In deze zaak heeft eiseres, een akkerbouwbedrijf, beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat de naam, het adres en het KvK-nummer van eiseres aan de Brancheorganisatie Akkerbouw (BO Akkerbouw) zou verstrekken. Eiseres was van mening dat deze verstrekking in strijd was met haar privacy en dat zij niet verplicht kon worden om bij te dragen aan de kosten van het Gezamenlijk programma Onderzoek en Innovatie, waar de BO Akkerbouw verantwoordelijk voor is. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek ter zitting op 7 mei 2020 was geannuleerd vanwege de coronamaatregelen en dat partijen toestemming hadden gegeven om de zaak zonder zitting af te doen. De rechtbank heeft op 21 juli 2020 uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail besproken, waaronder de eerdere besluiten van de minister en de zienswijze van eiseres. De rechtbank oordeelde dat de minister op basis van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) gerechtigd was om de gegevens van eiseres te verstrekken, omdat dit noodzakelijk was voor de vervulling van een taak van algemeen belang. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verstrekking van de gegevens aan de BO Akkerbouw verenigbaar was met het doel waarvoor de gegevens oorspronkelijk waren verzameld. Eiseres had geen gegronde redenen aangevoerd om de verbindend verklaring van de Regeling onverbindend te achten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.