, althans in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig (voertuig) heeft gereden op de weg(en), de J.F. Kennedylaan te Breda en/of de Burgemeester Materlaan te Oosterhout, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;
(artikel 107 lid 1 Wegenverkeerswet 1994)
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Aangezien verdachte ten aanzien van feit 1 subsidiair, feit 2, feit 4 en feit 5 een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen zoals bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank acht deze feiten wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
1. De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd bij het onderzoek ter terechtzitting van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, op 13 augustus 2020;
2. Het ambtsedig proces-verbaal van aangifte, inclusief de daaraan gehechte bijlage goederen (opgenomen als bijlage op pagina 159-161 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028042), van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende de verklaring van [benadeelde partij] .
1. De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd bij het onderzoek ter terechtzitting van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, op 13 augustus 2020;
2. Een schriftelijk bescheid, te weten een geneeskundige verklaring omtrent het slachtoffer [slachtoffer 2] (opgenomen als bijlage op pagina 182 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028086), inhoudende de verklaring van artsen Van Zutphen en Chui.
3. Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen (opgenomen als bijlage op pagina 187-188 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028086), van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 1] .
4. Het Forensisch Dossier Verkeersongeval, het Forensisch Onderzoek Plaats Delict, het Forensisch Voertuigenonderzoek en de Forensische Analyse, inclusief alle aangehechte documenten (opgenomen als bijlagen op pagina 386-501 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028086), van de politie Eenheid Zeeland- West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 3] , [verbalisant 4] en [verbalisant 5] .
5. Een schriftelijk bescheid, te weten een rapportage van Eurofins omtrent onderzoek naar alcohol en drugs in het verkeer bij verdachte (opgenomen als bijlage op pagina 346-351 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028086), van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, inhoudende de verklaring van dr. Apr. Kristof Maudens.
1. Het ambtsedig proces-verbaal van aangifte, inclusief de daaraan gehechte fotobijlagen (opgenomen als bijlage op pagina 168-172 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028082), van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende de verklaring van [slachtoffer] :
Op 1 februari 2020 reed ik in Breda. Ik ben afgeslagen in de J.F. Kennedylaan. Bij de stoplichten wilde ik weer afslaan. Voor mij waren de verkeerslichten groen. Toen ik wilde afslaan kwam er een BMW op mijn weg. Het kenteken van de BMW is [kenteken 1] . Ik kon niet zo snel stoppen en we raakten elkaar. Ik heb schade aan het spatbord, bumper en velgen. Ik ben de BMW achterna gegaan. Ik kon hem niet meer bijhouden, zo hard reed hij. Er zaten drie personen in de BMW.
De aangever verstrekt over het beschadigde de volgende informatie:
Voertuig: Personenauto.
Merk/type: Seat Leon.
Kleur: Grijs.
Kenteken: [kenteken 3] .
2. Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor aangever (opgenomen als bijlage op pagina 173-174 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028082), van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende de verklaring van [slachtoffer] :
Ik reed vandaag op de J.F. Kennedylaan in Breda. Ineens zag ik dat er een auto van de rijstrook voor rechtdoor naar rechts reed en zijn auto ineens voor mijn auto gooide. Toen deze auto naar rechts reed, reed ik er eigenlijk al naast. Deze auto raakte hierdoor mijn auto.
De bestuurder van de auto droeg een blauwe pet.
3. Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor medeverdachte (opgenomen als bijlage op pagina 235-240 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028086), van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende de verklaring van [medeverdachte 1] :
De eerste hoek die de bestuurder op ging, raakte hij al een auto. Hij is daardoor gaan vluchten. Ik wil open kaart spelen. De bestuurder was [verdachte] . Ik denk [achternaam verdachte] .
4. Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor medeverdachte (opgenomen als bijlage op pagina 245-252 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028086), van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende de verklaring van [medeverdachte 2] :
V: Vraag verbalisanten.
A: Antwoord verdachte.
