ECLI:NL:RBZWB:2020:2948
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake WIA-uitkering door termijnoverschrijding
Op 3 juli 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiseres, die een beroep had ingesteld tegen een besluit van het UWV inzake haar recht op een WIA-uitkering, niet-ontvankelijk werd verklaard. Eiseres had op 23 maart 2020 beroep ingesteld tegen het besluit van 10 februari 2020, maar de rechtbank oordeelde dat het beroep niet tijdig was ingediend. De griffier had eiseres eerder gewezen op de termijnoverschrijding en haar de kans gegeven om deze toe te lichten. Eiseres voerde aan dat zij in de bezwaarperiode een nieuwe baan had en dat dit haar veel tijd had gekost. De rechtbank stelde vast dat de beroepstermijn was aangevangen op de dag na verzending van het bestreden besluit en eindigde op 23 maart 2020. Aangezien het beroepschrift pas op 26 maart 2020 bij het UWV was ontvangen, was het niet tijdig ingediend. De rechtbank concludeerde dat de redenen die eiseres aanvoerde voor de termijnoverschrijding niet voldoende waren om de niet-ontvankelijkheid achterwege te laten. De rechtbank verklaarde het beroep kennelijk niet-ontvankelijk en deed dit zonder behandeling ter zitting. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.