ECLI:NL:RBZWB:2020:3068
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van een besluit op een Wob-verzoek inzake informatie over herontwikkeling van een pand
Op 10 juli 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. T.E.G. van Heukelom, beroep heeft ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal. Eiser had op 21 februari 2020 een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om informatie te verkrijgen over een oud pand. Het college heeft echter niet tijdig een besluit genomen op dit verzoek, wat heeft geleid tot het beroep van eiser. De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld en vastgesteld dat het college in gebreke was gebleven. De rechtbank oordeelde dat het beroep gegrond was, omdat het college niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn had gereageerd op het Wob-verzoek. De rechtbank heeft het college opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen en te verzenden. Tevens is het college veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiser. De rechtbank heeft het verzoek van eiser om vaststelling van verbeurde dwangsommen afgewezen, omdat de Wob in dit geval geen dwangsommen toelaat. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.