V: Wie was de bestuurder van de BMW, voorzien van het kenteken [kenteken 1] .
A: Niet [medeverdachte 1] maar die andere man.
5. Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor medeverdachte (opgenomen als bijlage op pagina 283-287 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028086), van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende de verklaring van [medeverdachte 2] :
V: Vraag verbalisanten.
A: Antwoord verdachte
V: Heeft [medeverdachte 1] gereden?
A: Nee, helemaal niet.
6. De verklaring van verdachte, afgelegd bij het onderzoek ter terechtzitting van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, op 13 augustus 2020;
7. Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen (opgenomen als bijlage op pagina 26-27 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028086), van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
Op 1 februari 2020 reed ik in Oosterhout. Ik zag ter hoogte van de kruising Burgemeester Holtroplaan – Burgemeester Materlaan een rookwolk. Ik zag een grijze Peugeot waarvan de voorkant volledig in elkaar zat. Ik zag dat de airbags eruit waren. Ik zag in de grijze Peugeot een vrouw als bestuurder zitten en hoorde van een omstander dat ze niet aanspreekbaar was. Ik zag nog een personenauto, een BMW. Ik zag ook dat de BMW volledig in elkaar zat en alle airbags eruit waren. Ik vroeg aan een omstander of er in de BMW ook nog personen zaten, ik hoorde de man zeggen:
“nee, die zijn eruit gegaan en weggerend.”
8. Een schriftelijk bescheid, te weten een geneeskundige verklaring omtrent het slachtoffer [slachtoffer 2] (opgenomen als bijlage op pagina 182 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028086), inhoudende de verklaring van artsen Van Zutphen en Chui:
Uitwendig letsel:
Bloeduitstorting oog
Wondje oor
Bloeduitstorting borst
Wond ter hoogte van bekkenkam
Overige van belang zijnde informatie:
Vijf gebroken ribben
Inwendige bloeding borst en bekkenkam
Beperking in beweeglijkheid rechteroog.
9. Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen (opgenomen als bijlage op pagina 190 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028086), van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 7] :
Ik heb vandaag contact gezocht met de neef van het slachtoffer van de letsel aanrijding op 1 februari 2020 te Oosterhout. Ik hoorde hem zeggen dat slachtoffer blijvend oogletsel heeft omdat de oogzenuw beschadigd is.
10. Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen (opgenomen als bijlage op pagina 269 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028086), van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
Ik hoorde [achternaam verdachte] zeggen:
"ik wil alles verklaren, ik heb gereden."
Verdachte: [verdachte] [achternaam verdachte] , geboren op [geboortedag verdachte] 1987 te [geboorteplaats verdachte] .
11. De verklaring van verdachte, afgelegd bij het onderzoek ter terechtzitting van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, op 13 augustus 2020;
U houdt mij het dossier voor met betrekking tot de aanrijding in Oosterhout met het slachtoffer [slachtoffer 2] . Ik reed als bestuurder in de BMW. U vraagt mij wat ik heb gedaan nadat de aanrijding had plaatsgevonden. Ik ben in paniek gevlucht. Ik zag mensen uitstappen en naar de auto van het slachtoffer lopen. Ik zag geen beweging vanuit die auto. Ik ben daarvan geschrokken en weggerend.
Ik droeg een blauwe pet.
1. De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd bij het onderzoek ter terechtzitting van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, op 13 augustus 2020;
2. Een schriftelijk bescheid, te weten een rapportage van Eurofins omtrent onderzoek naar alcohol en drugs in het verkeer bij verdachte (opgenomen als bijlage op pagina 346-351 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028086), van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, inhoudende de verklaring van dr. Apr. Kristof Maudens.
1. De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd bij het onderzoek ter terechtzitting van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, op 13 augustus 2020;
2. Het ambtsedig proces-verbaal van misdrijf (opgenomen als bijlage op pagina 360- 363 van het proces-verbaal genummerd PL2000-2020028086), van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm en inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 9] .