Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties;
- het verweerschrift;
- de mondelinge behandeling en de ter gelegenheid daarvan overgelegde brief van 12 februari 2018 van de medisch adviseur van [benadeelde] aan de heer [deskundige], orthopedisch chirurg.
2.Het verzoek
3.De beoordeling
“(…)
Vervolg samenvatting en beschouwing:Deze casus overziend kunnen we dus stellen dat betrokkene als gevolg van het traumamechanisme, zoals beschreven, een direct trauma heeft opgelopen tegen zijn rechter onderbeen, toen zijn motor tegen de auto aan reed. Vervolgens is hij over de motorkap geslagen. Hierbij heeft hij een uitgebreide verwonding opgelopen in zijn rechter onderbeen en voetregio met een pilon tibialefractuur rechts en meerdere avulsies in de rechter voet. Dit traumamechanisme is compatibel met het ontstaan van dit letsel.
Aansluitend ontwikkelde hij knieklachten zonder dat er afwijkingen werden aangetroffen op de M.R.I. Ook thans vind ik een normaal functie en stabiliteitsonderzoek van de rechter knie met röntgenologisch behouden gewrichtsspleten. Het beschreven traumamechanisme kan een contusie cq. distorsie genereren van de knie, maar heeft thans geen objectieve restafwijkingen.
Vervolgens ontwikkelde betrokkene ook heupklachten rechts. Gezien het traumamechanisme, waarbij er blijkbaar een direct contact is geweest met de voorzijde van het onderbeen terwijl hij op zijn motor zat, is het niet ondenkbaar dat er een compressietrauma in de rechter heupregio heeft plaatsgevonden.
Op de 1e röntgenopnames van de heupen van betrokkene, welke ik ter inzage had van 14-12-2015 wordt beiderzijds een beginnend degeneratief aspect aangetroffen. Verder wordt een CAM-deformiteit aangetroffen, rechts meer dan links. Een CAM-deformiteit is een afwijking, passend bij femoro-acetabulaire impingement en is niet een entiteit welke een posttraumatische origine heeft.
Tijdens de arthroscopie van de heup bevestigt collega Vandekerckhove de CAM-afwijkingen. Ook spreekt hij over een partiële laesie van het labrum zonder dat een hechting noodzakelijk was. Verder treft hij kraakbeendegeneratie aan.
Hoewel ik, zoals hierboven betoogd, niet kan uitsluiten dat er een compressietrauma heeft plaatsgevonden op het heupgewricht van betrokkene, ben ik van mening dat de CAM-deformiteit geen posttraumatische etiologie heeft.
De labrumpathologie en de aangetroffen degeneratie zijn mijns inziens te verklaren op grond van een femoral acetabulair impingement. Dit kan leiden tot locale degeneratie van labrum en kraakbeen door chronische inklemming.
Wellicht heeft het trauma een triggering van de klachten veroorzaakt, maar deze heupdegeneratie was mijns inziens pre-existent aan het ongeval.
De thans aanwezige klachten in de rechter heup zijn terug te voeren op de beginnende coxarthrose en de uitgevoerde operatieve behandeling ter behandeling van het impingement.
(…)
Beantwoording van de vragen:(…)
DiagnoseVraag f.Wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaal-diagnostische overwegingen geven?
Als gevolg van genoemd ongeval liep betrokkene op een niet-verplaatste pilon tibiale fractuur van de rechter enkel met intra-articulaire uitbreiding naast meerdere avulsies in de rechter voet. Voorts een uitgebreid weke delen letsel aan de voorzijde van het rechter onderbeen met daarbij een traumatische ruptuur van de extensor digitorum longus en de extensor hallucis longus rechts. Thans is er ook een dysesthesie van de huid in de rechter enkel en het onderbeen in de verzorgingsgebieden van de nervus superficialis, nervus suralis en nervus suralocutaneus lateralis.
Mogelijkerwijs heeft een contusie dan wel distorsie plaatsgevonden van de rechter knie en zoals reeds aangegeven in het hoofdstuk “Samenvatting en beschouwing”, kan een compressietrauma in de rechter heupregio niet worden uitgesloten, gezien het traumamechanisme.
De later operatief behandelde femoroacetabulaire impingement met CAM-deformiteit in de rechter heup, dient mijns inziens beschouwd te worden als pre-existent, waarbij het ongeval blijkbaar als trigger heeft gefunctioneerd voor het ontstaan van klachten.
Functionele invaliditeitVraag g.Welke huidige mate van functieverlies (impairment) kunt u vaststellen op uw vakgebied?
