ECLI:NL:RBZWB:2020:3586

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 augustus 2020
Publicatiedatum
3 augustus 2020
Zaaknummer
C/02/374001 / KG ZA 20-354
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Van 't Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende ontruiming van onroerende zaak door krakers

Op 3 augustus 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen BOSSERS VASTGOED BV, eiseres, en gedaagden die zonder recht of titel verblijven in een onroerende zaak te Tilburg. Eiseres vorderde de ontruiming van het pand, dat zij had verkocht, met een transportdatum gepland op uiterlijk 1 oktober 2020. De gedaagden zijn niet verschenen in de procedure, waardoor verstek is verleend. De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagden wederrechtelijk in het pand verblijven en dat eiseres een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming. De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op drie dagen na betekening van het vonnis en de veroordeling tot ontruiming kan gedurende zes maanden na het vonnis ten uitvoer worden gelegd tegen iedereen die zich in het pand bevindt. Gedaagden zijn ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.372,38, te vermeerderen met wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/374001 / KG ZA 20-354
Vonnis in kort geding van 3 augustus 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOSSERS VASTGOED BV,
gevestigd te Tilburg,
eiseres,
advocaat mr. C.B.G.M. Foolen,
tegen
ZIJ DIE ZONDER RECHT OF TITEL VERBLIJVEN IN DE GEBOUWDE ONROERENDE ZAAK OF EEN GEDEELTE DAARVAN, STAANDE EN GELEGEN TE TILBURG AAN DE [adres],
wonende te Tilburg,
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 1 juli 2020, met producties genummerd 1 tot en met 11,
  • de mondelinge behandeling d.d. 6 juli 2020,
  • het proces-verbaal van de zitting, gehouden op 6 juli 2020,
  • het herstelexploot van 15 juli 2020,
  • de mondelinge behandeling d.d. 31 juli 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Eiseres vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis in kort geding, gedaagden zal veroordelen om:
A. de onroerende zaak gelegen aan de [adres] te Tilburg binnen twee dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen, te verlaten en ontruimd te houden, met inbegrip van alle aanwezige personen en zaken tenzij deze zaken van eiseres zijn;
B. te bepalen dat de veroordeling tot ontruiming ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich gedurende 12 maanden na dit vonnis in de onroerende zaak bevindt of daar binnentreedt, telkens wanneer zich dit voordoet;
C. de kosten van deze procedure te betalen, uitdrukkelijk te vermeerderen met de wettelijke rente over de terzake van deze kosten toegewezen bedragen vanaf de 14e dag na de datum van het ten dezen te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.

3.De beoordeling

3.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten en termijnen in acht genomen, zodat tegen de niet verschenen gedaagden verstek is verleend.
3.2.
Voorop staat dat het eigendomsrecht ingevolge artikel 5:1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) het meest omvattende recht is dat een persoon op een zaak kan hebben. Voldoende aannemelijk is dat gedaagden zonder recht of titel in de onroerende zaak gelegen aan de [adres] te Tilburg (hierna: het pand) verblijven. Vast staat dat zij zich wederrechtelijk toegang hebben verschaft tot het pand en dat zij voor hun verblijf geen toestemming hebben van eiseres. Gedaagden schenden aldus het eigendomsrecht van eiseres en eiseres heeft hen vergeefs gesommeerd hieraan een einde maken. Eiseres heeft het pand verkocht. De transportdatum staat gepland op uiterlijk 1 oktober 2020. Voorafgaand aan het transport dienen nog onderzoeken en werkzaamheden plaats te vinden, waarvoor toegang tot het pand noodzakelijk is. Dit brengt met zich mee dat eiseres een spoedeisend belang heeft bij haar vordering in dit kort geding.
3.3.
Nu niet is weersproken dat gedaagden zonder recht of titel in het pand verblijven, daarmee inbreuk maken op het eigendomsrecht van eiseres en eiseres een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde ontruiming, komt de vordering tot ontruiming de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal deze worden toegewezen zoals in de beslissing is vermeld.
3.4.
Eiseres vordert dat gedaagden het pand binnen twee dagen na betekening van het vonnis dienen te ontruimen. Op grond van artikel 557a lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) kan de voorzieningenrechter een termijn bepalen waarbinnen het bevel tot ontruiming niet ten uitvoer kan worden gelegd, tenzij dit onverenigbaar zou zijn met het belang van eiseres. Tot het bepalen van die termijn gaat de voorzieningenrechter op grond van artikel 557a lid 2 Rv in beginsel pas over nadat burgemeester en wethouders inlichtingen hieromtrent hebben verstrekt. Namens eiseres zijn deze inlichtingen ter mondelinge behandeling overgelegd. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg geeft daarin aan dat de termijn, waarbinnen een gerechtelijke ontruiming niet ten uitvoer kan worden gelegd, twee weken bedraagt, maar voert daarvoor geen omstandigheden aan.
De voorzieningenrechter ziet dan ook geen aanleiding om de ontruimingstermijn te bepalen op twee weken, maar zal de ontruimingstermijn, conform artikel 555 Rv, bepalen op drie dagen na betekening van dit vonnis.
3.5.
Eiseres vordert dat de veroordeling tot ontruiming, gedurende een termijn van 12 maanden na het vonnis, ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich in het pand bevindt of daar binnentreedt. Op vragen van de voorzieningenrechter is namens eiseres aangevoerd dat nog steeds wordt gestreefd naar levering van het pand op 1 oktober 2020, maar dat het, gelet op de onderzoeken en werkzaamheden die nog moeten plaatsvinden en de (nog onbekende) uitkomsten daarvan, wellicht langer kan duren voordat daadwerkelijk tot levering kan worden overgegaan. De voorzieningenrechter is van oordeel dat hetgeen eiseres heeft aangevoerd onvoldoende is om de gevorderde termijn van twaalf maanden te rechtvaardigen. De voorzieningenrechter zal deze termijn bepalen op zes maanden na vonnisdatum.
3.6.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- betekening dagvaarding € 83,38
- betekening herstelexploot € 0,00
- griffierecht € 656,00
- salaris advocaat
€ 633,00
Totaal € 1.372,38

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
verleent verstek tegen gedaagden,
4.2.
veroordeelt gedaagden om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de onroerende zaak aan de [adres] te Tilburg te ontruimen, te verlaten en ontruimd te houden, met inbegrip van alle aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van eiseres zijn,
4.3.
bepaalt dat de veroordeling tot ontruiming ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich gedurende zes maanden na dit vonnis in de onroerende zaak bevindt of daar binnentreedt, telkens wanneer zich dit voordoet,
4.4.
veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 1.372,38, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
4.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van 't Nedereind en in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2020. [1]

Voetnoten

1.type: EB