Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 10 juli 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], te [plaatsnaam], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
Omvang geschil
Wettelijk kader
Medische beoordeling
[medisch adviseur] en [orthopedisch chirurg] overgelegd. De rechtbank overweegt dat vaststaat dat deze medische informatie al in de bezwaarprocedure bij het UWV bekend was en door de verzekeringsartsen in hun conclusies is betrokken. Het is begrijpelijk dat eiseres uitgaat van de wijze waarop zij haar klachten beleeft. De pijnklachten van eiseres zijn invoelbaar, zo blijkt ook uit het medische advies van [medisch adviseur]. Het gaat bij een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling echter om de beperkingen die een medisch en objectiveerbaar gevolg zijn van ziekte. De subjectieve beleving van eiseres is daarbij niet doorslaggevend. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om te twijfelen aan de belastbaarheid die de verzekeringsartsen hebben aangenomen.
Geschiktheid voor de functies
Mate van arbeidsongeschiktheid
.
Proceskosten en griffierecht
Beslissing
mr. A.M. Pasmans, griffier op 10 juli 2020 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. De griffier is verhinderd deze uitspraak mede te ondertekenen.