(…)
De tweede potentieel aangedane regio was de rechter knie van betrokkene. Gezien mijn huidige bevindingen bij lichamelijk onderzoek en het voorliggend röntgenonderzoek, kom ik daar echter niet tot een percentage blijvende functionele invaliditeit.
Dan bestaan er nog klachten en beperkingen in de rechter heupregio. Aldaar is een operatief behandelde CAM-deformiteit. Dit heeft geleid tot weliswaar een afname van de klachten in de knieregio, maar tot een toename van de klachten in de heupregio. Thans vind ik nog een redelijk behouden gewrichtsspleet craniaal in de rechter heup, maar zijn er pijnlijke functiebeperkingen.
(…)
De meest logische ingang zou mijns inziens zijn via de aanwezige bewegingsbeperkingen in de rechter heup van betrokkene.
De flexie in de rechter heup tot 90° geeft in tabel 16-24 op blz. 549 van de AMA 5% blijvende functionele invaliditeit voor het been.
(…)
De exorotatie van 30° geeft 5% invaliditeit voor het been.
De endorotatie tot 0° geeft 10% invaliditeit voor het been.
(…)
Op grond van de huidige heupfunctie rechts zou ik komen tot 20% blijvende functionele invaliditeit voor het rechter been.
Echter zoals betoogd kan de huidige status van de rechter heup van betrokkene niet worden gezien als een rechtstreeks en uitsluitend ongevalsgevolg, gezien de pre-existente CAM-deformiteit.
BeperkingenVraag h.Welke beperkingen op uw vakgebied bestaan naar uw oordeel bij cliënt in zijn huidige toestand, ongeacht of de beperkingen voortvloeien uit het ongeval?
(…)
Er zijn bewegingsbeperkingen in de rechter enkel en voet met sensibiliteitsstoornissen in de huid in deze regio’s. Verder zijn er ook evidente functiebeperkingen in de rechter heup. Ook is er sprake geweest van een uitgebreid weke delen letsel van het rechter onderbeen.
Op grond van mijn bevindingen zijn er op orthopaedisch gebied beperkingen aannemelijk voor de belastbaarheid van het rechter been van betrokkene. Het zitten zal naar verwachting hooguit licht beperkt zijn voor de duurbelasting in relatie tot zijn rechter heup. Het staan zal licht beperkt zijn voor de duurbelasting door de combinatie enkel/voet en heup rechts.
Het looppatroon zal matig beperkt zijn door genoemde combinatie. Het traplopen zal matig tot sterk beperkt zijn.
Klimmen en klauteren zijn sterk beperkt. Het knielen zal matig beperkt zijn. Gebogen werken zal niet beperkt zijn. Het bukken zal matig beperkt worden door zijn rechter been. (…) Het tillen zal matig beperkt zijn door de combinatie van enkel/voet en heup rechts. Hetzelfde geldt voor het duwen van zware voorwerpen en voor de duurbelasting tijden het dragen van gevulde boodschappentassen.
(…)
Klachten, afwijkingen en beperkingen zonder ongevalVraag c.Zijn er op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval de onderzochte niet was overkomen?
Een femoroacetabulair impingement met CAM-deformiteit kan lange tijd asymptomatisch verlopen. Op een gegeven moment ontstaan er als gevolg van de zich ontwikkelende coxarthrose klachten en functiebeperkingen. Deze kunnen zich dus ook zonder trauma manifesteren.
Vraag d.Zo ja (dus zonder ongeval ook klachten), kunt u dan een indicatie geven met welke mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in welke omvang de klachten en afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?
Het is aannemelijk dat een voortschrijdende coxarthrose, secundair aan een impingement, in de toekomst geleid zou hebben tot klachten. Wanneer en in welke mate is moeilijk te voorspellen. Zoals aangegeven is er links thans ook een CAM-deformiteit bij betrokkene zonder klachten en met een behouden functie van de heup.
(…)”
thansaanwezige klachten en beperkingen van de rechterheup slechts zijn terug te voeren op pre-existente, niet ongevalsgerelateerde aandoeningen, namelijk de aanwezigheid van arthrose en de operatie van de heup waarbij botaanwas is verwijderd. Zij wijst in dit verband op hetgeen de deskundige in zijn samenvatting en beschouwing heeft vermeld: “De thans aanwezige klachten in de rechter heup zijn terug te voeren op de beginnende coxarthrose en de uitgevoerde operatieve behandeling ter behandeling van het impingement”. Volgens [verzekeraar] veroorzaakt de pre-existente coxarthrose de inklemming met CAM-deformiteit en veroorzaakt dit de huidige klachten van de heup, die op hun beurt kennelijk de klachten van de rechterknie veroorzaken.