ECLI:NL:RBZWB:2020:3553

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 juli 2020
Publicatiedatum
31 juli 2020
Zaaknummer
AWB- 19_900 en AWB- 19_4770
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling in proceskosten na intrekking van beroep tegen UWV-besluiten over arbeidsongeschiktheidsuitkering

In deze zaak heeft verzoekster beroep ingesteld tegen twee besluiten van het UWV over haar recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het eerste besluit, waartegen beroep is ingesteld, dateert van 18 januari 2019 en is geregistreerd onder zaaknummer BRE 19/900 WIA. Het tweede besluit is van 29 augustus 2019 en geregistreerd onder zaaknummer BRE 19/4770 WIA. Op 30 april 2020 heeft het UWV de bestreden besluiten gewijzigd, waarna verzoekster haar beroepen heeft ingetrokken. Ze heeft verzocht om veroordeling van het UWV in de proceskosten, waarop het UWV geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om hierop te reageren.

De rechtbank heeft, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), besloten om de behandeling van het verzoek ter zitting achterwege te laten. De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 8:75a van de Awb het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de proceskosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. De rechtbank concludeert dat het UWV aan verzoekster is tegemoetgekomen, wat aanleiding geeft om het UWV te veroordelen in de proceskosten.

De rechtbank stelt de proceskosten vast op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Voor de beroepszaak met zaaknummer BRE 19/900 WIA worden de kosten vastgesteld op € 2.231,25, en voor de beroepszaak met zaaknummer BRE 19/4770 WIA op € 1.706,25. De uitspraak is gedaan door mr. J.L. Sierkstra, rechter, en is openbaar gemaakt op 28 juli 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummers: BRE 19/900 WIA en BRE 19/4770 WIA
uitspraak van 28 juli 2020 van de enkelvoudige kamer op het verzoek om veroordeling in de proceskosten in de zaken tussen

[naam verzoekster] , wonende te [woonplaats] , verzoekster,

gemachtigde: mr. A. Boesjes, werkzaam bij ARAG Rechtsbijstand
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(UWV; kantoor Breda), verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 18 januari 2019 (bestreden besluit I) van het UWV over haar recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dat beroep is bij de rechtbank geregistreerd met zaaknummer BRE 19/900 WIA.
Verzoekster heeft ook beroep ingesteld tegen het besluit van 29 augustus 2019 (bestreden besluit II) van het UWV over haar recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dat beroep is bij de rechtbank geregistreerd met zaaknummer BRE 19/4770 WIA.
Bij besluiten van 30 april 2020 heeft het UWV de bestreden besluiten gewijzigd.
Vervolgens heeft verzoekster de beroepen ingetrokken, met het verzoek het UWV te veroordelen in de proceskosten. Het UWV geen gebruik gemaakt van de gelegenheid hierop te reageren.
De rechtbank heeft, met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een behandeling van het verzoek ter zitting achterwege gelaten.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb kan de rechtbank het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten, indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen.
2. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de besluiten van 30 april 2020 dat het UWV aan verzoekster is tegemoetgekomen. Hierin ziet de rechtbank aanleiding het UWV te veroordelen in de door verzoekster gemaakte proceskosten.
De rechtbank stelt de proceskosten vast op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De kosten van de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in de beroepszaak met zaaknummer BRE 19/900 WIA stelt de rechtbank vast op € 2.231,25 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen op de hoorzitting, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting en (de helft van 0,5 =) 0,25 punt voor de reactie op het deskundigenrapport (dat mede betrekking heeft op de beroepszaak met zaaknummer BRE 19/4770 WIA), met een waarde per punt van € 525, en wegingsfactor 1).
De kosten van de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in de beroepszaak met zaaknummer BRE 19/4770 WIA stelt de rechtbank vast op € 1.706,25 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen op de hoorzitting, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift en (de helft van 0,5 =) 0,25 punt voor de reactie op het deskundigenrapport (dat mede betrekking heeft op de beroepszaak met zaaknummer BRE 19/900 WIA), met een waarde per punt van € 525, en wegingsfactor 1).
3. De rechtbank overweegt ten overvloede dat het UWV op grond van artikel 8:41, zevende lid, van de Awb het griffierecht, dat in iedere zaak € 47,- bedraagt, aan verzoekster dient te vergoeden, zodat een veroordeling daartoe niet nodig is.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt het UWV in de proceskosten van verzoekster, in zaak BRE 19/900 WIA tot een bedrag van € 2.231,25 en in zaak BRE 19/4770 WIA tot een bedrag van € 1.706,25.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L. Sierkstra, rechter, in aanwezigheid van mr. P. Oudkerk, griffier, op 28 juli 2020 en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank.