ECLI:NL:RBZWB:2020:3553
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling in proceskosten na intrekking van beroep tegen UWV-besluiten over arbeidsongeschiktheidsuitkering
In deze zaak heeft verzoekster beroep ingesteld tegen twee besluiten van het UWV over haar recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het eerste besluit, waartegen beroep is ingesteld, dateert van 18 januari 2019 en is geregistreerd onder zaaknummer BRE 19/900 WIA. Het tweede besluit is van 29 augustus 2019 en geregistreerd onder zaaknummer BRE 19/4770 WIA. Op 30 april 2020 heeft het UWV de bestreden besluiten gewijzigd, waarna verzoekster haar beroepen heeft ingetrokken. Ze heeft verzocht om veroordeling van het UWV in de proceskosten, waarop het UWV geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om hierop te reageren.
De rechtbank heeft, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), besloten om de behandeling van het verzoek ter zitting achterwege te laten. De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 8:75a van de Awb het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de proceskosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. De rechtbank concludeert dat het UWV aan verzoekster is tegemoetgekomen, wat aanleiding geeft om het UWV te veroordelen in de proceskosten.
De rechtbank stelt de proceskosten vast op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Voor de beroepszaak met zaaknummer BRE 19/900 WIA worden de kosten vastgesteld op € 2.231,25, en voor de beroepszaak met zaaknummer BRE 19/4770 WIA op € 1.706,25. De uitspraak is gedaan door mr. J.L. Sierkstra, rechter, en is openbaar gemaakt op 28 juli 2020.